validiteit Flashcards
Wat betekent valideringsproces?
In welke mate mogen we veronderstellen dat de goeie prestatie op test ook wordt veralgemeend in de werkelijkheid
Wat betekent inhoudsvaliditeit?
In welke mate meten de testitems de psychologische eigenschap?
- Inhoudsvaliditeit hangt samen met indruksvaliditeit -> wordt niet altijd nagegaan maar is wel belangrijk
->Verlaagt de achterdocht van client
->Client gaat makkelijker meewerken want een inhoudsvalide test toont goed wat de test effectief meet - Manier om na te gaan of test wel meet wat hij moet meten
Wat zijn de 2 benaderingswijzen bij inhoudsvaliditeit?
aantonen in welke mate 1 testitem of alle testitems samen iets zeggen over de psychologische eigenschap
- niet empirisch want
-> niet objectief
-> niet onderbouwd met cijfergegevens
Wat zijn de valkuilen bij inhoudsvaliditeit?
- Bepalen van inhoudsvaliditeit= niet empirisch afgetoetst maar subjectief oordeel
->Oordeel in beste geval op basis van verschillende onderling onafhankelijke beoordelaars - Experts gaan samenzitten rond vb depressieve klachten
->Zij bepalen welke testitems een goeie representatie zijn dus op basis van hun persoonlijke mening
-> Is subjectief want als je andere experts zou nemen, krijg je misschien ander resultaat
->De experts hebben wel enigszins expertise maar niet zuiver objectief
Inhoudsvaliditeit= steekproefvaliditeit -> leg uit
- Onderzoeken of inhoud van test representatieve weergave is van de verschillende aspecten van de te meten eigenschap
- Hiermee moet je rekening houden bij constructie van test
->Vertrekpunt bij opmaak test= wetenschappelijke definitie van de te meten eigenschap - Info over inhoudsvaliditeit vind je in testhandleiding
Wat is indruksvaliditeit?
- Is geen echte vorm van validiteit->niet empirisch of wetenschappelijk onderbouwd
->Wel belangrijk in kader van transparantie naar client - Vele denken dat een test valide is als hij LIJKT te meten wat je verwacht maw als je indruk hebt dat de vragen relevant zijn
- Nuttig dat een test relevantie uitstraalt maar enkel ter motivatie van de respondenten
**Is een test niet inhoudsvalide -> ook niet indruksvalide **
Wel belangrijk om naar indruksvaliditeit te kijken-> client moet zoveel mogelijk op gemak zijn zodat hij waarheidsgetrouw antwoordt
Wat is het verschil tussen inhoudsvaliditeit en begripsvaliditeit?
- Inhoudsvaliditeit: op basis van subjectief oordeel
- Begripsvaliditeit
->Zuivere vorm van validiteit
->Wetenschappelijk onderbouwd -> empirisch
->Mathematisch nagaan in hoeverre test goeie weergave is van eigenschap
Dit gebeurt door
->Factoranalyse uitvoeren op testitems (Spearman)
->Correlaties berekenen met externe gegevens (Pearson)
Wat is factoranalyse?
- begrip toekennen aan psychologische eigenschap vb rekenvaardigheden
- Samenvattingstechniek die vertelt op welke manier de 2 items iets zeggen over de psychologische eigenschap
Wat is het verschil tussen exacte meting en psychologische meting bij begrips/constructvaliditeit?
- Exacte meting= geen meningsverschil -> ieder doet dit op zelfde manier
- Psychologische metingen= uitdaging
->Niet eens hoe je die eigenschap moet meten
->Geen uniformiteit
->Bepaalde wetenschappers maken andere opsplitsingen dan andere
->Op zoek gaan naar zelfde mening
Wat is de link tussen factoranalyse en psychodiagnostiek?
- Kijken in welke mate een testitem iets objectief gaat zeggen over psychologische eigenschap
- In welke mate gaan we gemeenschappelijke eigenschap samenvatten
- Structuur brengen + gedetailleerd beeld bekomen van eigenschap
->Vb keelpijn in verband brengen met een verkoudheid, kan echter ook andere oorzaak hebben vb vermoeidheid
Welke 3 levels vind je terug in CHC model?
- Totaal IQ cijfer= algemene G factor = samenvattend getal -> zegt niet veel
- Bestaat uit verschillende vaardigheden vb brede cognitieve vaardigheden -> vloeiende intelligentie, kwantitatieve intelligentie,…(groepsfactor)
- Specifieke oefening-> gaan verfijnder beeld geven over vb iemands vloeiende intelligentie
Hoe lager je gaat, hoe verfijnder het is
Wat zijn de beperkingen van CHC model?
- Opbouw/samenstelling test -> soort oefeningen dat je aanbiedt, bepaalt hoe factoranalyse eruit ziet
- Een steekproef mag gevarieerd zijn maar bij factoranalyse moet je hier rekening mee houden.
->Correlaties die je ziet, kunnen resultaat zijn van onterecht verband.
->Je gaat dan onterecht concluderen dat er een verband bestaat en er dus boven een psychologische eigenschap aan koppelen= misinterpretatie of meetfout - Geen eenduidigheid tussen verschillende wetenschappers
Onder begripsvaliditeit vallen 3 soorten. leg uit
- Confirmerend
->Bewijs zoeken dmv factoranalyse dat test effectief iets zegt over psychologische eigenschap
->Voorspellen dat test de eigenschap bewijst - Aanvullend= convergente validiteit
->Aantonen dat test de eigenschap effectief meet
->Dit verder uitbouwen door test te bekijken/vergelijken met andere test die dezelfde eigenschap meet
->Is er sterk verband tussen onze test A en andere test B -> heel goed - Discriminante validiteit
->Willen objectief bewijzen dat onze nieuwe intelligentie test bepaalde eigenschap zoals sociale vaardigheden niet meet
Wat is criterium of predictieve validiteit?
In welke mate voorspellen de testresultaten het bereiken van criterium
Wat zijn de 2 vormen van criteriumvaliditeit?
- Predictieve validiteit
->Voorspellen wat de overeenkomst is tussen testresultaat en iemands toekomstige studieresultaten
->resultaten van 1ste middelbaar zijn er nog niet - Concurrente validiteit
->Testresultaten vergelijken met criteriumgegevens die al beschikbaar zijn op moment van testafname
->Leerling zit intussen in 1ste middelbaar dus de resultaten zijn er om met onze testresultaten te vergelijken
->Inschatten of onze test uit 6e leerjaar goed heeft voorspeld
Hoe hoog de validiteit moet zijn, hangt af van:
- Wat men met test wil doen= doel
-> Doel: harde beslissingen nemen over iemand z’n toekomst -> strenge eisen
->Richting .50 want grondige aanpak nodig
->Doel: test in kader van wetenschappelijk onderzoek-> minder streng
->Tevreden met .30
->Hangt ook af van het feit of deze test het enige element is waarop men beslissing baseert - Het soort validiteit dat onderzocht werd
->Constructvaliditeit-> hogere correlatie dan bij criteriumvaliditeit
->Construct: scores zijn verzameld binnen zelfde testsituatie
->Criterium: correlaties gebaseerd op gegevens in verschillende omstandigheden/ verschillende tijdstippen dus moeilijker om hoge correlatie te bekomen