Urologie Flashcards
Dwarslaesie: gevolgen voor de mictie
- Suprapontien niveau
- Infrapontien/thoracaal niveau
- Sacraal niveau
Suprapontien niveau
- Ook bij mensen met dementie.
- Plaspatroon normaal.
- Geen aansturing vanuit de hersenen dus plassen op een verkeerd moment.
Thoracaal niveau
- Overactieve blaas (sympathicus valt uit)
- Sfinterdyssynergie (overactieve blaas met overactieve sfinters)
Sacraal niveau
- Aanspannen van de m. detrusor gaat niet goed, dus een slappe blaas (uitval parasympathicus).
- Normale of onderactieve sfincter.
De niveaus kunnen gecombineerd voorkomen afhankelijk van de precieze locatie van de dwarslaesie.
Innervatie van de mictie
Sympatisch mictiecentrum: Th10-L2
- n. hypogastricus
- Opslag van de blaas –> relaxatie blaas en aanspanning van blaashals en de sluitspier
Parasympatisch mictiecentrum: S2-S4
- Mictiefase
- Ontspanning blaashals en sluitspier
- Stimuleert de blaas om samen te trekken
Somatisch
- n. pudendus
- Aanspanning kringspier
Autonome dysregulatie bij een dwarslaesie:
- Wat is dit?
- Bij welke dwarslaesies vindt dit plaats?
- Wat gebeurt onder het dwarslaesieniveau?
- Wat gebeurt er boven het dwarslaesieniveau?
- Wat is de behandeling?
Afferente prikkel (volle blaas, volle darmen) --> overmatige sympathicus respons onder het niveau van de dwarslaesie --> vasoconstrictie en hypertensie Boven de dwarslaesie --> vasodilatatie met rood gelaat en hoofdpijn --> levensgevaarlijke situatie
Laesies boven Th6
Klachten onder dwarslaesie:
- Hypertensie met risico op hypertensieve crisis waarbij cerebrale en cardiale complicaties kunnen optreden
- Bleke, koude extremiteiten en pilo-erectie
Klachten boven dwarslaesie:
- Vasodilatatie
- Hoofdpijn
- Neuscongestie - Bradycardie
Behandeling (!)
Je moet de prikkel wegnemen. En je moet de bloeddruk verlagen.
Welk urologisch fenomeen ontstaat er als mensen net een dwarslaesie hebben?
Wanneer ontstaat dit?
Wat treedt er op?
Wat moet je doen?
Spinal shock
Deze fase kan enkele weken duren.
Ongeacht van het niveau van de laesie ontstaan er blaasfunctiestoornissen en urineretentie –> dus als je dan onderzoek doet lijkt er sprake te zijn van een slappe blaas.
Vandaar kan je pas na 3 maanden de blaasfunctiestoornis duiden (dan doe je het onderzoek).
Eerste behandeling van pt met dwarslaesie is zorgen dat er een veilige blaas is (!)
Door retentie en blaasdyssenergie ontstaan hoge drukken en reflux (heel schadelijk voor nieren) dus de druk moet van de blaas af!
Medicatie, botox, grotere chirurgie en zorgen dat blaas geleegd wordt (katheter)
Wat is de behandeling van autonome dyssynergie van de blaas bij dwarslaesiepatiënten?
Medicatie
- Anticholinergica (M3 remmen) –> remt de blaas in het samentrekken
- B3 agonisten (detrusor ontspanning)
Botox injecties in de blaas middels cystoscopie
- Werkt ca. 6 maanden
- Zorgt ervoor dat de vesikel met acetylcholine niet fuseert met de celmembraan, het signaal wordt niet doorgegeven en de spier verslapt
Chirurgie
- Blaasaugmentatie: stuk darm ipv deel detrusor
- Urinedeviatie
- Catheteriseerbaar stoma
Urge incontinentie:
- Wat is het?
- Wat is het probleem?
- Detrusor contractie?
- Wat kan de oorzaak zijn?
- Behandeling:
- Katheter na operatie?
Overactieve blaas (door overactief parasympathicus of neurogeen)
Probleem
Ongewild urineverlies voorafgaand aan plotse hevige mictiedrang
Oorzaken
Overactiviteit van parasympaticus –> m. detrusor contraheert te veel. Dit kan in 1 keer de hele blaasinhoud zijn. Het is dus met aantoonbare blaascontractie.
Oorzaak kan ook neurogeen zijn (zoals bij dwarslaesie), echter bouwt de blaas dan schadelijke drukken op. Dit doet een overactivatie van de parasympathicus niet (!)
Oorzaak: kortdurend bij een UWI, katheter of corpus alienum zorgt voor extra overactiviteit. Meestal is het idiopatisch.
Behandeling:
- Leefstijl (koolzuurhoudende dranken, alcohol, koffie kan leiden tot meer aandrang)
- Medicamenteus:
- Anticholinergica (je remt de ontspanning –> contractie m detrusor wordt geremd). Wel veel bijwerkingen zoals droge ogen en mond, obstipatie.
- Sympaticomimetica (relaxatie m detrusor wordt gestimuleerd).
- Bekkenbodemfysiotherapie
- Botuline injecties in de m detrusor (minder acetylcholine synaps)
- Sacrale neuromodulatie (n. pudendus) of stimulatie van n.tibialis (PTNS) (prikkel wordt verplaatst naar sacrale niveau en dus ook prikkeling in de blaas)
- Chirurgie: ileocystoplastiek (blaasaugmentatie)–> ileum inhechten zodat de m. detrosur “kleiner wordt”/geen spier. - Chirurgie: Urinedeviatie
Geen katheter. Dit werkt averechts.
Stressincontinentie:
- Welke 2 mechanismen
- Mannen vs vrouwen
- Behandeling
- Behandeling mannen
Er is sprake van een defect in het afsluitmechanisme
- Sfinctermechanisme schiet tekort: met name bij momenten van verhoogde intra- abdominale druk (intravesicale druk > maximale urethrale druk). Je kan het wel onderbreken. Er is sprake van urineverlies zonder blaascontractie, de pt heeft dan ook geen aandrang gevoel.
- Hypermobiliteit: tussenschot plasbuis en vagina is verzwakt, waardoor je als er verhoging is van intra -abdominale druk je urine verliest.
Bij vrouwen, veel voorkomend door baring en verzwakking bekkenbodem. Bij mannen komt het weinig voor behalve bij beschadiging van bijv de sfincter bij operaties.
Behandeling:
- Leefstijl (voldoende vochtinname, verminderen van overgewicht)
- BB fysio
- Plaatsen van pessarium (!)
- Medicamenteus
- Minimaal invasief: bulkinjectie collageen/vet–> peri-urethraal voor versterking/ verhoging weerstand
- Minimaal Invasief: TVT = tension free vaginal tape = een kunststofmatje die als lus onder de urethra wordt gelegd. Er kunnen erosies optreden. (=mid urethal sling)
- Invasief: coposuspensie (blaashals aan lig. van Cooper via keizersnede)
Fasciesling = TVT met autoloog materiaal (met rectusschede)
- Sfincterprothese
Mannen:
- Oorzaak: iatrogeen of neurogeen (zeldzaam)
- Ballonen naast plasbuis
- Male sling: wel tensie, ipv TVT
- Bulkinjectie
- Sfincter prothese: gouden standaard
- Verblijfskatheter: suprapubisch of transurethraal
- Evt. stoma
Neurogene incontinentie
- Wat is het?
- Gevaar?
- Mogelijke oorzaken
- Behandeling
Aansturing voor het ledigen van de blaas is gestoord, willekeurige lozing zonder aandrang, blaas raakt overvuld.
Hoge druk –> vesico-urethrale reflux waardoor de nieren beschadigd raken.
Dwarslaesie, spina bifida, MS –> waardoor hypo of acontractiele blaas
Overloopincontinentie
- Bij wie met name?
- Oorzaken
- Symptomen
- Behandeling
- Complicatie
Veelal bij oude mannen met een vergrote prostaat –> retentieblaas –> overlopen continue druppels
Oorzaken:
- Verminderde werking m. detrusor (DM, antidepressiva)
- Belemmerde afvoer urethra (prostaathypertrofie, prolaps, nierstenen)
Symptomen
- Overlopen van druppels door volle blaas
- Weinig plassen bij aandrang
Behandeling
- Eerst katheter voor retentieblaas
- Prostaathypertrofie: chirurgie of alphablokkers
- Bekkenbodemfysiotherapie
Complicatie
Vesico-uretrale reflux –> nierschade
Urolithiasis
- Klachten
- Beeldvorming
- Behandeling (6)
- Wat is een dubbel J katheter?
- Profylaxe urolithiasis
Klachten:
- Hevige pijn in aanvallen
- Bewegingsdrang
- Misselijkheid/ braken
- Hematurie
- Evt. koorts
Beeldvorming:
- Echo abdomen of X BOZ. BOZ is minder goed, want niet alle soorten stenen zijn radiopaak en dus zichtbaar.
- Gouden standaard: low dose blanco CT abdomen, kleinere stenen ook goed te zien.
- (CT) IVP: intraveneus pyelogram.
Behandeling bij afwachting/ spontane passage:
- Pijnstilling = NSAIDs
- Urine moet aflopen (!) anders hydronefrose dus hier moet je voor waken. Als dit niet het geval is moet er een inwendige (dubbel J) of nefrostomie katheter in (uitwendig)
Behandeling afhankelijk van steengrootte:
- Kleine stenen < 1 cm worden meestal vanzelf geloosd, wel pijnstilling (NSAIDs). Eventueel tamsulosine of buscopan (alfa blokker) om de steen beter te laten passeren. Laat de pt steen opvangen zodat steenanalyse kan plaatsvinden.
- Grotere steen > 1 cm. Afhankelijke van de locatie mogelijke behandelingen:
- ESWL = elektrocorporal shock waves = vergruizing. Minder geschikt voor harde stenen.
- URS = uretro-reno-scopie = via de urethra een buisje opvoeren, mbv laser fragmenteren. Minst invasief. Dit wordt meestal gedaan.
- PNL = percutane nefrolithotrypsie = invasief. Intrarenale stenen of stenen > 1,5 - 2cm
Dubbel J katheter: loopt van nieren naar blaas. Houdt de ureters open ivm tumor of stenen.
Profylaxe: voldoende drinken, maar bij nierstuwing minder. Beperken van vlees en zout.
Oxaalzuur of calcium-arm dieet is ACHTERHAALD. Want de lever maakt dit gewoon en calcium wordt bij een gebrek uit de botten gehaald.
Geen overdosis vitamine C
Waarvan zijn de meeste urinestenen gemaakt? Waar zijn de andere stenen van gemaakt?
- Calciumoxalaat (80%, risicofactor: hypercalciemie)
- Urinezuur (RF: jicht)
- Calciumfosfaat
- Infectieus
Wat is de top 5 urologische maligniteiten?
- Prostaatkanker
- Blaaskanker
- Nierkanker
- Testiskanker
- Peniskanker
Prostaatcarcinoom:
- Waarom niet echt plasklachten bij prostaatkanker?
- Wat voor soort carcinoom?
- PSA: wat is de afkapwaarde? Wanneer BPH?
- Wat bij verhoogd PSA?
- LO
- Pathologie score
- TNM classificatie
- Behandeling
Bij prostaatkanker zit het carcinoom niet vaak rondom de urethra, maar juist in de perifere zone. In tegenstelling tot BPH, waarbij de hele prostaat vergroot is en de urethra verdrukt.
Adenocarcinoom
PSA: <3 ng/ml. Tussen de 2-10 ng/ml is het BPH, maar soms bij een grote prostaat gewoon veel PSA. Positief voorspellende waarde is 20-35%.
Boven de 3 = transurethrale echografie en biopt.
LO: rectaal toucher
- Vaste, onregelmatige consistentie of harde noduli
Classificatie: Gleason score (optelsom)
10 punten maximaal op basis van maligniteitsgraad = aggressiviteit. Hoe hoger hoe slechter.
T = op basis van rectaal toucher, TRUS (echo), MRI. T3 is door de rand heen, T4 is in de omliggende structuren doorgroei.
N = CT-abdomen. Bij hogere PSA (>20) meer kans op meedoen lymfklieren.
M = bij verdenking op metastasen = botscan. Bij PSA hoger dan 50 is de kans op afstandmetastasen groter.
Tegenwoordig combi: PSMA PET-CT
Behandeling:
- Laaggradig lokaal = actieve surveillance (PSA controle elke 3 maanden, daarna wat minder. Ook klinisch onderzoek elke 6 maanden)
- Hooggradig lokaal = curatief
1. Radicale prostatectomie (lap of open) + pelviene lymfeklieren
2. Uitwendige bestraling
3. Inwendige bestraling (brachytherapie) - Uitgezaaid = palliatief
* Hormonale behandeling –> hoe minder mannelijk hormonen hoe minder snel de tumor groeit (GnRH-agonist). Bijwerkingen: libidoafname, opvliegers. Of anti-androgenen.
* Chemotherapie
* Radium (botmetastasen)
* Lutetium 177: bindt aan PSMA
* Castratie (ook een soort hormonale therapie)
Nierbekken en ureter tumoren:
- De 2 symptomen:
- Diagnostiek
- Behandeling
- Hematurie
- Flankpijn
Diangostiek:
- Urinecytologie op maligne cellen
- CT-IVP
- Ureterorenoscopie met een biopt
Behandeling:
- Kleine tumor: laser behandeling (vaak direct bij scopie)
- Grotere tumor: nefro-ureterectomie
Nierbekken en ureter tumoren:
- De 2 symptomen:
- Diagnostiek
- Behandeling
- Hematurie
- Flankpijn
Diangostiek:
- Urinecytologie op maligne cellen
- CT-IVP
- Ureterorenoscopie met een biopt
Behandeling:
- Kleine tumor: laser behandeling (vaak direct bij scopie)
- Grotere tumor: nefro-ureterectomie