Uitdrukkingen Flashcards

1
Q

Млеть перед чем-то

A

Door de knieën gaan
Example
Uiteindelijk gaan we allemaal voor iets aantrekkelijks door de knieën.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Мы придумаем что-нибудь

A

Een mouw aan te passen

Daar is wel een mouw aan te passen
(Als een geruststelling gebruikt)

Ze wist altijd een mouw aan te passen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Buy for almost nothing

A

Voor appel en ei kopen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly