Uit de powerpoints van Gisella Flashcards

1
Q

Wat zijn de zes interactievaardigheden?

A
  1. Sensitieve responsiviteit
  2. Structureren en grenzen stellen
  3. Respect voor autonomie
  4. Praten en uitleggen
  5. Ontwikkelingsstimulering
  6. Begeleiden van interacties
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn de doelen van interactievaardigheden?

A

Emotionele veiligheid
Persoonlijke competenties
Sociale competenties
Normen en waarden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is socialisatie?

A

Het proces waarin kinderen de sociale wereld om zich heen steeds beter begrijpen en zich aanpassen aan de groep

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn de belangrijkste basisbehoeften van een kind in een groep?

A

Dat je erbij hoort
Dat je invloed kan uitoefenen
Dat je vrienden of maatjes hebt in die groep

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat betekent groepscohesie?

A

Dat er verbondenheid en betrokkenheid is tussen de kinderen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welke rollen en posities kennen we in de groep?

A
Gezagsdragers
De sociaal werkers
De organisatoren
De grappenmakers
De verkenners
De volgers
De appelant
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn gezagsdragers in een groep?

A

Kinderen die natuurlijk leiderschap laten zien

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn sociaal werkers in een groep?

A

Kinderen die behulpzaam en zorgzaam zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn organisatoren in een groep?

A

Kinderen die goed zijn in ideeen omzetten in daden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zijn grappenmakers in een groep?

A

Kinderen die zorgen voor plezier en relativeren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat zijn verkenners in een groep?

A

Kinderen die in actie komen als duidelijk is wat de bedoeling is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat zijn volgers in een groep?

A

Kinderen die doen wat van hen gevraagd wordt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat zijn appelanten in een groep?

A

Kinderen die moeite hebben met bepaalde dingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Welke groepen kennen we kwa karakter?

A
ja... maar groep
trotse groep
verdraagzame groep
harde werkersgroep
onderdrukte groep
open en creatieve groep
onveilige groep
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Welke groepsvorming fasen ken je (eng/ned)

A
orientatiefase - forming
conflictfase - storming
stabilisatiefase - norming
prestatiefase - performing
beeindigingsfase - termination
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Hoe kun je groepsklimaat beinvloeden?

A
Spiegelen
verstorend gedrag corrigeren
groepsregels 
motiveren
gidsen