Hoofdstuk 9 Een veilig klimaat Flashcards

1
Q

jonge kinderen hebben een … nodig om zich veilig te voelen

A

vertrouwensfiguur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is belangrijk voor een kind (3)

A

vertrouwensfiguur
relatie opbouwen
onverdeelde aandacht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

complimenten geven is ook een vorm van …

A

aandacht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Waarom is voorspelbaarheid belangrijk?

A

zodat kinderen hun wereld kunnen overzien en zich binnen de grenzen vrij ontwikkelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Door grenzen geef je het kind …

A

veiligheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoe bied je structuur aan?

A

Door een vaste (herkenbare) volgorde bij activiteiten te bieden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Voorspelbaarheid geeft …

A

rust

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is eenkennigheid en wanneer speelt het?

A

Rond de 6 maanden. Een kind wil dan steeds door dezelfde persoon verzorgd worden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Eenkennigheid is het begin van …

A

hechting

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wanneer kan er een hechtingsrelatie ontstaan?

A

Als een kind zich veilig kan voelen en jouw reacties voorspelbaar zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welke verschillende hechtingstypen kennen we? (4)

A

Onveilig-vermijdend gehecht (A)
Veilig gehecht (B)
Onveilig-afwerend gehecht (C)
Onveilig-gedesorganiseerd gehecht (D)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Vertel over onveilig-vermijdend gehecht (20%)

A

Hebben onderzoekende houding.
Spel is oppervlakkig. Snel verveeld en overgaan tot ander spel.
Nergens echt in geïnteresseerd.
Moeder of verzorger verlaat kamer -> geen tot bijna geen reactie
Kinderen lijken heel zelfstandig

Jongeren:

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Vertel over veilig gehecht (60 a 70%)

A

Balans tussen ondernemend en hechtingsgedrag
Ouders of verzorgers in de buurt: onderzoekend
Ouders of verzorgers de ruimte verlaten: kind reageert angstig

Jongeren:

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Vertel over onveilig-afwerend gehecht (10%)

A

C-kinderen
Kind hangt meer dan gewoon aan de ouder of verzorger
Kinderen reageren heftig als ouder of verzorger de ruimte verlaat.
Als ze alleen zijn, doen ze niets.
Als ouder terugkeert, reageert kind afwerend en boos

Jongeren:

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Vertel over onveilig-gedesorganiseerd gehecht (15%)

A

Kind weet niet hoe het op ouder of verzorger moet reageren.
Kan ene moment angstige reactie vertonen en andere moment gaan lachen
Kind is zelf ook verward, het gedraagt zich inconsequent
Veelal is n traumatische ervaring in het spel geweest

Jongeren: verhoogde kans op verslaving, gewelddadigheid tegenover bv partner, kinderen
maar ook psychische stoornissen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

In een veilige omgeving kan een kind …

A

zich het beste ontwikkelen

17
Q

Hoe noem je het reageren op elkaar?

A

Interactie

18
Q

Wat doe je als je sensitief-responsief reageert?

A
  • je vangt signalen op
  • je probeert te begrijpen wat het kind bedoelt
  • je reageert op signalen
19
Q

Bij negatieve feedback … de hersenen van een jong kind … Bij positieve feedback …. in de hersenen

A

reageren, bijna niet, is er juist wel activiteit

20
Q

Wanneer ben je autonoom?

A

Als je het idee hebt dat je je eigen keuzes kunt maken zonder daarbij een ander nodig te hebben.

21
Q

Als je autonoom bent, maak je je eigen keuzes over bijvoorbeeld: (3)

A
  • eigen lichaam
  • eigen gedachten
  • eigen verantwoordelijkheid
22
Q

Bij welke leeftijd hoort het oprichten van clubjes? En bij welk proces hoort dit?

A

9-12 jaar

socialisatie

23
Q

Hoe kun je het groepsklimaat in een groep inschatten?

A
Je kijkt naar:
Sfeer
Relaties
Interacties
Rollen 
Samenhang
24
Q

Hoe kun je als groepsbegeleider het groepsklimaat beinvloeden?

A

Door bijvoorbeeld positief ingestelde kinderen eerst een beurt te geven bij gesprekjes of het doen van voorstellen
Door positieve normen te benoemen en te gebruiken. Bv elkaar helpen of samen delen
Door zelf een model te zijn
Door verstorend gedrag op een goede manier aan te pakken
Door groepsregels toe te passen en kinderen te helpen herinneren hieraan

25
Q

Bij pesten is sprake van …

A

herhaaldelijk aanbrengen van schade aan een ander kind

26
Q

Wat zijn verschillen tussen plagen en pesten?

A
  • plagen is kort, pesten structureel
  • plagen kun je lachen, pesten brengt schade
  • bij plagen is er geen gelijkwaardigheid, bij pesten is er ongelijkheid
  • plagen heeft geen negatieve bedoeling, pesten is meestal bewust negatief bedoeld
  • je loopt geen schade op….., pesten: schade
  • plagen is vaak zichtbaar, pesten vaak stiekem
27
Q

Wat kunnen oorzaken zijn van pesten?

A
  • thuissituatie pester niet goed
  • pester wil populair zijn
  • pester voelt zich onzeker
  • pester kan geen goede sociale relaties opbouwen
28
Q

Een pestprotocol op school is …

A

verplicht

29
Q

Hoe handel je volgens de meldcode?

A
  1. In kaart brengen van signalen
  2. Overleggen met een collega
  3. Gesprek met betrokkenen
  4. Wegen van het huiselijk geweld of de kindermishandeling. Bij twijfel SHG of AMK raadplegen
  5. Beslissen over zelf hulp organiseren of melden
30
Q

Welke vormen van mishandeling zijn er?

A
  1. Lichamelijke mishandeling
  2. Lichamelijke verwaarlozing
  3. Psychische mishandeling
  4. Psychische verwaarlozing
  5. Seksueel misbruik
  6. Eergerelateerd geweld
31
Q

Wat is het vierogenbeleid?

A

Minmaal met 2 mensen op een groep moeten elkaar kunnen zien en controleren