Hoofdstuk 3.1 Overeenkomsten en verschillen Flashcards

1
Q

Welke 6 rechten uit het Verdrag voor de rechten van het kind, staan in het boek?

A
  1. Ieder kind
  2. Minderheidsgroepen
  3. Onderwijs
  4. Onderwijsdoelstellingen
  5. Belangen van het kind
  6. Bescherming tegen misbruik en verwaarlozing
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat valt onder de regel ‘Ieder kind’?

A

Alle rechten gelden voor alle kinderen zonder uitzondering

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat valt onder de regel ‘Minderheidsgroepen’?

A

Kinderen afkomstig van minderheidsgroepen hebben recht hun eigen cultuur te beleven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat valt onder de regel ‘Onderwijs’?

A

Ieder kind heeft recht op onderwijs

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat valt onder de regel ‘Onderwijsdoelstellingen’?

A

Onderwijs gericht op zo volledig mogelijke ontplooiing.
Onderwijs dient het kind voor te bereiden op een actief volwassen leven in een vrije samenleving en zal het kind respect bijbrengen voor mensenrechten, voor zijn ouders, zijn culturele achtergrond etc. etc.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat valt onder de regel ‘Belangen van het kind’?

A

Belang van het kind staat voorop. Als de verzorgers hun verplichtingen niet nakomen, zal de Staat het kind voorzien van de nodige zorg.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat valt onder de regel ‘Bescherming tegen misbruik en verwaarlozing’?

A

De Staat zal het kind beschermen tegen elke vorm van mishandeling door ouders of door een derde die de zorg over het kind heeft.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn waarden?

A

Ideeën over wat goed gedrag en minder goed gedrag is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn normen?

A

Regels voor het gedrag die vanuit deze waarden zijn ontstaan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hoe bevorder je een houding waarmee je diversiteit respecteert?

A
  • te luisteren en te communiceren
  • de angst voor het onbekende te overwinnen en vooroordelen te vermijden
  • je bewust te zijn van de invloed van jouw begeleiding en jouw woorden op het samenzijn van de kinderen of jongeren
  • te zoeken naar overeenkomsten of positieve eigenschappen van de ander
  • een sfeer in het team te creeeren waarin collega’s zichzelf durven te zijn
  • nauw samen te werken in teams en elkaar te steunen
  • nauw samen te werken met ouders en andere betrokkenen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is het inclusiemodel?

A

Een model waarbij steeds gezocht wordt naar obstakels waardoor personen er niet bij horen, om deze vervolgens te helpen oplossen. Het doel is dat iedereen, dus ook mensen met een beperking, deel uitmaakt van het leven dat wij met elkaar in onze samenleving leiden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat zijn de 8 principes van inclusie?

A
  1. Kloon niet
  2. Zie de macht van macht
  3. Daag de waarheid uit
  4. Geniet van het onbekende
  5. Niet of/of maar en/en
  6. Zoek actief naar het alternatief
  7. Varieer in ritme
  8. Doe het samen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Waar gaat het om bij cultuur?

A

Om de manier waarop we met elkaar omgaan. Het gaat om de gewoontes die ontstaan zijn in een groep mensen. Soms zijn cultuur en religie sterk verbonden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zijn verschillen tussen jongens en meisjes in tabel in het boek?

A

Meisjes, zijn actiever bij het onderwijs betrokken, besteden meer tijd en aandacht aan bv huiswerk, zijn vaker goed in taalgerelateerde vakken, zijn voorzichtiger, zijn meer gericht op samenwerken, fijne motoriek ontwikkelt sneller.
Jongens, hebben meer onderwijsproblemen, worden vaker naar speciaal onderwijs verwezen, presteren beter in wiskunde, tonen meer zelfvertrouwen, zijn meer competitief, grove motoriek ontwikkelt sneller

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Welk verschil tussen jongens en meisjes is aangeboren?

A

Verschil in hormonen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Waarom zijn meisjes makkelijker rustiger na een ruzie?

A

Ze hebben meer serotonine

17
Q

Waarom worden jongens meer aangezet tot actie?

A

Ze hebben meer testosteron

18
Q

Wat is genderdysforie?

A

Kinderen die het gevoel hebben dat ze gevangen zitten in het verkeerde lichaam.

19
Q

Een baby wordt geboren met een bepaald … Zijn … en … ontwikkelt een baby door het contact met de mensen om hem heen.

A

temperament
karakter
persoonlijkheid

20
Q

Wat wordt bepaald door een temperament?

A

Hoe actief een kind is, hoe levendig en hoe goed hij dingen kan verdragen.

21
Q

Noem een aantal kenmerken van hoogsensitiviteit

A
Snel schrikken
last van kleren die kriebelen
niet houden van verrassingen
moeilijke woorden voor de leeftijd gebruiken
veel geurtjes ruiken
moeite met grote veranderingen
perfectionistisch 
etc etc
22
Q

Wie is Paulo Freire?

A

Een pedagoog die veel schreef over pedagogiek van de onderdrukten. Hij stelde dat het belangrijk is om te reflecteren en in actie te komen

23
Q

Wat is een belangrijk onderdeel binnen empowerment?

A

Het gevoel hebben zelf richting te geven aan het eigen leven.

24
Q

Wat is een stapje verder dan observeren?

A

Perspectief nemen

25
Q

Wat doe je bij perspectief nemen?

A

je maakt je een voorstelling van de wijze waarop de lerende zijn werkelijkheid ziet en hebt daarbij aandacht voor zijn gevoelens, zijn motivatie, zijn interesse en zijn begrip.