Tumoren Flashcards
Transplantatietumor
Woekering van lichaamsvreemde cellen
Autonome groei
tumorgroei grotendeels onafhankelijk van de normale fysiologische regelmechanismen + tumor blijft groeien, zelfs lang nadat de uitlokkende noxe verdwenen is
Semi-maligne tumor
groeit zeer invasief, maar veroorzaakt geen metastasen
Recidief
ontstaat op ongeveer dezelfde plek als originele tumor na chirurgische verwijdering
Metastase
ontstaat op andere plek dan originele tumor
Collisietumoren
tumoren van verschillende histogenese (versch weefseloorsprong), die in verschillende aanpalende weefsels ontstaan en ineen groeien
Teratoma
menggezwel waarin differentiatieproducten van 3 versch kiembladen kunnen voorkomen
Carcinoma
epitheliale oorsprong
Organoid gezwel
stroma en parenchym makkelijk van elkaar te onderscheiden
Histoid gezwel
stroma en parenchym moeilijk van elkaar te onderscheiden
Meristoma
totaal ongedifferentieerd gezwel dat er uit ziet als embryonaal kiemweefsel (zeldzaam)
Exophyte groei
puilt uit boven oorspronkelijke weefsel
Endophyte groei
groeit in orgaan
Desmoplasie
aanmaak dens collageen BW rond een groeiende tumor
Ulceratie
tumor bereikt huidoppervlak en cellen ondergaan necrose omdat ze niet aangepast zijn aan omgeving => ulcus = zweer
Precancerose
weefselverandering die zorgt voor een verhoogd risico op ontaarding
Stroma
steunbindweefsel
Scirrheus carcinoma
maligne epitheliale tumor met heel veel compact stroma
Solide carcinoma
maligne epitheliale tumor met heel weinig stroma
Carcinoma solidum simplex
maligne epitheliale tumor met spoor van stroma
Carcinoma solidum medullare
maligne epitheliale tumor zonder stroma
VEGF
vascular endothelial growth factor => wordt geproduceerd oiv HIF (hypoxie inducable factors) => angiogenese
HIF
Hypoxia inducible factors
worden geactiveerd als je centraal id tumor hypoxie krijgt
Anaplastische tumor
weinig gedifferentieerde tot ongedifferentieerde tumor waarvan de histogenese moeilijk tot niet te achterhalen is
Cytokeratines
intermediaire filamenten van het cytoskelet die als merker gebruikt kunnen worden bij weinig gedifferentieerde anaplastische tumoren
cytokeratinen komen enkel voor in cellen van epitheliale oorsprong
Vimentine
intermediaire filamenten van het cytoskelet die als merker gebruikt kunnen worden bij weinig gedifferentieerde anaplastische tumoren
komt voor in niet-musculaire mesenchymale cellen (sarcoma)
Desmine
intermediaire filamenten van het cytoskelet die als merker gebruikt kunnen worden bij weinig gedifferentieerde anaplastische tumoren
Komt voor in hartspiercellen, DGSC, GLSC van git en uterus en meeste BV
Ribonucleotidasereductase
enzym dat omzetting van ribonucleotiden naar deoxyribonucleotiden katalyseert
enzym dat thiolen en een niet-ijzer-haem-atoom bevat waar NO van macrofagen mee gaat reageren => stillegen van DNA synthese
tumordigniteit
verschil in biologisch gedrag tussen goedaardige en kwaadaardige tumoren
Cachexine
= TNFa
Pheochromocytomen
functionele tumor dat zorgt voor noradrenaline en adrenaline secretie => levensbedreigende stijging van de BD
Functionele tumor
tumor die metabool actief is en secreteert
Paraneoplastisch syndroom
als functionele tumor secreet produceert dat afwijkt van het secreet van normale organen
expansieve groei
meestal goedaardig
tumor duwt omliggende weefsel geleidelijk aan weg => drukatrofie en eventueel necrose
meestal BW-kapsel gevormd
invasieve groei
meestal benigne
tumor is niet scherp afgelijnd van omliggend weefsel => bij losrukken blijven er stukjes tumor achter
Cathepsine
= protease => breekt eiwitten af
lytisch enzym geproduceerd en uitgescheiden door tumorcellen die invasief groeien
in normale weefsels zit cathepsine gesekwestreerd in granules
Sprouting angiogenese
Priming angiogenese
vorming van nieuwe capillairen door migratie en proliferatie van endotheelcellen van bestaande capillairen
Intussusceptieve angiogenese
vorming nieuwe capillairen door opsplitsing van een bestaande capillair in 2 nieuwe capillairen door corming van een intracapillaire zuil
Angiogene factoren
FGF TGFa en TGFB TNFa VEGF angiogenine
Angiogenine
angiogene factor => stimuleert angiogenese
FGF
fibroblast growth factor
angiogene factor => stimuleert angiogenese
TGFa
Transforming growth factor alfa
angiogene factor => stimuleert angiogenese
TGFB
transforming growth factor beta
angiogene factor => stimuleert angiogenese
VEGF
vascular endothelial growth factor
angiogene factor => stimuleert angiogenese
Endostatine
anti-angiogene factor
Trhombospondine 1-5
anti-angiogene factor
Dormant cancer cells
na het verwijderen van primaire tumor kunnen tumorcellen op afstand latent aanwezig blijven = dormant cancer cells => die kunnen dan later, oiv een bepaalde exogene noxe snel beginnen delen
Cadherines
ICAM = intracellular adhesie moleculen
Integrines
ICAM = intracellular adhesie moleculen
Selectines
ICAM = intracellular adhesie moleculen
Homotypische adhesie
tumorcellen in circulatie hechten aan elkaar vast => vorming tumorcelembolie
Heterotypische adhesie
tumorcellen in circulatie hechten vast aan BP => overleving van die tumorcellen wordt bevordert omdat ze op die manier afgeschermd worden van NK-cellen
Lymfangiosis carcinomatosis
histiologisch sterke infiltratie van de lymfevaten met tumorcellen
Contactmetastase
speciale vorm van implantatiemetastase
2 organen raken elkaar
Implantatiemetastasen
komen voor in lichaamsholten en holle organen
Cellulaire senescentie
verhoudering/verval = verlies van het vermogen om te delen
Multihit hypothese
tumoren ontstaan meestal door cummulatieve effect van meerdere noxen => hoe ouder het dier, hoe meer kans dat dier met noxen in contact geweest is
Progeria en werner syndroom
mens
premature veroudering
xeroderma pigmentosum
erfelijke aandoening veroorzaakt door mutatie in gen dat codeert voor DNA-reparatie-enzym => mensen kunnen DNA schade tgv UV licht niet herstellen
Proximaat carcinogeen
metaboliet met verhoogde carcinogenitaat
Precarcinogeen
uitgangsproduct dat uiteindelijk carcinogeen wordt
Ultimate carcinogeen
chemisch reactief eidproduct dat cancereuze omvorming van cellen induceert
Syncarcinogenese
meerdere carcinogenen met zelfde orgaantropisme gaan samenwerken
Co-cancerogenese
samenwerking tussen cancerogenen en co-factoren
Co-factoren
tumorpromotors of epigenetische factoren
3,4-benzopyreen
PAK
carcinogene stof
vooral lokale inwerking
enzymen van ER zetten PAKs om tot hoog reactieve epoxiden die covalent aan DNA binden
7,12-dimethylbenzanthraceen
PAK
carcinogene stof
vooral lokale inwerking
enzymen van ER zetten PAKs om tot hoog reactieve epoxiden die covalent aan DNA binden
20-methylchloanthreen
PAK
carcinogene stof
vooral lokale inwerking
enzymen van ER zetten PAKs om tot hoog reactieve epoxiden die covalent aan DNA binden
2-naftylamine
aromatisch amine = aniline
worden door N-hydroxylering en verdere metabole activatie omgezet tot cancerogene metabolieten
werken vooral systemisch
associatie met blaastumoren
benzidine
aromatisch amine = aniline
worden door N-hydroxylering en verdere metabole activatie omgezet tot cancerogene metabolieten
werken vooral systemisch
associatie met blaastumoren
2-acetylaminofluoreen
aromatisch amine = aniline
worden door N-hydroxylering en verdere metabole activatie omgezet tot cancerogene metabolieten
werken vooral systemisch
associatie met blaastumoren
Puls cancerogenese
eenmalige toediening van cancerogene stof kan al kanker veroorzaken
Ptasuiloside
zit in adelaarsvaren => kan in blaas, slokdarm en darm papillomen en squameuze celcarcinomen doen ontstaan
solar dermatitis
tgv chronische, geringe blootsteling aan UV
UV licht werkt als tumorpromotor bij ontstaan van maligne tumoren
Oncogen
gen dat normaal gezien enkel tot expressie komt wnnr de cel deelt (vaak enkel expressie tijdens embryogenese)
v-onc
viraal oncogen
c-onc
normale cellulaire oncogenen
= proto oncogenen
spelen essentiele rol in groei en differentiatie van cellen
Insertiemutagenese
v-onc wordt ingevoegd proximaal van cellulair oncogen => cellulair oncogen wordt tot expressie gebracht door virale promotor => deling & differentiatie
zie je bij FeLV (leukose)
Anti-oncogen
suppresorgenen van proto-oncogenen => verhinderen groei
Tat-gen
transactin transcriptional activation gen => codeert voor transcriptiefactor => regulatie van transcriptieactiviteit
p53
eiwitproduct van cellulair anti-oncogen => voorkomt onbeperkte deling van cellen door celcyclus te stoppen in de G1 fase bij DNA-schade
waf-1 gen
p53 zorgt voor inductie van waf-1 gen => codeert voor waf-1 => inhibitor van cycline-afhankelijk kinase => celcyclus wordt geremd
neo-antigen
tumor specifiek antigen
eiwit dat tot expressie komt bij cancereuze omvorming van cellen
TSTA
tumor specifieke transplantatie antigenen
= gemuteerde eiwitten => komen tot expressie tgv puntmutaties of deleties in genen van tumorcellen
T-eiwitten
transformerende eiwitten die verantwoordelijk zijn voor groeisignalen => DNA-transcriptie en translatie => cel in permanente toestand van proliferatie
Papilloom
goedaardige tumor van epitheelcellen
Meq
early antigen = vroege, niet structurele eiwitten die geproduceerd worden door virus => bindt met p53 => ongehinderde celdeling
Ziekte van Marek
bij de kip
veroorzaakt door herpesvirus
Burkitt lymfoma
bij de mens
tumor van B-lymfocyten
veroorzaakt door Epstein-Barr virus (herpesvirus type 4)
Klierkoorts
= mononucleose
bij mensen die voor het eerst in contact komen met humaan herpes virus 4 => een deel vd B-cellen wordt lytisch geinfecteerd en sterft af terwijl andere B-cellen getransformeerd worden, maar niet kunnen prolifereren oiv suppresor-T-cellen (die B-cellen worden dan uiteindelijk vernietigd door cytotoxische T-cellen)
Mononucleose
= klierkoorts
bij mensen die voor het eerst in contact komen met humaan herpes virus 4 => een deel vd B-cellen wordt lytisch geinfecteerd en sterft af terwijl andere B-cellen getransformeerd worden, maar niet kunnen prolifereren oiv suppresor-T-cellen (die B-cellen worden dan uiteindelijk vernietigd door cytotoxische T-cellen)
Provirus
stukje viraal DNA dat ingebouwd wordt in gastheer DNA
Defectief exogeen retrovirus
hebben in de loop der tijd een deel van hun vermenigvuldigingsgenen verloren en in plaats daarvan hebben ze cellulair oncogen opgenomen
hebben helpervirus nodig om GH cel binnen te dringen
veroorzaken meestal sarcomen
acuut transformerend
Niet-defectief exogeen retrovirus
compleet genoom met 3 open reading frames
kan vermeerderen in GH cel zonder al te veel schade te veroorzaken aan GH cel
gen transformatie in vitro, cel in vivo onder bepaalde omstandigheden
chronisch transformerend => tumoren ontstaan pas na latentietijd
leukose
Leukemie
tumorcellen aanwezig in bloed => neoplastische woekering van bloedcellen of hun voorstadia, er worden geen solide tumoren gevormd
FOMCA
felien oncornavirus associated cell membraan antigen
= viraal neo antigen van leukose virus bij de kat
TNM classificatie
WHO classificatie voor tumoren bij huisdieren, enkel van toepassing op kwaadaardige tumoren (niet gebruikt voor hersentumoren en tumoren van bloed)
T = tumor => uitgebreidheid en aspect vd primaire tumor w beoordeeld
N = nodes => aspect van regionale LK wordt beoordeeld (vergroot of niet)
M = metastasen => beoordeling van de metastasen op afstand
=> obv daarvan krijgt tumor graad van ergheid = stage
Stage O tumor
carcinoma in situ, vroege vorm
Stage 1 tumor
gelokaliseerde tumor zonder metastasen
Stage 2 tumor
vroeg, lokaal advanced
Stage 3 tumor
laat, lokaal advanced
Stage 4 tumor
uitgezaaide tumor
cTNM
klinische evaluatie van tumor, nodes en metastasen
pTNM
pathologische evaluatie van tumor, nodes en metastasen
ki67
= structureel eiwit dat gebonden is aan repetitieve DNA sequenties, komt enkel tot expressie in cellen die in mitose zijn => immunohistochemische kleuring tov ki67