Stofwisselingsstoornissen deel I Flashcards
Stofwisselingsstoornis
= een stoornis in het metabolisme
Bestaande biochemische processen gaan niet, onvolledig, in overmaat of in te geringe mate door
=> adaptatievermogen van cellen is overschreden
Adaptatie
reactie van cellen op endogene en exogene prikkels
Functionele adaptatiemechanismen zijn bvb hypertrofie of hyperplasie
Als adaptatiemechanismen overschreden worden => pathologie => celbeschadiging + functiestoornissen
Hyperplasie
= cellen en organellen vermeerderen in aantal (tgv mitose) => orgaan wordt groter
Hypertrofie
= cellen en organellen worden groter => orgaan wordt groter
Atrofie
= cellen nemen af in grootte
door gedaalde belasting zal de activiteit van de cel en de actieve celmassa afnemen
Degeneratie
= achteruitgang, functieverlies
Belangrijkste oorzaak = hypoxidose
Hypoxemische hypoxidose
= zuurstoftekort tgv te laag O2 gehalte in het arteriële bloed => cyanose
6 mogelijke oorzaken:
- te lage pO2 (hoogteziekte)
- links-rechts shunts (PDA, hoog ventriculair septum defect, interatriaal septumdefect => longen worden gebypassed, mengbloed)
- gedaalde luchtttoevoer (stenose in larynx)
- stoornis in pulmonaire bloedtoevoer (rechter hartinsufficiëntie, stenose pulmonalis klep)
- gestoorde gasuitwisseling in de longen (linker hartinsufficiëntie => longoedeem => vocht in alveolen => diffusieafstand vergroot)
- stoornis in de O2 transportcapaciteit van het bloed (anemie; tgv CO intoxicatie, metHb, hemolyse, ferriprief, hypochroom,..)
Ischemische hypoxidose
= zuurstoftekort tgv een te lage arteriële bloedtoevoer naar de weefsels => te weinig aanvoer van O2 en nutriënten & te weinig afvoer van CO2 => cyanose + lokale acidose
Stuwingshypoxidose
= zuurstoftekort tgv een geblokkeerde veneuze retour => te weinig aanvoer van O2 en nutriënten & te weinig afvoer van CO2 => cyanose + lokale acidose
orgaan vult zich op met zuurstofarm bloed => zwelling
Histotoxische hypoxidose
= blokkade van de intramitochondriale oxidatieprocessen waardoor de weefsels geen O2 kunnen opnemen
Hypoglycemische hypoxidose
= te weinig glucose waardoor onvoldoende energie beschikbaar is voor de cel => te weinig oxideerbare stoffen beschikbaar
mogelijke oorzaken:
- vasten
- malabsorptie
- insulinomen
Anti-metaboliet
metaboliet die concurreert met de normale metaboliet, maar niet werkt zoals de normale metaboliet => anti-metabolieten kunnen aanleiding geven tot degeneratie
Oubaïne
= ATPase remmer => kan aanleiding geven tot degeneratie
Endomitose
= mitose in de cel zelf, zonder dat de cel gaat splitsen => geeft aanleiding tot polyploïdie = meer dan 2 sets van homologe chromosomen in een cel
Polyploïdie
= meer dan 2 sets van homologe chromosomen in een cel (gevolg van endomitose) => grote, sterk gekleurde kern met zeer dens DNA => zo’n cel kan extra veel eiwitten aanmaken
Hyperchromatische kern
= grote, sterk gekleurde kern met zeer dens DNA => zo’n cel kan extra veel eiwitten aanmaken
- pathologisch bij regeneratie en tumoren
+ fysiologische in metabole organen die veel eiwitten nodig hebben voor hun functie zoals lever of myocard
Aneuploïdie
= chromosomen worden ongelijk verdeeld bij kerndeling => de ene cel heeft meer DNA (hyperploidie) dan de andere cel (hypoploidie)
geeft aanleiding tot mozaïek patroon (zie je bij bepaalde tumoren)
Amitose
= kerndeling zonder celdeling => meerkernige cellen
- pathologisch bij bepaalde tumoren en granulomateuze ontstekingen
+ fysiologisch bij regeneratie
Cytopathologie
bestudeert de pathologische veranderingen aan individuele celcomponenten en celorganellen
Uilenoog
= typisch voor virusinfectie in de cel => kern zit zodanig in de cel dat het lijkt op een uilenoog
Pyknose
= krimpen van de kern
(normaal in verhoornd epitheel)
(zie je bij degeneratieve kernzwelling)
Karyorrhexis
kern valt uit elkaar (pyknotische kernmembraan scheurt)
zie je bij degeneratieve kernzwelling
Karyolyse
= nucleair fading => kern lost volledig op en verdwijnt
lysosomen verteren alles
=> celsterfte
Kernwandhyperchromatose
DNA verklontert en gecondenseerd chromatine gaat tegen de kernwand plakken
(zie je bij degeneratieve kernzwelling)
Ag-NOR
= Argyrofiele Nucleolar Organizing Regions
=> het aantal Ag-NORs geeft een indicatie van de proliferatieactiviteit (aantal stijgt bij tumoren bvb)