TT vragen 2C Flashcards

1
Q

Wat is de Salter-Harris classificatie?

A

I: through growth plate
II: through growth plate and metafyse
III: through growth plate and epifyse
IV: through all 3 elements
V: crush injury of growth plate
BIJ type I en II is nog kraakbeen/kiemlaag aanwezig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn 2 essentiele stappen bij Langensklold procedure?

A
  • resectie benige bar
  • opvullen defect vet interponaar
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is de wet van Wolff (kinderfracturen)

A

De essentie van de wet van Wolff is dat aan de concave zijde van de genezen botbreuk met name botappositie zal plaatsvinden.
Bij een buiging van het bot ontstaat aan de concave zijde compressie en aan de convexe zijde spanning.
Compressie aan de concave zijde stimuleert de activiteit van osteoblasten, wat leidt tot botappositie.
Aan de convexe zijde, waar het bot onder spanning staat, kunnen osteoclasten actiever zijn, wat kan leiden tot botafbraak of resorptie.
–> meer belasting op bot zorgt voor sterker bot (groeischijf juist minder belasting = meer groei??)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Op welke plek kan je de a. ulnaris het beste palperen?

A

direct proximaal van de volaire polsplooi, net radiaal van de m. flexor carpi ulnarispees.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is endochondrale en desmale verbening?

A

Endochondrale verbening = zorgt voor lengtegroei, voornamelijk lange pijpbeenderen, bot ontstaat uit kraakbeen
Desmale verbening = zorgt voor breedtegroei, voornamelijk platte beenderen (schedel, heup) en stamcellen differentieren naar osteoblasten zonder tussenstop kraakbeen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat gebeurt er bij achondroplasie?

A

= verminderde lengtegroei van de lange pijpbeenderen waardoor de ledematen in verhouding tot de romp verkort zijn.
Oorzaak: het kraakbeen in de groeischijf komt niet goed in ontwikkeling.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is het Mediaal Tibiaal Stress Syndroom (MTSS)?

A

= botoverbelasting, ontstaat geleidelijk aan de binnenzijde van het onderbeen
Er zijn microscheurtjes in het bot, deze worden opgeruimd door osteoclasten, maar het duurt even voor het nieuw gevormde bot sterk genoeg is = verminderde botdichtheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is de insertie en origo van de m. supraspinatus en innervatie?

A

O: fossa supraspinata
I: tuberculum majus
Innervatie: n. suprascapularis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welke spieren behoren tot de rotatorcuff?

A

Dorsaal: m. supraspinatus, m. infraspinatus, m. teres minor
Ventraal: m. subscapularis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Welke diagnose is het meest waarschijnlijk als je op een röntgenfoto weke delen calcificatie ziet?

A

Subacromiaal pijnsyndroom
Tendinitis calcarea
Supraspinatus tendinitis calcarea
Subacromiaal impingementsyndroom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welk systeem in de spiervezel genereert spierkracht?

A

Actine myosine systeem

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is de functie van het costameer?

A

het verbinden van de sarcomeren met de extracellulaire matrix

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Hoe kunnen dwarsgestreepte spieren herstellen en dezelfde omvang behouden na schade?

A

Dwarsgestreepte spieren kunnen groeien door hypertrofie van de dwarsgestreepte spiercellen en door mitose van de satellietcellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is het beleid voor het stopzetten of doorgaan van medicatie voor een operatie?

A

Doorgaan: longmedicatie, beta-blokkers en anti-epileptica (doorgeven, anders risico op epilepsie)
Cave antistolling: vaak stopzetten voor ogen, hersenen, lever (bv. acenocoumarol, anders risico op bloeding)
Cave anticonceptiva: werken minder
ACE-remmers stoppen indien indicatie hypertensie is (bv. metoprolol, ander risico op rebound effect)
Orale antidiabetica beter stoppen, insuline aanpassen (bv. metformine, anders risico op lactaatacidose)
Psychiatrische medicatie (lithium, serotonerge medicijnen) in overleg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat zijn pathologische afwijkingen van artrose?

A
  1. Osteofytvorming (=abnormale groei bot)
    Toename van botvorming
  2. Subchondrale cysten
  3. Subchondrale sclerose (bot verdikt en wordt harder direct onder het kraakbeen)
  4. Gewrichtsspleetversmalling
  5. Deformatie
    Verlies van glycosaminoglycanen
    Fissuren in het kraakbeen
    GEEN plasmacellulaire ontsteking
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is de meest voorkomende oorzaak van een functionele scoliose?

A

beenlengteverschil

17
Q

Wat zijn fysisch diagnostische kenmerken van onderstaande aandoeningen:
- neurofibromatosis
- osteogenisis imperfecta
- diastematomyelie
- syndroom van Marfan

A
  • neurofibromatosis - cafe au lait huidvlekken
  • osteogenisis imperfecta - blauwe sclerae
  • diastematomyelie - progressieve holvoet met klauwtenen
  • syndroom van Marfan - huidstriae
18
Q

Met welke methode wordt bepaald of iemand scoliose heeft op een PA rontgenfoto?

A

Hoekmeting volgens Cobo, positief bij meer dan 10 graden

19
Q

Wat zijn de Ottawa ankle rules?

A

Hiermee kan je de waarschijnlijkheid beoordelen van enkelbandletsel vs enkelfractuur. Wordt gebruikt om te kijken of iemand rontgenfoto noodzakelijk is.
X-enkel is alleen nodig als: pijn in malleolaire zone met: pijn bij posterieure zijde laterale malleolus OF posterieure zijde mediale malleolus OF als voet onbelastbaar is
X-voet is alleen nodig: pijn in middenvoet met pijn bij basis metacarpaal V OF pijn os naviculare OF als voet onbelastbaar is

20
Q

Welke 2 stabiliteitstesten zijn het meest gangbaar om voorste kruisbandletsel te onderzoeken?

A

voorste schuiflade test
test van Lachman

21
Q

Welk ligament van de knie komt onder spanning te staan bij zuivere valgusangulatie?

A

Mediale collateraal ligament

22
Q

Welke kruisband staat onder spanning bij flexie/extensie knie?

A

Bij flexie knie: spanning achterste kruisband (eindigt posterieur tibiaplateau)
Bij extensie knie: spanning voorste kruisband (eindigt anterieur tibiaplateau)

23
Q

Welke 2 spieren worden gebruikt bij een voorste kruisband reconstructie?

A

M. gracilis
M. semitendinosus

24
Q

Wat is het voornaamste doel van een voorste kruisbandreconstructie?

A

voorkomen van doorzakken/ givin’ way

25
Q

Bij een rugoperatie waarbij een decompressie van de neurogene structuren wordt uitgevoerd in verband met een spinale stenose zal een deel van de wervel weggehaald worden, welke?

A

lamina arcus vertebrae

26
Q

Bij de ziekte van Bechterew is pijn meestal een vroeg symptoom, wat is typisch aan deze pijn?

A

pijn ‘s nachts en in de ochtend

27
Q

Wat is een Bankart defect of Hill-Sachs laesie?

A

Bankart defect = labrum glenoidale beschadigd
Hill-Sachs laesie = corticale deuk kop humerus door anterieure luxatie

28
Q

Welke spier insereert aan mediale zijde van os naviculare en houdt de cavus in stand?

A

M. tibialis posterior

29
Q

Welke bloedwaarde is bij een spondylodiscitis meest waarschijnlijk verhoogd?

A

BSE

30
Q

Welk gewricht heeft minste bewegingsvrijheid?

A

vlak gewricht

31
Q

Wat is het werkingsmechanisme van NSAIDs, corticosteroiden en paracetamol?

A

Corticosteroiden zorgt voor remmen van fosfolipide naar arachidonzuur.
NSAID s zorgt voor remming van arachidonzuur naar prostaglandine. Dit gebeurt door het remmen van het COX-1/2 enzym. COX zorgt ook voor omzetting naar tromboxaan voor plaatjesaggregatie –> NSAIDs werken dus anticoagulant.
PGE zorgen normaal voor meer mucus, lagere pH, meer Bic. –> NSAIDs kunnen leiden tot GI intolerantie.
Klassieke NSAIDs hebben niet-specifieke binding, nieuwe COX-2 specifieke remmers hebben minder bijwerkingen. (COX-1 is constitutief, terwijl COX-2 induceerbaar is door bv. inflammatie)
Paracetamol is een zwakke COX-1 en COX-2 remmer

32
Q

Wat zijn de 5 radiologische afwijkingen passend bij artrose?

A
  • subchondrale cysten
  • osteofyten
  • gewrichtsspleetversmalling
  • deformatie
  • subchondrale sclerose
33
Q

Wat zijn pathologische kenmerken bij artrose en RA?

A

Artrose: joint mice, GAG verlies en extra botaanmaak (eburnatie)
RA: plasmacel ontsteking, synovitis tast kraakbeen aan, verweking peesscheden

34
Q

Welke componenten produceren osteoblasten?

A

Proteoglycanen
Glycoproteinen
Collageen type I

35
Q
A