TT vragen 2A2 Flashcards
Hoe presenteert een pt met Multiple Myeloom? (LO, AO, Behandeling)
Presenteert zich bv. met nierinsufficientie, hypercalciemie, anemie of botlaesies (rugpijn) (CRAB-criteria)
LO: drukpijn over de ribben, kloppijn over wervelkolom
AO: M-component IgG kappa, plasmapopulatie beenmerg > 10%
Behandeling: palliatief, chemo-immunotherapie
Wanneer start je de behandeling bij multipel myeloom?
Als er sprake is van een symtompatisch multipel myeloom, symptomatisch wordt gedefinieerd als het volgende:
- monoklonale plasmacellen in beenmerg
- M-proteine in bloed en/of urine
- orgaanschade veroorzaakt door multipel myeloom (CRAB-criteria)
Hoe presenteert een pt met AML? (LO, AO, Behandeling)
Presenteert zich met neusbloedingen
LO: blauwe plekken en petechien
AO: in beenmerg complex karyotypen aangetoond
Behandeling: curatief, intensive chemotherapie en allogene stamcel Tx
Hoe presenteert een pt met CML/CLL? (LO, AO, behandeling)
Klachten: geen (bv. jaarlijkse ‘check-up’
LO: geen afwijkingen
AO: in bloed leukocytose met links verschuiving bij CML, bij CLL in bloeduitstrijkje groot aantal afwijkende lymfocyten met hoog leukocyten aantal en diagnosticeer je met immunofenotypering
Behandeling: curatief, targeted therapie
Hoe presenteert een pt met DLBCL (diffuus grootcellig B-cel lymfoom) (LO, AO, behandeling)
Klachten: B-symptomen (nachtzweten, koorts, afvallen), klachten door lokalisatie (pijn, pneumonie)
LO: vergrote milt (B-cellen gevormd in de milt)
AO: PET-positieve lymfklieren (geen specifieke genetische marker, maar morfologie toont verstoorde architectuur lymfeklieren met diffuus gelegen B-cellen)
behandeling: CHOP + rituximab
Hoe wordt de diagnose multiple myeloom vastgesteld?
M-component IgG kappa en >10% plasma cellen
NIET: hypercalciemie, nierinsufficientie
Is het zinvol om te starten met selectieve darm decontaminatie (SDD) bij iemand die wordt behandeld met intensieve chemotherapie?
Ja, dit kan leiden tot verlaagde infectiedruk vanuit de darm. (groeifactoren G-CSF hebben geen zin)
Welke antigenen spelen een centrale rol bij (omgekeerde) afstoting na allogene stamceltransplantatie?
humane leukocyten antigenen
(leukocyten: infectiebestrijding)
Welk orgaan is verantwoordelijk voor het trage herstel van de T-cel immuniteit na een allogene stamceltransplantatie?
thymus
(B-cellen worden gevormd in de milt)
De expressie van het CXCR4 molecuul op de tumorcellen blijkt een negatief prognostische waarde te hebben bij mammacarcinoom.
Wat is hiervoor de meest waarschijnlijke verklaring?
CXCR4 is de chemokine receptor waarmee cellen SDF-1 / CXCL12 herkennen (1p). Dit chemokine is in relatief hoge concentraties
aanwezig in locaties waarnaar mammacarcinoomcellen metastaseren (1p), zoals bot/beenmerg, hersenen, lymfeklieren en lever.
Wat zijn de 3 grootste risicofactoren op het ontwikkelen van longkanker?
- roken
- radon
- asbest
- fijnstof
Wat betekent TNM en wat is het doel hiervan?
T= tumor grootte/aantal, N= lymfeklier metastasen, M= metastasen op afstand.
Doel: patienten groeperen met eenzelfde prognose
Solitaire pulmonale nodule
- bronchoscopie levert niet meestal een diagnose op –> bronchoscopie geeft informatie over uitbreiding van de tumor, zeer gevoelig centrale tumoren, minder voor perifere tumoren
- niet makkelijk te detecteren op x-thorax –> 30% van de tumoren wordt daarop gemist, vooral kleine
- is niet vaak maligne
—– solitaire pulmonale tumor wordt vrijwel altijd bij toeval gevonden
Wat is pleuritis carcinomatosa?
= uitzaaiingen naar de pleura/ tussen longvlies en borstvlies –> eenzijdig pleuravocht is hier o.a. een teken van
Wat is de behandeling voor plaveiselcelcarcinoom in de rechter longbovenkwab met bewezen pleuritis carcinomatosa?
Systemische behandeling met chemo- en immunotherapie of immunotherapie
(behandeling met resectie als de tumor alleen lokaal is)
Wat is de functie van de milt?
Beenmerg en milt filtreren dode rode bloedcellen uit bloed. Rode pulpa van milt filtreren oude bloedcellen met behulp van residente macrofagen. Witte pulpa is heel dicht op elkaar met follikels en rode bloedcellen is heel open.
Welke elementen zijn essentieel bij diagnostiek van longkanker?
stadiering en weefseldiagnose
Wat zijn paraneoplastische syndromen?
Een paraneoplastisch syndroom is een verschijnsel of complex van verschijnselen dat kan optreden bij patiënten met een maligniteit, zonder dat dit het gevolg is van tumorcellen in het aangedane gebied. Bij kanker is dit bijvoorbeeld vaak vermoeidheid en koorts.
Hoe worden de verschillende stadia van longkanker behandeld? (niet-kleincellig)
stadium I: operatie
stadium II: operatie + adjuvante chemo + immunotherapie
stadium III: chemo-radiotherapie + immunotherapie
stadium IV: chemo + immunotherapie + gerichte therapie
vanwege het agressieve karakter van kleincellig longcarcinoom wordt bij stadium I dezelfde behandeling als stadium II gehanteerd
Wat zijn predictieve factoren voor respons op systemische therapie bij mammacarcinoom?
ER/PR positiviteit en HER2 receptor positiviteit (BR-gradering, proliferatie index??)
Wat zijn predictieve en prognostische factoren?
Predictieve factoren = voorspellen kans op respons op therapie (bv. ER en HER2 receptor status)
Prognostische factoren = voorspellen kans op het ontwikkelen van metastasen (bv. histologische graad, grootte, aantal aangedane lymfeklieren, ER status, leeftijd)
Wat kunnen klachten zijn bij een pt met mammacarcinoom?
Presenteren zich vaak met verdachte klachten bij anamnese: palpabele afwijking, ingetrokken tepel, inflammatie/ulceratie, zelden pijn
LO: palpabele afwijking mamma of lymfeklieren
Wat is de kans op lymfeklier uitzaaiingen bij pT1a mammacarcinoom?
<10%
Is adjuvante systemische behandeling net zo goed als neoadjuvante behandeling bij mammacarcinoom?
NEE
Wat is de volgende stap als er microcalcificaties te zien zijn op het mammogram, maar geen palpabele afwijkingen?
herhalen van het mammogram en zo nodig een histologisch biopt
Welke weefsels worden bij een gemodificeerde radicale mastectomie verwijderd?
Borstamputatie + okselkliertoilet dissectie