TT vragen 2B2 Flashcards

1
Q

Hoe kan immunologische tolerantie worden doorbroken?

A
  1. antigeen- en T-cel onafhankelijke activatie van B-lymfocyten door EBV –> polyclonale B-celactivatie, productie van mix van antistoffen
  2. antigeen onafhankelijke activatie van T-lymfocyten door Staphylococcus –> superantigeen
  3. moleculaire mimicry –> kruisreactie tussen antigeen micro-organisme en gelijkend auto-antigeen
  4. ‘bystander effect’ –> mede-activatie autp-reactieve lymfocyten tijdens infectie door cytokinen
  5. doorbreken immune-priviliged sites
  6. immuunstimulerende posttranslationele modificatie of baptenisatie –> door medicatie verandert eigen antigeen (=neo-antigeen) en wordt niet meer herkend
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoe is de behandeling van m. Crohn verandert door biologicals?

A

vorming van neutraliserende antistoffen tegen biologicals beperken de behandelingseffectiviteit.
NIET anti-IL1 is een nieuwe effectieve behandeling, NIET circulerende TNF-receptor is zeer effectief in behandeling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Bij welke ziektes kan er geen anti-TNF worden gebruikt?

A

type 1 diabetes mellitus, multiple sclerose, systemische lupus erytematosus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is de functie van retinale pigment eptiheel?

A
  • bepaalt de kleur van de iris
  • de pigmentatie is niet gerelateerd aan de huidskleur
  • bestaat uit een enkele laag van gepigmeneerde cellen = monolayer
  • regenereert visueel pigment
    NIET meest actieve deel van het oog
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Waar werken de volgende biologicals op:
- anakinra en canakinumab
- infliximab, adalimumab, etanercept, certolizumab en golumumab
- belimumab
- ustekinumab
- secukinumab
- abatacept
- rituximab
- omalizumab

A
  • anakinra en canakinumab –> IL-1 productie van macrofaag
  • infliximab, adalimumab, etanercept, certolizumab en golumumab –> TNF-alfa productie van macrofaag en T-cel
  • belimumab –> BlyS (=survival factor B-cel) geproduceerd door macrofaag
  • ustekinumab –> IL-12/IL23 productie door APC wat bindt aan CD28 van T-cel
  • secukinumab –> IL-17 productie van T-cel
  • abatacept –> blokkeert CD80/86 van APC en B-cel wat bindt aan CD28 van T-cel
  • rituximab –> blokkeert CD20 van B-cel
  • omalizumab –> blokkeert productie van IgE door B-cel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoe behandel je een posterieure uveitis systemisch bij een patient met sarcoidose?

A

Methotrexaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Welke klachten passen bij uveitis anterior, uveitis posterior, intermediaire uveitis en panuveitis?

A

Uveitis anterior passen pijn, vermindering van visus en fotofobie
Uveitis posterior is vaak pijnloos en vermindering van visus door floaters, retinitis of macula oedeem
Intermediaire uveitis = snowballs te zien op netvlies. Komt vaak voor bij MS (multipel sclerose) en de ziekte van Lyme. Bij MS zijn de eerste symptomen dubbelzien, maar er onstaan ook neurologische verschijnselen zoals evenwichtsstoornissen en tintelingen
Panuveitis = zit in meerdere segmenten van het oog, vaak idiopathisch (40%), kan ook sarcoidose, dan zijn meerdere organen aangedaan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat kunnen oorzaken zijn van uveitis anterior?

A

Meest voorkomende locatie van uveitis (75%)
Systemisch:
- HLA B27 geassocieerd –> ziekte van Bechterew/ Spondylitis ankylopoetica
- Juveniele idiopathische artritis (kinderen)
Infectieus:
- Heterochromie van Fuchs (vaak tgv Rubella, kan ook herpes VZV/HSV) –> unilateraal, heterochromie iris
- CMV –> unilaterale hypertensieve uveitis, bij immunocompetente patienten (vaak in Azie), immunogecompromitteerde patienten met CMV: uveitis posterior

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat kunnen oorzaken zijn van uveitis posterior?

A
  • toxoplasmose (meest voorkomend)
  • syphilis
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is een belangrijke bijwerking van gentamicine (een aminoglycoside)

A

nefrotoxiciteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Met werlke structuur hangt de lens aan het corpus ciliare?

A

zonula vezels.
corpus ciliare = irisbasis achter de iris , prodcutie kamerwater en is sterk doorbloed
het trabekelsysteem bevindt zich in de voorste oogkamer en vervoerd kamerwater

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat gebeurt er bij patienten met familiaire mediterrane koorts (FMF)?

A

mutatie in een gen dat leidt tot aanvalsgewijs optredende koorts en inflammatie. dit gen codeert voor PYRINE en dit zorgt in de neutrofiele granulocyt voor activatie van inflammasoom.
Patienten hebben niet elke dag last want voordat het inflammasoom actief IL-1-beta produceert, moet er eerst pro-IL-1-beta gemaakt worden. Hiervoor moet de neutrofiel eerst getriggerd worden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat zijn kind-specifieke kenmerken die belangrijk zijn bij het beoordelen van acuut zieke kinderen?

A
  • kinderen kunnen klacht niet goed verwoorden
  • tijdens 1e presentatie kan het beeld aspecifiek zijn
  • beoordeling is momentopname en ziektebeloop kan snel veranderen bij kinderen
  • kinderen hebben andere normaalwaarden van vitale parameters
  • kinderen hebben andere verhoudingen en veranderd gewicht naar leeftijd (bv. medicatie uitrekenen)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Op welke manieren kunnen bacterien resistent worden tegen beta-lactam AB?

A
  1. binnengaan blokkeren –> porine veranderen
  2. wegpompen –> actief efflux pompen activeren
  3. aangrijpingspunt veranderen –> veranderd PBP bij MRSA
  4. kapot maken via beta-lactamase
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat zijn tekenen van weefselinvasie bij UWI?

A
  • algemeen ziek zijn
  • koorts
  • rillingen
  • flank- of perineumpijn
  • acute (toename van) verwardheid/delier
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Welke autoantistoffen worden beschouwd als pathogeen bij endocrien auto-immuunziekten?

A

anti-intrinsic factor
anti-TSH-receptor

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Waarom is het belangrijk om een behandeling tegen HIV vroeg te starten?

A
  • voorkomen van verspreiding
  • voorkomen van opportunistische infecties
  • voorkomen van virale replicatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Waar denk je aan bij een 6-maanden jongen last van meerdere ernstige infecties en aanhoudende diarree waardoor de groei achterblijft?

A

SCID, immuunglobulinen zijn geen goede behandeloptie, therapie: stamceltransplantatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Welke onderzoeken worden verricht om de oorzaak van gestoorde nierfunctie te achterhalen?

A
  • tacrolimus bloedspiegel
  • nierbiopt
  • echo
    NIET CRP-gehalte bloed
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Wat is het werkingsmechanisme van JAK-inhibitors?

A

remming van JAK1,2,3, remt de signalering van de membraanreceptor naar de nucleus via STAT

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Welke verwekker verwacht je bij een patient met chronische granulomateuze ziekte?

A

Vooral katalase positieve bacterien: E.coli, listeria salmonella
- staphylococcus spp
- aspergillus spp
- escherichia spp
NIET streptococcus spp

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Welke factoren kunnen een rol spelen bij recidiverende urineweginfecties?

A
  • vrouwelijk geslacht
  • diabetes mellitus
  • frequente diarree
    NIET leeftijd bij vrouwen, bij mannen WEL
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Wat zijn risicofactoren voor septische artritis?

A
  • huidinfectie
  • hoge leeftijd
  • beschadigd
  • gewricht/ gewrichtsprothese/ gewrichtschirurgie
  • gestoorde afweer
  • diabetes mellitus
    NIET vrouwelijk geslacht
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Welk percentage van de (gezonde) Nederlandse bevolking is HLA B27 positief?

A

5-10%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Welke middelen worden gebruikt bij Reumatoide Artritis?

A
  • Etanercept
  • Adalimumab
  • Infliximab
    NIET nivolumab
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Wat zijn de functies van onderstaande T-cel subsets?

A

Th1 = pro-inflammatoir
Th2 = beschermend
Th17 = rpro-inflammatoir en destructief
Treg - regulerend

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

Welke verschijnselen horen bij de trias van het syndroom van Reiter?

A
  • conjunctivitis
  • artritis
  • urethritis
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
26
Q

Wat zijn mogelijke oorzaken van onvoldoende Treg activiteit?

A
  • genetische defecten verstoren ontwikkeling van Treg (FOXP3 mutatie bij IPEX syndroom)
  • hoeveelheid Treg afnemen door medicatie (biologicals, chemotherapie)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
27
Q

Op welke manieren kunnen Treg actief auto-reactieve T-cellen in bedwang houden?

A
  1. wegvangen CD80/86 costimulatie signaal door CTLA-4
  2. productie suppressieve cutokines IL-10 en TGF-beta
  3. wegvangen groeifactor IL-2 (essentieel voor Th-cel) door receptor CD25
28
Q

Wat is de pathogenese en bijhorend syndroom van de volgende ziektebeelden?
- anti-GBM
- ANCA
- poststreptococc
- lupus nefritis
- membraneuze glomerulopathie

A
  • anti-GBM: antilichamen tegen lichaamseigen eiwit op glomerulus membraan–> nefritisch, ook longafwijkingen, vooral IgG
  • ANCA: infiltratie neutrofielen, ANCA antistoffen maken witte bloedcellen onrustig –> Rapidly Progressive Glomerulonefritis (RPGN), kan geisoleerd: pauci immuun glomerulonefritis of met vasculitis van huid, aorta en grote vaten
  • poststreptococc: antistoffen tegen sub-endotheliaal vastgelopen antigen: nefritisch
  • lupus nefritis: circulerend Ig subendotheliaal –> nefritisch, ziektebeeld afhankelijk van plaats van neerslaan
  • membraneuze glomerulopathie: in situ immuuncomplex formatie –> nefrotisch, granulaire IgG immuundeposities, antistof tegen PLA2 receptor
29
Q

Waar zijn de antistoffen bij SLE glomerulonefritis tegen gericht en welk Ig bevatten de immuuncomplexen?

A

gericht tegen basaalmembraan, immuuncomplexen bevatten vooral IgA

30
Q

Welke factoren zijn bepaald voor de accommodatie (= aanpassen sterkte lens om op bepaalde afstand te kunnen zien) van het oog?

A
  • musculus ciliaris (= kringspier corpus ciliaris)
  • zonula vezels (lens is hiermee opgehangen aan corpus ciliare)
  • rigiditeit van de ooglens
31
Q

Waar moet je rekening mee houden qua behandeling en besmetting bij keratitis?

A
  • voor start behandeling dient een kweek te worden afgenomen
  • snel starten met frequent topisch antibiotica
  • lenzen kunnen besmettingsbron zijn (zachte lenzen), andere risicofactoren: niet chirurgisch trauma of gecontamineerde lenzenvloeistof
  • infectie cornea veroorzaakt pijn, fotofobie, roodheid conjunctivae
32
Q

Wat kunnen bijwerkingen zijn van het gebruik van steroiden bevattende oogdruppels?

A
  • cataract
  • oogboldrukstijging
33
Q

Is een oogheelkundige screening geindiceerd bij juveniele idiopathische artritis (JIA) zonder klachten?

A

Ja, volgens protocol regelmatige screening.
Kans op uveitis anterior: pijnloos zonder klassieke symptomen, pas op voor lazy eye.

34
Q

Welke antibiotica behoren tot de beta-lactam antibiotica?

A
  • penicilines (peniciline, flucloxaciline, augmentin)
  • cefalosporines (ceftriaxon)
  • carbapenems (meropenem)
35
Q

Welke diagnostiek zet je in bij unilaterale uveitis anterior?

A

PCR van oogvocht uit voorste oogkamer

36
Q

Welke behandeling is bij familiaire mediterrane koorts (FMF) de eerste keus?

A

cochicine, als dat niet werkt dan: anti-IL-1 of diclofenac

37
Q

Wat zijn de verschillende stadia van syfilis?

A

Primaire syfilis: solitair, pijnloos ulcus op genitalia, 10-90 dagen, spirocheet kan zichtbaar worden gemaakt middels donkerveld microscopie
Secundaire syfilis: exantheem op romp en extremiteiten, koorts, gewrichts- en spierpijn, lymfadenopathie, 6 weken-6 maanden, rash is een allergische reactie op treponemale antigenen
Tertiaire syfilis: chronische ontstekingshaarden (gummata), symptomen hangen af van getroffen organen
Latente syfilis: geen klinische verschijnselen

38
Q

Welk soort HIV test is betrouwbaar voor detectie HIV tijdens windowfase van HIV?

A

PCR of p24 bepaling

39
Q

Welk soort HIV test is niet betrouwbaar tijdens window fase van HIV

A

geen antistof testen

40
Q

Wat is het essentiele verschil tussen een auto-inflammatoire en een auto-immuun aandoening?

A

Auto-inflammatoire = afwijking in aangeboren/innate respons tegen lichaamseigen moleculen
Auto-immuun = afwijking in adaptieve respons

41
Q

Welke afweercellen en hun actiemechanisme zijn van belang bij het ontstaan van endocriene auto-immuunziekte?

A
  1. auto-reactieve B-cellen - productie auto-antistoffen
  2. auto-reactieve cytotoxische T-cellen: directe aanval op doelwitcellen
  3. auto-reactieve T-helpercellen: productie van cytokines met activatie van macrofagen
42
Q

Welke lab testen vraag je aan om de belangrijkste immuundeficienties, die een risico vormen op het ontwikkelen van een pneumokokken infectie, aan te kunnen tonen?

A
  1. HIV test
  2. totaal IgG concentratie in serum
  3. complement
43
Q

Wat kan problemen veroorzaken in het gevecht tegen pneumokokken?

A
  1. tekort aan IgG (hypogammaglobulinemie)
    - multipel myeloom
    - CVID
    - selectieve IgG subklasse deficientie
    - leukemie / non-Hodgkin lymfoom
  2. tekort aan complement
    - te weinig aanmaak: heel zeldzaam
    - te veel verbruik: auto-immuunziekte, hele ernstige infecties
  3. milt probleem
    - verminderde functie: sikkelcelanemie
    - geen milt
44
Q

Welke genen kan een ziekmakende variant worden gevonden bij SCID?

A
  • IL2RG
  • IL7RA
  • RAG1 (verstoring VDJ-recombinatie, nodig voor B- en T-cel)
45
Q

Wat past bij het ziektebeeld x-gebonden agammaglobulinemie?

A

infecties pyogene bacterien, normale immuniteit tegen virussen. –> vooral vaak streptococcus pneumoniae.
- B-cel deficientie –> laag serum IgG door weinig plasmacellen
- defect BTK –> geen B-cel differentiatie
- therapie: immuunglobuline substitutie, reageert goed op antibiotica

46
Q

Op welk pathogeen heeft een patient behandeld met anti-IL17 therapie een verhoogd infectierisico?

A

Candida

47
Q

Wat is waar over nitrofurantoine?

A
  • wordt alleen gebruikt bij urineweginfecties
  • wordt zowel therapeutisch als profylactisch gebruikt bij UWI
  • = smal spectrum
48
Q

Wat kan worden gebruikt om de diagnose syfilis te stellen?

A
  • microscopie van direct preparaat van een laesie
  • serologie op bloed
    NIET kweek van een laesie
49
Q

Welke medicijnen kunnen bij een niertransplantatie patient zorgen dat een vrouw haar arm breekt bij een lichte val?

A
  • prednison
  • amlodipine
50
Q

Welke immuunsuppressiva vormen anno 2022 de hoeksteen van een behandeling na transplantatie?

A
  • tacrolimus
  • mycofenolaat mofetil
51
Q

Waar worden JAK kinase inhibitors onder andere voor gebruikt?

A
  • psoriasis
  • reumatoide artritis
  • lupus erythematosus
52
Q

Wat zijn belangrijke bijwerkingen van JAK inhibitors?

A

herpes simplex infecties

53
Q

Bij welke ziektebeelden kunnen TNF-alfa antagonisten NIET worden gebruikt?

A
  • type 1 diabetes mellitus
  • multiple sclerosis
  • systemische lupus erythematosus
54
Q

Waardoor worden de verschillende T-cellen gereguleerd en wat is hun functie?

A

Th1-cel: onder invloed van IL-12 zal het IFN-gamma vrijmaken, wat invloed heeft op effector cellen: beschermen tegen intracellulaire micro-organismen = pro-inflammatoir
Th2-cel: wordt gereguleerd door IL-4 en zorgt voor nog meer IL-4. Dit leidt tot toename synthese immunoglobulinen en speelt een rol in allergieën = beschermend
Th17-cel: wordt actief gemaakt door IL-23, IL-6 en TGF-beta. Maken IL-17, IL17 beschermt tegen schimmels en staphylococcen ziektes. =pro-inflammatoir en destructief
Treg: regulatie door TGF-beta en zorgt voor immunosuppressie = regulerend

55
Q

Waar is de werking van checkpoint-inhibitors op gebaseerd? Wat kan een mogelijke bijwerking hiervan zijn?

A

Werking: remming PD-1, PD-1 ligand of CTLA-4
Bijwerking: auto-immuniteit

56
Q

Wat zijn typische afwijkingen passend bij T-cel gemedieerde rejectie?

A
  • interstitieel infiltraat
  • vasculitis/arteritis
  • tubulitis
57
Q

Wat zijn typische afwijkingen passen bij antistof gemedieerde rejectie?

A
  • glomerulitis
  • vasculitis/arteritis
  • peritubulaire capillaritis
  • complement 4d depositie
  • histologisch rustiger, geen infiltraat
58
Q

Wat voorspelt de CURB of AMBU-score?

A

kans op overlijden

59
Q

Wat zegt de PASI score?

A

gebruikt voor het objectiveren van de ernst van de psoriasis. het omvat erythreem, induratie/dikte en schilvering

60
Q

Welke combinatie van autoantilichamen is het meest voorspellend voor de ontwikkeling en de ernst van reumatoide artritis (RA)?

A

Reumafactor (RF)
Antilichamen tegen gecitrulineerde eiwitten (ACPA/anti-CCP)

61
Q

Welk autoantilichaam is uniek voor reumatoide artritis?

A

ACPA (bv. anti-CCP) zijn zeer specifiek voor RA

62
Q

Welke aandoeningen vallen onder Opthalmia Neonatorum Conjunctivitis en wat zijn de kenmerken daarvan?

A
  • S.aureus, S.pneumoniae, H. influenza: binnen 24 uur na geboorte
  • N. gonorrhoeae: binnen 1-2 dagen na geboorte: ernstiger beloop
  • Clamydia trachomatis: in 35% van pasgeborenen met moeders met C. trachomatis, 5-19 dagen na geboorte
63
Q

Welk ziektebeeld veroorzaakt Herpes Simplex Virus (HSV) en Varicella Zoster Virus (VZV)?

A

HSV veroorzaakt koortslip, genitale herpes en genitale zweer
VZV veroorzaakt gordelroos en waterpokken

64
Q

Waarmee kan je de volgende ziekebeelden behandelen?
- ongecompliceerd UWI
- Staphylococcus aureus
- E. coli
- appendicitis
- pseudomonas aeruginosa
- tbc/ geïnfecteerde gewrichtsprothese

A
  • UWI = nitrofurantoine, bij een gecompliceerde UWI gebruik je Augmentin, ciprofloxacine of cotrimoxazol
  • S. aureus = flucloxacilline
  • E. coli = ciproflaxine
  • appendicitis = cefuroxim + metronidazol (metronidazol voor buikinfecties)
  • pseudomonas aeruginosa: ciproflaxine
  • tbc / geïnfecteerde gewrichtsprothese
65
Q

Wat zijn kenmerken van een uveitis op basis van sarcoïdose?

A
  • panuveitis (of uveitis anterior)
  • granulomateuze uveitis
    NIER transilluminatie van iris, dit is geassocieerd met Fuch’s heterochrome uveitis t.g.v. rubella? uveitis anterior
66
Q

Wat zijn behandelopties voor de volgende ziektebeelden:
- CVID
- SCID
- XLA

A
  • CVID: antibiotica profylaxe, laagdrempelige behandeling van infecties, immuunglobuline substitutie
  • SCID: stamceltherapie
  • XLA: immuunglobuline substitutie
67
Q

Welke ziektebeelden staan in DD bij iemand met CVID met gewichtsverlies?

A
  • ontwikkeling non-Hodgkin lymfoom
  • Giardia Lamblia infectie
  • maagcarcinoom
68
Q

Wat zijn uitingen van CVID?

A
  • verhoogd risico luchtweginfecties
  • auto-immuun hemolytische anemie
  • hematologische maligniteit (lymfoom)
    GEEN verhoogd risico op huidinfecties
69
Q
A