traumatologie Flashcards

1
Q

wat zijn kenmerken van spierletsels/spierpijn

A

Na bijzondere inspanning
1 à 2 dagen later
Stram/stijf gevoel
Diffuse pijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

EHBO spierletsels/spierpijn

A

Lichte massage van pijnlijke spier
Warmte: zalf (Algipan), kersenpitkussen, …

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wat zijn kenmerken van spierkramp

A

Plotse onwillekeurige samentrekking van spiervezels
Krampachtige pijn
Vaak thv kuit/dijspieren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

EHBO spierkramp

A

Inspanning staken -> rust
Voorzichtig oefenen: rekken/ontspannen van spier
Spiermassage

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

andere naam ijsbeentje

A

Myositis ossificans

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

waar zit het ijsbeentje meestal

A

thv femur (voetballers)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

hoe ontstaat een ijsbeentje

A

Spierkneuzing
1. hematoom + ontstekingsproces
2. verharding/verkalking (echo, RX)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

symptomen ijsbeentje

A

Pijn, harde zwelling, beperkte bewegingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

EHBO ijsbeentje

A

rust
ijs
voorzichtige bewegingsoefeningen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

latijn verstuiking

A

distorsio

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

kenmerken verstuiking

A

Uitgerokken gewrichtsbanden
Normale gewrichtsstand maar instabiliteit
Pijn, zwelling, verkleuring

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

EHBO verstuiking

A

Afkoelen met ijs of koelzakje
Immobilisatie
Nazorg: steunverband

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

latijn ontwrichting

A

luxatio

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

kenmerken ontwrichting

A

Gescheurde gewrichtsbanden
Vormverandering van gewricht
Pijn, zwelling, verkleuring

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

EHBO ontwrichting

A

Afkoelen met ijs of koelzakje
Immobilisatie
Repositie -> 112!
Nazorg: steunverband

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

andere namen breuk

A

fractuur
botscheur

17
Q

soorten breuken

A

gedeeltelijke (barst) of volledig
gesloten (geen huidwonde)
open (huidwonde -> infectiegevaar)

18
Q

wat zijn risico’s van een breuk

A

hock
Flauwte
Vetembolie

19
Q

wat is een vetembool

A

geel beenmerg kan een stukje vet loslaten dat door de bloedbaan zich voortbeweegt

20
Q

wat zijn herkenningstekens van een breuk

A

Pijn, zwelling, verkleuring
Verkorting = moeilijk vaststelbaar
Splinterfractuur  zichtbare botsplinters in wonde

21
Q

wat mag je niet uittesten bij een breuk

A

Abnormale stand of beweeglijkheid
Beendergeknars bij beweging

22
Q

EHBO breuk

A

Afkoelen met ijs of koelzakje
Immobilisatie
112 verwittigen
- stelp bloeding
- denk aan shock
- dek open breuk af (infectie voorkomen)

23
Q

wat zijn kenmerken van een wervelletsel

A

Pijn thv nek/rug/bekken -> verlammingsverschijnselen
Hoofd
Hevige hoofdpijn
Bewustzijnsstoornissen: verward, geheugenverlies
Misselijkheid, braken

24
Q

wat zijn kenmerken van een schedelbasisfractuur

A

Lek van bloed/helder vocht > neus/oor/mond
Brilhematoom

25
Q

EHBO wervelletsel

A

niet verplaatsen
BAC-controle
112

26
Q

wat als wervelletselslachtoffer bij bewustzijn is

A

slachtoffer kalmeren en overtuigen om niet te bewegen
hoofd/nek immobiliseren

27
Q

wat als wervelletselslachtoffer buiten bewustzijn is

A

ademhaling: rugligging, hoofdkanteling + kinlift
geen ademhaling: reanimeren

28
Q

waarvoor dient een drukverband

A

bloedingen stelpen
wonde steriel afdekken
Snelverband = noodverband
eenmalig gebruik

29
Q

wat is de functie van een doekverband

A

Snelle wondafdekking: noodverband
Als ondersteuning -> draagdoek = mitella

30
Q

naam zwachtel met elastisch materiaal

A

crêpe-zwachtel

31
Q

wat is de functie van een spiraalverband

A

wondafdekking

32
Q

wat is de bedoeling van een scharnierverband

A

Bedekt gewrichten zonder beweeglijkheid in te perken

33
Q

waarvoor dient een kruisverband

A

steun bieden (verstuikte enkel of pols)

34
Q

wat is het gevaar van een te strak verband

A

verminderde doorbloeding

35
Q

wat zijn de sympomen van een te strak verband (ter hoogte van de acra)

A

Verkleuring
Tintelingen
Verminderde beweeglijkheid
Verergeren van pijn

36
Q

wat als verband te strak is

A

opnieuw aanleggen