hygiëne 2 Flashcards

1
Q

waaruit bestaat het team voor ziekenghuishygiëne

A

Arts-ziekenhuishygiënist verpleegkundige-ziekenhuishygiënist

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat zijn taken van de dienst ziekenhuishygiëne

A

preventiemaatregelen
hygiëne opvolgen
registratie ziekenhuisinfecties
informatiedoorstroom HGR
regionale/nationale samenwerkingsinitiatieven
jaarlijks beleidsplan + activiteitenverslag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

waaruit bestaat het comité ziekenhuishygiëne

A

directeur, hoofdgeneesheer, hoofd verpleegkunde, apotheker, microbioloog, artsen, verpleegkundigen, team

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat zijn de taken van het comité ziekenhuishygiêne

A

Supervisie team ziekenhuishygiëne
Coördinatie:
Sterilisatietechnieken
Antibioticabeleid
Richtlijnen linnen/voeding/afval
Reglementen operatie/verloskwartier

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wat is de ideale vochtigheidsgraad en wat gebeurt er als deze te hoog of laag is

A

Ideaal: 50 à 60%
Te droog: extra stofontwikkeling
Te vochtig: verhoogde microbiële groei

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

hoe zorgt het ziekenhuis voor verluchting

A

Airconditioning met luchtfiltratie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat is de belangrijkste overdrachtsweg voor kruisinfecties

A

handen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

ander woord huidflora

A

huidmicrobioom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

wat is een typisch voorbeeld van huidflora

A

Staphylococcus aureus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wat zijn de soorten Staphylococcus aureus

A

tijdelijke = transiënte
blijvende = residente

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

waar zit de tijdelijke Staphylococcus aureus en eigenschap

A

Epidermis
Meestal oorzaak van infecties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

waar zit de residente staphylococcus aureus

A

dermis (talgklieren, haarfollikels)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

wat zijn de twee soorten contact en wat is het risico?

A

Zuiver contact = laagrisico vb bloeddrukcontrole

Vuil contact = hoogrisico vb bloed, stoelgang

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

wat doet handen wassen (en hoe lang)

A

Doel = vuil verwijderen en transiënte flora beperken
40 à 60 sec

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

wat is het doel van hygiënische handontsmetting en hoe lang

A

Doel = doden van transiënte flora
20 à 30 sec

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

wat zijn enkele voorschriften voor personen die in de zorg werken ivb met hygiene

A

Nagels: kortgeknipt, proper, geen nagellak, geen kunstnagels
Geen juwelen
Korte mouwen
Haren: opsteken of samenbinden

17
Q

wat zijn beschermingsmiddelen

A

handschoenen
mondneusmasker
beschermschorten
gelaatsbescherming

18
Q

wat is het doel van isolatiemaatregelen

A

besmetting tussen patiënten, personeel en omgeving voorkomen

19
Q

wat zijn soorten isolatiemaatregelen

A

protectieve isolatie
bronisolatie

20
Q

wat is protectieve isolatie

A

vatbare personen afschermen
(Prematuren
Lage leucocytose
Behandeling met immunosuppressiva )

21
Q

wat is bronisolatie

A

besmette bron afschermen

22
Q

wat zijn maatregelen bij bronisolatie

A

Individuele kamer en aangepaste bezoekregeling
Patiëntenvervoer: beperken tot hoogst noodzakelijke
Handhygiëne
Mondmasker en/of oogbescherming vb hoestende pt
Overschort
Apart circuit voor afval en linnen

23
Q

wat is het verschil tussen isolatie en quarantaine

A

bij bronisolatie is er een ziek persoon/iemand die symptomen vertoond

quarantaine: nog niet ziek/geen symptomen
vermoeden van dragerschap
bv high risk contact

23
Q

waarvoor staat CSA

A

Centrale Sterilisatie Afdeling

24
Q

wat zijn de 3 soorten zones

A

vuil - rein - steriel -> strikt gescheiden

25
Q

wat is kritisch materiaal en wat moet hiermee gedaan worden

A

hoog infectierisico:
Chirurgische instrumenten, naalden, implantaten

Sterilisatie noodzakelijk

26
Q

wat is semi-kritisch materiaal en wat moet hiermee gedaan worden

A

Endoscopen, beademings/anesthesiemateriaal

Ontsmetting noodzakelijk

27
Q

wat is ,iet-kritisch materiaal en wat moet hiermee gedaan worden

A

beperkt infectierisico:
Stethoscoop, bedtoebehoren, meubilair

Intacte huid biedt bescherming -> reinigen/ontsmetten

28
Q

wat is reinigen

A

Verwijderen van zichtbaar of onzichtbaar vuil
Nat of droog
Machinaal of manueel
In ruimten: meeste kiemen thv vloer

29
Q

wat is ontsmetting

A

desinfectie: Irreversibele inactivering van micro-organismen

30
Q

waarmee worden oppervlaktes ontsmet

A

desinfectantia
- thermisch (heet water of stoom)
- chemisch

31
Q

wat wordt er gebruikt om levend weefsel te ontsmetten

A

antiseptica

32
Q

wat is sterilisatie

A

Micro-organismen doden
Voor instrumenten die barrière van huid/slijmvliezen doorbreken

autoclaaf: stoomsterilisatie

33
Q

hoe wordt sterilisatie gecontroleerd

A

Fysische parameters vb temperatuur

Sterilisatie-indicatoren vb kleurverandering afplaktape