medische urgenties Flashcards

1
Q

wat is type 1 diabetes

A

pancreas kan geen insuline aanmaken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat is type 2 diabetes

A

insulinereceptor heet resistentieprobleem

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wat is diabetes

A

suikerziekte
bloedsuikerspiegel is niet onder controle

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

hoe wordt bleodsuikerspiegel gecontroleerd

A

vingerprik
glucosesensor

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wat is behandeling voor type 1 diabetes

A

insuline

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat is behandeling voor type 2 diabetes

A

leeftsijladvies
insuline

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

hoe heet te hoge glucosespiegel

A

hyperglycemie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

hoe heet te lage glucosespiegel

A

hypoglycemie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

wat zijn de kenmerken van hypoglycemie

A

snel verloop
wisselend humeur
hoofdpijn
bleekheid
zweten
honger
beven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

way zijn oorzaken hypoglycemie

A

Zware inspanningen
Onvoldoende gegeten
OF diabetes: te hoge dosis insuline

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wat is EHBO voor hypoglycemie

A

Eerst snelle suikers vb frisdrank, druivensuiker
Daarna trage suikers vb bruine boterham

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

gevaar hypoglycemie en hyperglycemie

A

bewusteloosheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

kenmerken hyperglycemie

A

traag verloop
moeheid
droge tong
dorst
vaak plassen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

wat zijn oorzaken hyperglycemie

A

Teveel gegeten (vb kerstdagen, feest)
Te weinig beweging
OF diabetes: te lage dosis insuline, zonder diagnose

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

EHBO voor hyperglycemie

A

Laten bewegen
Na glycemiebepaling  patiënt insuline laten inspuiten
Doorverwijzing naar arts

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

wat is CO

A

giftig gas = geur/kleur/smaakloos

17
Q

wat is het verschil tussen CO en aardgas

A

aardgas heeft een geur

18
Q

wat zijn situaties voor CO vergifteging

A

Badkamer met gasgeiser
Geblokkeerde ventilatie
Slecht trekkende schoorsteen/kachel

19
Q

symptomen CO intoxicatie

A

hoofdpijn
misselijkheid
kortademigheid
in elkaar zakken
duizeligheid
bewusteloosheid
vaak meerdere slachtoffers in 1 ruimte

20
Q

EHBO co intoxicatie

A

voorzichtig ruimte betreden
zorg voor zuurstof (raam/deur openen)
evacueer slachtoffers
kijk voor verwondingen
112 verwittigen

21
Q

bij co intoxicatie wat is houding voor slachtoffer bij bewustzijn

A

halfzittend

22
Q

bij co intoxicatie wat is houding voor bewusteloos slachtoffer

A

stabiele zijligging (ademhaling)
reanimatie (geen ademhaling)

23
Q

wanneer spreken we haven hypothermie

A

lichaamstemp onder 35C

24
Q

kenmerken hypothremie

A

koud, beven, klappertanden, bleek
stijve/gevoelloze spieren
suf -> bewustzijnsverlies

25
Q

EHBO hypothermie

A

BAC controle
natte kledij uitdoen
inwikkelen in deken (ook hoofd)
warme gesuikerde drank
reanimatie (indien nodig)

26
Q

wanneer begint hyperthermie

A

lichaamstemp boven 37C

27
Q

wat is koorts

A

Verhoging van inwendige thermostaat door thalamus
pyrogenen veroorzaken ontstekingsreactie

28
Q

wat is hyperthermie

A

exogene oververhitting door onvoldoende afkoeling

aka hitteslag

29
Q

kenmerken hypertermie

A

Zweten
Hoofdpijn
Misselijkheid
Verwarring -> suf -> bewustzijnsverlies

Rood gezicht = zonneslag (intense zon op onbedekt hoofd)

30
Q

EHBO hypertermie

A

BAC controle
koele frisse ruimte
halfzittende houding
active koeling: natte handoek op hoofd en plooien
water vernevelen

bewustzijnsverlies = reanimatie

31
Q

wanneer moet je de goude kleur van de isothermdeken vanbuiten hebben

A

onderkoeling (hoofd mee inpakken)

32
Q

wanneer zilver vanbuiten

A

oververhitting