Trauma en bewustzijnsstoornissen Flashcards

1
Q

Wat is het bewustzijn?

A

Een staat waarin prikkels waargenomen en verwerkt worden en waar vervolgens een adequate respons op volgt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke 2 elementen heeft het bewustzijn?

A
  • niveau (wakker - coma)
    Hoe snel komen prikkels aan in cortex
  • inhoud = afh van waarneming, emotie, motoriek en taal
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Met wat kun je de verschillende slaapstadia herkennen? (onderzoek)

A

polysomnografie (PSG) = ECG + EEG + registreren oogbewegingen + spieractiviteit + ademhaling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Leg de slaap stadia uit?

A
  • stadium 1 en 2; lichte slaap
  • stadium 3; diepe slaap
  • stadium 4; REM-slaap
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is belangrijk voor goede slaap (geconsolideerde slaap)? (2)

A
  • dat de stadia niet te veel in elkaar overlopen
  • dat iemand niet steeds wakker wordt
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welke 3 structuren zijn er belangrijk voor een normaal bewustzijn?

A
  1. hersenstam (reticulaire formatie)
  2. thalami
  3. cortex
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoe staan de 3 structuren die verantwoordelijk zijn voor bewustzijn met elkaar in contact?

A

cortico-corticale verbindingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Vanuit wat genereert de hersenstam een signaal?

A

ascending reticular arousal system (RAS)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

wat is de functie van de thalami?

A

Een schakelstation –> geeft info door aan de cortex

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is de functie van het bewustzijn?

A

genereert een impuls die tot motorische of verbale response leidt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat zijn 4 oorzaken van bewustzijnsstoornissen in de hersenstam?

A
  1. bloeding
  2. infarct
  3. maligniteit
  4. inklemming/herniatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat zijn 2 oorzaken van bewustzijnsstoornissen in de thalami?

A
  1. sinustrombose
  2. bilateraal thalamus infarct
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat zijn 8 oorzaken van bewustzijnsstoornissen in de cortex?

A
  1. metabole stoornis
  2. intoxicatie/medicatie
  3. hypoxie
  4. epileptisch insult
  5. diffuse traumatische schade
  6. meningitis/cerebritis
  7. post anoxische encephalopathie
  8. subduraal/ epiduraal empyeem
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Welk gebied regelt het ontstaan van slaap?

A

de ventrolaterale preoptische nucleus (VLPO) in de hypothalamus <– gestuurd door de biologische klok

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Is een gedaald bewustzijn altijd pathologisch?

A

nee, denk bijvoorbeeld aan slaap; < activiteit in het corticale netwerk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is een delier?
Door wat ontstaat dit?

A

een toestand waarin de pt gedesoriënteerd is in plaats van tijd, snel afgeleid en niet in staat om aandacht snel te wisselen

  • een overactiviteit van dopamine
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wanneer kunnen structurele letsels bewustzijnsdaling veroorzaken? (1)

A
  • als ze dubbelzijdig voorkomen <– zoals bij een laesie van de gehele cerebrale cortex
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Hoe kan een bloeding in 1 hemisfeer of in het cerebellum dan toch zorgen voor een bewustzijnsdaling?

A

Als er oedeem of zwelling ontstaat, kan er inklemming ontstaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Wat is het niet-responsief waaksyndroom?

A

type bewustzijnsdaling waarbij de hersenstam relatief gespaard is <– bv na een hartstilstand.
- Pt opent de ogen en er ontstaat een dag-nacht ritme
- ogen knipperen en bewegen spontaan
Dit zijn echter automatismen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Wat is een minimally concious state?

A

Als er naast automatismen met de ogen, ook ja/nee kan worden geknipperd of er in de hand geknepen kan worden
<– hersenstam is hier ook relatief gespaard

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Wat is het locked-in syndroom?

A
  • laesie in het voorste deel van de pons <– meestal door basilaris trombose
  • vrijwel alle communicatiemogelijkheden zijn afwezig; ventrale piramidebaan aangedaan, n. abducens en n. facialis

kernen van de reticulaire formatie liggen dorsaal –> normaal, cortex ook –> verticale oogbewegingen mogelijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Wat is coma?

A

de pt opent de ogen niet, voert geen opdrachten uit en zegt niets <– kreunen en lokaliseren pijnprikkels vaak wel mogelijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Wat zijn 7 oorzaken van coma?

A
  1. focale structurele stamlaesie
  2. focale structurele hemisfeer laesie+herniatie
  3. metabole stoornissen
  4. multifocale/diffuse structurele hemisfeerlaesie
  5. intox
  6. epilepsie
  7. psychiatrisch
24
Q

Wanneer is iemand hersendood?
En hoe zijn diens pupillen dan?

A
  • als er geen activiteit meer in de hersenen is, hart doet het wel nog even
  • beademing is nodig, want daar is de hersenstam voor nodig
  • middelwijde, lichtstijve pupillen
25
Q

Wat zijn rhonchi?
Bij wat hoor je dit? (2)

A

trillen van de grotere luchtwegen door vernauwde luchtwegen of obstructie

26
Q

Wat zijn crepitaties?

Bij wat hoor je dit? (3)

A

het borrelen van slijm in de grotere luchtwegen en openspringen van de kleinere luchtwegen

Bij pneumonie, interstitiële longaandoeningen en decompensatio cordis L

27
Q

Bij wat hoor je een stridor?

A

bij obstructie van de hogere luchtwegen

28
Q

Bij wat hoor je pleurawrijven?

A
  • ontstoken pleurabladen (pleuritis)
29
Q

Bij hoeveel bloedverlies daalt het bewustzijn?

A

> 40%, >50% = bewusteloosheid

30
Q

Wat is de E van de Glasgow Coma Score?

A

Eyes openen: max punten is 4
4. spontaan
3. op aanspreken
2. op pijnprikkel
1. niet

31
Q

Wat is de M van de Glasgow Coma Score?

A

Movement; max score is 6
6. voert 2 opdrachten uit
5. lokaliseert
4. buigt
3. buigt pathologisch
2. strekt
1. geen reactie

32
Q

Wat is de V bij de Glasgow coma Score?

A

Verbal; max score 5
5. georiënteerd
4. verward
3. enkele woorden
2. geluiden, geen woorden
1. geen geluid
t. tube

33
Q

Wanneer moeten patiënten geïntubeerd worden?

A

Bij een EMV < 8

34
Q

Waar is de ABCDE meet je de glucose?

A

Bij de D

35
Q

Wat is tachypneu? en door wat? (2)

A

snelle, regelmatige ademhaling (30/minuut) <– vaak door sepsis of longoedeem

36
Q

Wat is een kussmaul-ademhaling? en door wat? (1)

A

diep <– metabole acidose

37
Q

Wat is een cheyne-stokes-ademhaling? en door wat? (2)

A

Ademhaling die ritmisch dieper en weer oppervlakkiger wordt met korte apneus van 1 min

bij diffuse hemisfeer aandoening en decompensatio cordis

38
Q

Wat is een atactische ademhaling? en door wat?

A

ademhaling is irregulair qua diepte en frequentie
- door laag hersenstam letsel

39
Q

Bij welk beeld passen racoon eyes/brilhematoom, battle sign (hematoom op mastoid) en hematotympanym (bloed achter trommelvlies?

A

traumatisch hersenletsel

40
Q

Bij welk beeld passen spider naevi?

A

leverproblematiek

41
Q

Bij welk beeld passen petechiën?

A

meningitis

42
Q

Wat zijn de 5 stappen van neurologisch onderzoek?

A
  1. inspectie
  2. controleren meningeale prikkel
  3. testen hersenstam reflexen
  4. focale uitvalsverschijnselen
  5. fundoscopie
43
Q

Waar kunnen laterale spiertrekkingen op wijzen?

A

focale epilepsie

44
Q

Naar wat kijk je als je de meningeale prikkel controleert? (4)

A
  • nekstijfheid (hoofd naar voren buigen bij liggen)
  • teken brudzinski 1 (als pt spontaan de knieën optrekt bij kin passief naar de borst brengen)
  • teken brudzinski 2 (spontane flexie van de heup en knie als het andere been gestrekt geheven wordt)
  • teken Kernig (1 been gestekt geheven, als pt klaagt over hoofdpijn of buigt knie)
45
Q

Welke reflexen vallen er onder de hersenstam?

A
  • pupilreflexen
  • oogbewegingen
  • corneareflexen
46
Q

Naar wat kijk je bij de pupilreflexen?

A

PEARLL
pupils equal and round and responsive to light

47
Q

Wat als de pupillen niet PEARLL zijn?

A

wijst op een verhoogde hersendruk, waarschijnlijk door hersenletsel

48
Q

wat is een divergente oogstand?

A

dit hebben pt met < bewustzijn vaak. hierbij zijn de ogen in hetzelfde horizontale vlak, maar 1 oog is naar het oor gericht
+ horizontale dwalende oogbewegingen

49
Q

Wat als er een divergente oogstand is zonder horizontale dwalende oogbewegingen?

A

Dan moet je deze proberen uit te lokken door hoofd pt heen en weer te draaien –> = oculovestibulaire reflex

blijven ze weg? = poppenkopffenomeen

50
Q

Wat als de hersenstamreflexen normaal zijn?

A

bewustzijnsdaling wordt waarschijnlijk veroorzaakt door een metabole of diffuus aangrijpende aandoening waarbij de gehele cerebrale cortex wordt getroffen

51
Q

Wat valt er onder focale verschijnselen?

A

spiertonus, motorische reacties op pijnprikkels en reflexen

52
Q

Waar wijzen hypertone reflexen op? en hypotone reflexen?

A

centraal probleem
- perifeer probleem

53
Q

Waarnaar kijk je bij een fundoscopie?

A
  • papiloedeem (oedeem van blinde vlek) <– door veel dingen
  • periretinale bloedingen
54
Q

Wanneer ontstaan er periretinale bloedingen?

A

alleen bij subarachnoïdale bloedingen

55
Q

In welke 2 groepen kan bewustzijnsverlies verdeeld worden?

A
  • metabole stoornissen of andere diffuse oorzaken
  • focale laesies met ofwel inklemming of schade van de rostrale hersenstam