intoxicaties - bewustzijnsstoornissen Flashcards

1
Q

Wat is een intoxicatie?

A

een toestand waarin een middel schade toebrengt aan een levend organisme, leidend tot morbiditeit of mortaliteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Waar hangt de ernst vanaf bij een intoxicatie? (2)

A
  • dosis
  • eigenschappen middel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Waar worden acute intoxicaties vaak door veroorzaakt? (2)

A

genotsmiddelen of tentamen suïcide

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn accidentele intoxicaties?

A

bij geneesmiddel interacties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zijn intoxicaties met opzet? (2)

A

moord/aanslag
Münchhausen by proxi

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welk protocol is naast ABCDE van belang bij geïntoxiceerde pt?

A

treat the patient, not the poison –> symptomen behandelen is belangrijker dan uitzoeken welke stof de intoxicatie heeft veroorzaakt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is een toxidroom?

A

alle symptomen die wijzen op een bepaalde werking van een toxisch middel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Bij welk toxidroom worden symptomen verhult?

A

mengintoxicatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welke middelen horen er bij een sympaticomimetisch toxidroom? (5)

A

XTC, cocaïne, amfetamines (speed), cafeïne of 2CB/4-FMP

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Welk toxidroom past er bij de volgende symptomen?

fight/flight reactie; hartslag en AF omhoog, meer zweetproductie en een hogere lichaamstemperatuur. Versterkte reflexen, pupillen zijn vergroot en er is sprake van agitatie, wanen en paranoia

A

sympaticomimetisch toxidroom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welke middelen kunnen een cholinergisch toxidroom veroorzaken? (4)

A

insecticiden, paddo’s zenuwgas of fysostigmine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Welk toxidroom past er bij de volgende klachten?

hartslag, temp en AF normaal, bloeddruk is verlaagd en er kunnen geleidingsstoornissen zijn. Miosis (< pupil), diarree, braken, buikkrampen, > zweetproductie, speekselvloed, traanproductie, urine-incontinentie en agitatie, rusteloosheid, angst, psychose, delier, convulsies, spiertrekkingen, spierzwakte en zelfs coma

A

cholinergisch toxidroom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Welke middelen passen er bij een anticholinerg toxidroom? (6)

A

antihistaminica, anti-parkinson, antidepressiva, atropine, spierverslappers of scopolamine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Welk toxidroom past er bij de volgende klachten?

hartslag, bloeddruk en temperatuur zijn verhoogd en er kunnen hartritmestoornissen ontstaan. AF normaal, net als de zweetproductie. De pupillen zijn vergroot en reageren niet op licht. < peristaltiek, urineretentie, droge huid/slijmvliezen en soms delier+convulsies

A

anticholinerg toxidroom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Welke middelen veroorzaken een opioid toxidroom? (3)

A

opiaten, heroïne of methadon

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Van welk toxidroom is hier sprake?

hartslag, ventilatie, bloeddruk en temperatuur zijn verlaagd. Miosis, < peristaltiek en < bewustzijn

A

opioid toxidroom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Welke middelen kunnen een sedatief/hypnotisch syndroom veroorzaken? (3)

A

GHB, alcohol, benzodiazepinen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Welk toxidroom past bij de volgende symptomen?

hartslag, ventilatie, bloeddruk en temp zijn verlaagd. normale pupillen. Verder < peristaltiek, < reflexen, ataxie en < bewustzijn

A

sedatief/hypnotisch toxidroom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Welke middelen kunnen een serotinerg toxidroom veroorzaken? (3)

A
  • 2CB-4FMP of XTC i.c.m. MAO-remmers
  • SSRI’s
    Amfetaminen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Welk toxidroom past bij de volgende symptomen?

hartslag en AF versnellen, zweetproductie en temp gaan omhoog, meer reflexen, verstijfde spieren (kaakklem), diarree, vergrote pupillen en sprake van verwardheid

A

serotinerg toxidroom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Wat is de primary survey?

A

ABCDE + veiligheid pt

22
Q

Wat is de secondary survey?

A

achterhalen welk middel de intoxicatie heeft veroorzaakt, wanneer de blootstelling was, welke medicijnen iemand gebruikt en eventuele comorbiditeiten

23
Q

Wanneer kan een drugsscreening fout-positief zijn?

A
  • bij drugsgebruik in de afgelopen dagen
  • bij kruisreactiviteit
24
Q

Wat is de behandeling bij intoxicatie?

A
  • ingrijpen op de kinetiek (ADME) of dynamiek (antagoneren middel)
25
Q

Waarom doe je geen maagspoelen bij intoxicatie?

A
  • beperkte winst
  • risico op aspiratie
  • laryngospasmen
  • maag- oesofagusperforatie
26
Q

Wat doet een lipidenemulsie bij intoxicatie?

A

helpt bij intoxicaties van lipide geneesmiddelen (verapamil) - het in plasma opgeloste agens verdeeld zich in de lipidenemulsie

27
Q

Wat is een andere manier waarom je een geneesmiddel kan verwijderen uit het lichaam?

A

dialyse <– afhankelijk van grootte, eiwitbinding en hydrofiliciteit van het medicijn

28
Q

Wat doet een antidotum?

A

neutraliseert et medicijn

29
Q

Wanneer is een antidotum gecontra-indiceerd?

A

bij bepaalde mengintoxicaties, wegens optreden van insulten

30
Q

Wat doe je bij tekenen van een verlaagde ademarbeid- of effect?

A

arteriële bloedgasanalyse met lactaat en elektrolyten verrichten

31
Q

Bij welk geneesmiddel is er minder ventilatie doordat kracht van de ademhalingsspieren is verminderd? (2)

A
  • botuline
  • geobstrueerde luchtweg
32
Q

Wat gebeurt er bij het inhaleren van toxische gassen?

A

verdikking van de alveolocapillaire membraan –> minder diffusie

33
Q

Welke invloed kan een intoxicatie hebben op het transport van zuurstof?

A

bijvoorbeeld het zuurstofbindend vermogen is verlaagd van hemoglobine <– CO intoxicaties

34
Q

Waarom bepaal je ook de methemoglobine en carboxyhemoglobine bij een intoxicatie?

A

sommige intoxicaties beïnvloeden het transport van zuurtstof door minder bindend vermogen van hemoglobine <– de saturatie meter geeft een goede saturatie aan, maar dit is in werkelijkheid niet zo

35
Q

Welke 3 onderdelen van de ademhaling worden beïnvloed door een intoxicatie?

A
  • ventilatie
  • diffusie
  • transport
36
Q

Wanneer komt CO vrij? (2)

A

bij onvolledige verbranding van organische stoffen en bij afbraak hemoglobine

37
Q

wat is carboxyhemoglobine?

A

dat ontstaat wanneer CO aan hemoglobine bindt

38
Q

Welke symptomen ontstaan bij een CO intox? (11)

A
  • hoofdpijn
  • duizelig
  • zwakte
  • misselijkheid
  • concentratieproblemen/verwardheid
  • kortademigheid
  • visuele klachten
  • POB
  • bewustzijnsverlies
  • abdominale klachten
  • spierkrampen

restverschijnselen blijven gemiddeld 20 dagen - jrn

39
Q

Wat doe je als intubatie niet mogelijk is door gezwollen slijmvliezen?

A

adrenaline vernevelen tot het wel mogelijk is

40
Q

Bij welke middelen kan je afwachtend beleid doen qua intubatie door een korte werkingsduur?

A

GHB

41
Q

Welk antidotum geef je bij een opioid toxidroom met hypoventilatie?

A

naloxon (werkt 1-4 uur)

42
Q

Waarom geef je geen naloxon bij een mengintoxicatie?

A

er kan een onttrekkingssyndroom ontstaan

43
Q

Welk antidotum geef je bij ademhalingsproblemen na gebruik benzodiazepinenen?

A

flumazenil

44
Q

in welke 3 situaties is flumazenil gecontraindiceerd?

A

bij een mengintoxicatie met stimulerende middelen, epilepsie in VG of afhankelijkheid benzodiazepinen (risico insulten)

45
Q

Wat is bradycardie? en wat is het onderliggende mechanisme bij intoxicaties?

A

<50 slagen/min

  • sympaticolytische effecten door blokkade van alfa- en betaR, het remmen van de AV geleiding en indirecte parasympaticomimetische effecten door het agoneren van acetylcholine- of muscarine R
46
Q

wat geef je om een pt weer rustig te krijgen in de volgende situaties:
- cocaine
- verwardheid met hallucinaties
- agressie
- GHB

A
  • benzodiazepinen
  • haloperidol
  • promethazine
  • GHB
47
Q

Wat is de behandeling van een alcohol intox? (3)

A

thiamine, vitamine C en foliumzuur

48
Q

Welke middelen geven een verbreding van het QRS complex?

A
  • TCA’s,
  • AD
  • klasse 1a,1c, 2,4 anti-artimica
  • cocaine
  • carbamazepine

herhaal ECG na 30-60 min

49
Q

Welk deel van het hart is gevoeliger voor natriumkanaalblokkers?

en wat zijn 4 specifieke afwijkingen die er kunnen worden gevonden op het ECG?

A

rechter geleidingssysteem van LV

  • QRS >100 ms
  • een R hartas
  • mogelijk brugada patroon of R bundeltakblok
  • R top >3 mm in AvR afleiding
50
Q

Wanneer is de QT tijd verlengd?

A

> 470 ms

51
Q

Welke middelen verlengen de QT tijd?

A
  • anti-aritmica
  • chloorpromazine
  • erythromycine
52
Q

Wie hebben er meer kans op torsades de pointes? (4)

A
  • vrouwen met intoxicatie > QT tijd
  • elektrolytstoornissen, hypothermie, primaire cardiale of neurologische oorzaak
  • congenitaal verlengd QT
  • digoxine + bradycardie