tractusanamnese Flashcards

1
Q

Algemeen

A

Hoe voelt de patiënt zich, afgezien van de klachten.

Vermagering, eetlust, moeheid, slapen, koorts?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

psychosociaal

A
relaties (partner en evt. kinderen, ouders)
beroep (evt. opleiding)
dagelijkse bezigheden
de woonsituatie
zorgen van de patiënt
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

familie anamnese

A

Ouders, broers en zussen, kinderen. Eventueel doodsoorzaak ouders en familieleden; leeftijd overlijden.
HVZ, DM, astma, verwante klachten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

VG

A

Ziekenhuisopnamen en operaties; bijzondere ziekten, recent verblijf in de tropen (waar, wanneer,
vaccinaties,ziek geweest). In verband met eventueel dragerschap MRSA: recent opgenomen geweest in
ziekenhuis buitenland. Contact met levende varkens (werkzaam of woonachtig op een dergelijk bedrijf)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

circulatorius

A

Hartkloppingen, kortademigheid bij inspanning, ‘s nachts kortademig, kan men plat liggend slapen,
opgezette enkels, hoe vaak ‘s nachts urineren. Pijn of beklemd gevoel op de borst. Pijn in de kuiten bij
lopen. Is de bloeddruk wel eens gemeten? Zo ja, was die te hoog?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

respiratorius

A

Hoesten, opgeven van sputum (aard en kleur), dyspnoe, piepende ademhaling, pijn bij de ademhaling.
Heeft patiënt een longaandoening zoals asthma/bronchitis/COPD?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

digestivus

A

Slikklachten, zuurbranden, maagpijn, misselijkheid, braken, voedselintoleranties, vol gevoel, buikpijn.
Defaecatie: frequentie, veranderingen in defaecatiepatroon, vorm en consistentie, bloed- en
slijmbijmenging.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

urologicus

A

Pijn bij mictie (strangurie), frequentie (dikwijls: pollakisurie), hoeveelheid (veel: polyurie; weinig, minder dan
500 ml/24h: oligurie; geen urine productie: anurie).
Kleur van de urine, bloedbijmenging, incontinentie.
Prostatismeklachten (kracht van de straal, nadruppelen). Vaak UWI in VG

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

genitalis

A

Bij vrouwen: menstruatie, duur, hoeveelheid bloedverlies, etc. menarche (soms) menopauze, laatste
menstruatie. Tussentijds bloedverlies, contactbloedingen. Zwangerschappen, miskramen, geslachtsziekte.
Seksuele problemen.
Bij mannen: erectiestoornissen, geslachtsziekte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

CZS

A

Hoofdpijn, duizeligheid, visusklachten, gehoor, toevallen, krachtsverlies, gevoelsstoornissen,stoornissen in
decoördinatie. Evenwichtsstoornissen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

tox

A

Geneesmiddelen, pilgebruik, pijnstillers.
Alcohol: omschrijving hoeveelheid,soort en hoe lang dit gebruikt wordt
Nicotine: hoeveel en hoe lang
Drugs, andere stimulerende middelen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

endocrien

A

Diabetes mellitus: dorst, veel drinken, veel urineren, hongergevoel, vermagering, jeuk bij genitalia,
steenpuisten.
Schildklierfunctie: onrust en gejaagdheid of traagheid, warmte of koude gevoel, tremoren, uitpuiling van de
ogen, keelklachten, transpireren. (vermagering of gewichtstoename, hartkloppingen, diarree, obstipatie zijn
in het voorgaande al gevraagd)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

locomotorius

A

Gewrichtsklachten: pijn,zwelling, bewegingsbeperking; wervelkolom,rugpijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

allergie

A

medicatie en contrast

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly