Nier Flashcards
nefrotisch syndroom
> 3,5g/dag, verlaagd serumalbumine (< 30 g/l), en vaak verhoogd cholesterol
Nefritisch syndroom
Ziektebeeld veroorzaakt door meestal acuut ontstane ontstekingsprocessen in de glomeruli; kenmerkend zijn de acute vermindering van de GFR, erytrocyturie, en vaak aanwezige proteïnurie en hypertensie
Chronische glomerulonefritis
Glomerulonefritis die niet overgaat
ALTIJD progressief
proteïnurie neemt af na GFR<20ml/min
IgA nefropathie of Syndroom van Alport
Klinische presentatie IgA nefropathie
Mesangiaal proliferatief soms extracapillair proliferatief IgA deposities 1 á 2 d na LWI Oplopende hypertensie Complement normaal IgA 50% aantoonbaar
meest voorkomende asymptomatische hemato/proteïnurie
IgA nefropathie
micro/macroproteïnurie
Een albumine-uitscheiding van 30- 300mg/dag noemt men microalbuminurie en >300mg/dag (macro)albuminurie. Bij het verlies van grotere hoeveelheden albumine bepaalt men meestal het “totaal eiwit” in de urine en spreekt men van “proteïnurie”.
Klinische presentatie Syndroom van Alport
Bladerdeeg aspect GBM op EM X gebonden, afwijkend collageen type 4 ook autosomaal dominante en recessieve vormen Proteïnurie, hematurie, afnemende nierfunctie Soms ook perceptiedoofheid Anemie Groeiachterstand Hoge BP Lenticonus anterior
Behandeling Syndroom van Alport
Symptomatisch, ACE-r
Bij progressie transplantatie nodig
Behandeling IgA nefropathie
Symptomatisch, hypertensiebehandeling
Zelden immunosuppresie
progressief in 20-50% –> niertransplantatie, maar wordt vaak even goed aangedaan door IgA –> cirkel
Meest voorkomende nefrotische syndromen
Beschadiging filter MCN (minimal change nefropathy) Focale (segmentale) glomerulosclerose Membraneuze glomerulopathie Secundair: Diabetes, Amyloïdose ZELDEN IgA nefropathie
Meest voorkomende nefritische syndromen
PROLIFERATIEVE aandoeningen Acute postinfectieuze glomerulonefritis Snel progressieve extracapillaire glomerulonefritis SLE Hemolytisch uremisch syndroom
Prerenaal
- extracellulaire volumedepletie (braken, diarree, renaal zoutverlies, bloeding)
- intravasculaire voumedepletie (ascites, peritonitis, crush injury, sepsis)
- verminderd hartminuutvolume (hartfalen)
- autoregulatiestoornis (medicamenteus als RAAS-remmers, NSAID’s)
Nierarteriestenose. nierarterietrombose, niervenetrombose
Renaal
vasculair
- vasculitis (M. Wegener, microscopische polyarteriitis, polyarteriitis nodosa)
- trombose/embolie
- glomerulonefritis
- endocapillair (postinfectieus als poststreptococcenglomerulonefritis)
- extracapillair (anti-GBM-glomerulonefritis)
- mesangiocapillair (cryoglobulinemie)
- microangiopathie (=mengbeeld vasculair/glomerulair) (HUS, sclerodermie, malgine
hypertensie)
tubulo-interstitieel
- interstitiële nefritis (allergisch, infectieus, sarcoidosis, M. Sjögren)
- tubulusnecrose
- ischemisch (shock)
- toxisch (aminoglycosiden, rhabdomyolyse)
Postrenaal
- ureterobstructie (nierstenen, papilnecrose, retroperitoneale fibrose)
- blaasobstructie (prostaathypertrofie, neurogene blaas)
- urethra (urethrakleppen, urethrastrictuur)