Tractus urogenitalis Flashcards

1
Q

Soorten urineweginfectie

A

Hoge UWI: pyelonefritis
Lage UWI:
- cystitis
- urethritis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Waarom hebben vrouwen vaker een UWI dan mannen

A

kortere urethra

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Incidentie cystitis

A

70 op 1000 per jaar.
Piekincidentie tussen 15-24
Toename prevalentie boven 60

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Oorzaken residuvorming bij UWI

A

obstructie
- prostaathypertrofie
neurogene blaasfunctiestoornis
te lage mictiefrequentie
onvolledige blaaslediging
zwangerschap

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Oorzaken UWI

A

residuvorming
postmenopauzale atrofie tractus utogenitalis
blaas/nierstenen
verblijfskatheters
verminderde weerstand
- DM
- bestraling
- immunosupressiva
genetische factoren
anatomische afwijkingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Uropathogenen

A

enterobacterien:
- gram negatieve staaf
- hecht aan blaascel met pili en fimbriae

e coli
enterokokken
klabsiellasoorten
proteussoorten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoe raken de urinewegen geinfecteerd

A

omhoogstijgen infectie
hematogene verspreiding vanuit elders in het lichaam

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Symptomen cystitis

A

dysurie
pollakisurie
toegenomen mictiefrequentie
hematurie
pijn in rug of onderbuik

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wanneer lichamelijk onderzoek bij cystitis?

A

Bij tekenen van weefselinvasie:
- flankpijn
- retentieblaas
- peritoneale prikkelinig
- dehydratie
- shock
Bij recidiverende vrouwen
Mannen
Kinderen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wanneer aanvullend onderzoek bij cystitis

A

mannen
zwangere vrouwen
tekenen van weefselinfectie (man/vrouw)
cystitis is meest waarschijnlijke diagnose
ouderen met klinische symptomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Aanvullend onderzoek cystitis

A

dipstick
- leukocyte esterase test
- nitriettest
- erytest
nat preparaat (microscoop)
geautomatiseerd sediment
- celtelling
- bacterietelling
gramkleuring bij slecht kweekbare zeldame bacterien
kweek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Indicaties bacteriekweek bij cystitis

A

gecompliceerde UWI
2 empirische ABs hebben niet gewerkt
UWI onder profylaxe door
kinderen onder 12

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Behandeling ongecompliceerde cystitis

A

afwachtend beleid (self-limiting)
als het niet nodig is, dan geen AB

empirische AB
- nitrofurantoine!
- trimetroprim
- fosfomycine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Behandeling gecompliceerde UWI

A

empirische therapie
- ciprofloxaline (7 dag)
- augmentin (10 dagen)
- cotrimoxazol (7 dag)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wanneer profylaxe bij UWI

A
  • 3+ ongecompliceerde UWI’s in een jaar
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Profylaxe bij UWI

A

6-12 maanden:
- AB
- antibiotica
- cranberrytabletten/drank
- vitamine C
- antioxidanten

17
Q

Urosepsis def

A

Niet of slecht behandelde UWI waarbij de verwekker in het bloed is beland en systemische klachten geeft.

18
Q

Mortaliteit urosepsis

A

20-40%

19
Q

Empirische behandeling urosepsis

A

augmentin + 1x gentamicine IV
OF
tweede generatie cefalosporine IV + 1x gentamicine IV
OF
derde generatie cefalosporine IV

20
Q

Hoe lang antibiotica bij urosepsis

A

10-14 dagen

21
Q

welke patientgroep heeft het hoogste risico op urolithiasis (nierstenen)

A

mannen in westerse landen

22
Q

incidentie urolithiasis

A

tussen 30 en 50 jaar

23
Q

risicofactoren urolithiasis

A

weinig drinken
teveel dierlijke eiwitten in dieet
teveel voedingsmiddelen die oxalaat bevatten
- thee
- cola
teveel zout
infecties
- urineweg
- darmen
erfelijke aanleg ontwikkelen nierstenen
eerdere niersteen

24
Q

symptomen urolithiasis

A

hematurie
pijn
vaak plassen

steen in de nier
- flankpijn

steen in de urether
- koliekpijn

25
Q

wanneer doet een niersteen het meest pijn

A

als deze zich verplaatst

26
Q

geeft een niersteen altijd klachten

A

nee
als de steen klein genoeg is kan deze asymptomatisch passeren

27
Q

van welk materiaal is een niersteen vaak gemaakt

A

calciumsteen (80%)

28
Q

diagnose urolithiasis

A

vaak klinisch

echo of CT bij
- onzekerheid OF
- nier verbeteren klachten

29
Q

behandeling urolithiasis

A

75% gaat vanzelf over

25% heeft medische ingreep nodig
- vergruizing

30
Q

symptomen cholelithiasis

A

koliekpijn
- rechterbovenbuik
- mogelijk uitstraling re schouderblad
- door intermitterende afsluiting galblaas
misselijkheid
braken
bewegingsdrang

31
Q

risicofactoren cholelithiasis

A

FFFFF:
- forty
- female
- fat
- fertile
- fair (blond/roodharig)

32
Q

de meeste galstenen bestaan uit

A

neergeslagen cholesterol
dieet speelt hierom een grote rol

33
Q

prevalentie cholelithiasis

A

man: 0,7 op 1000
vrouw: 2 op 1000

34
Q

lichamelijk onderzoek cholelithiasis

A

positief teken van murphy
galblaas soms palpabel

35
Q

overige lichamelijke bevindingen cholelithiasis

A

steatorroe (witte, vettige ontlasting)
donkere urine
icterus
jeuk

36
Q

grootste complicatie cholelithiasis en kenmerken daarvan

A

cholecystitis
- koorts
- lokale peritoneale prikkeling

37
Q

complicatie cholelithiasis als steen in ductus choledochus zit

A

biliaire pancreatitis

38
Q

diagnose galstenen

A

echo
MRI
meten geconjugeerd bilirubine

39
Q
A