toxocologie: basisbegrippen Flashcards
toxicologie (uitgebreid)
= studie interactie potentieel schadelijke stoffen (chemisch, fysische & biologische oorsprong) op levende organisme,
inclusief preventie & behandeling veroorzaakte schadelijke effecten
doelstellingen
- risico blootstelling xenobiotica beperken, zowel voor gezondheid & milieu
- grenswaarden vastleggen correlerend met dosissen of conc die redelijkerwijze geen schadelijke effecten teweeg brengen
voorbeeld organisch vs systemische toxiciteit
S: HCN
O: Pb (opstapeling CNS, nier, bloed)
factoren die toxicteit bepalen
- toxine
- blootstelling
- frequentie
- tijdsduur
- dosis
- geïntoxiceerde
toxicon
stof die neveneffecten geeft eens geabsorbeerd
toxine
eiwit geproduceerd door planten, dieren, m.o. dat schadelijk is voor andere organismen
gif
stof dat bij absorptie in lage hvh serieuze toxische effecten veroorzaakt
blootstelling
= contact dat gelegenheid geeft giftige dosis te krijgen
- afhankelijk van:
> wijze toediening
> fysiochemische eigenschappen toxicon
> matrix
> aggregatietoestand vergif
> metabolisatie gif
frequentie
acuut (<24u 1x)
sub-chronisch (30-90 dagen)
chrinisch (>90 dagen)
tijdsduur
onmiddelijk vs latente toxiciteit
tijdelijk vs permanente
cumulatieve toxiciteit: progessieve beschadiging door opeenvolgende contacten
soorten dosis
- toegediende, geabsorbeerde, totale & gefractioneerde dosis
de geïntoxiceerde
- leeftijd
- geslacht (vrouwen meer vet, minder GFR, trager GI, lager BW
- individuele gevoeligheid
- genetische verschillen
- raciale verschillen
- zwangerschap
- verschillen lichaamssamenstelling
dosis-respons curve
= percentage van populatie die bepaald effect vertonen bij variërende dosis
- sigmoïdale vorm
- threshold dose = dosis waarboven toxische effecten worden waargenomen
- helling= kracht toxicon
ED50
= dosis waarbij helt maximale respons verkregen
= dosis 50% een respons
TD50
= dosis nodig om 50% toxisch effect te verkrijgen