D van ADME Flashcards

1
Q

distributie

A

= verdeling farmacon naar verschillende weefsels via bloedbaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

tekening verdeling & uitwisseling farmacon plasma & weefsel

A

p37

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

water in lichaam schema

A

TBW = 60% lichaamsgewicht
- ECF 1/3 (20%)
> interstitial fluid 3/4
> plasma 1/4 (5%)
> transcellulair fluid
- ICF 2/3

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

water in lichaam beïnvloedende factoren

A
  • leeftijd
  • geslacht
  • waterinname/verlies
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

compartimentmodellen + tekening

A
  • een-compartimentmodel
    > lichaam 1 kinetisch homogene eenheid
    > plasmaconc directe spiegeling conc andere lichaamsgebieden
  • twee-compartimentmodel
    > centraal: goed doorbloede organen (nier, hart, brain, long)
    > perifeer: farmacon met vertraging toe
    p39
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Vd

A

= verdelingsvolume= fictieve volume hvh farmacon verdeeld om overal conc te verkrijgen = plasmaconc
Vd = hvh GM / Cplasma

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

beïnvloedende factoren farmacon

A
  • moleculair gewicht
  • oplosbaarheid (logP)
  • ioniseerbaarheid & pH
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

besluit

A
  • lipofiel absorbeert beter
  • niet geïoniseerde fractie beschikbaar absorptie
  • zwakke zuren beter in maag
  • zwakke base beter in darm
  • resorptie versneld door ion trapping & bloedcirculatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

eiwitbinding in plasma + tekening

A
  • albumine (zwakke zuren)
  • alpha 1-zuurglycoproteine (zwakke basen)
  • Cp = totale plasmaconc
  • fu = vrije fractie
  • fb = gebonden fractie
  • Ka = affiniteit farmacon plasma-eiwitten
    p43
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

weefselbinding

A
  • PCB (polychloorbifenyl)
    > ophoping vet
  • gentamycine
    > toxisch nieren & gehoororgaan
  • tetracycline
    > complexen calcium in gebit en botten
  • ketoconazol
    > schimmeldodende (nagels)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

specifiek barrieres

A
  • BBB (blood brain barrier)
    > endotheel
    > basale membraan
    > astrocyten omliggend CZS
    > passieve & carriergemedieerde transport
  • placenta
  • moedermelk
    > zuurder dan plasma
    > lipofiele GMA !!
    > meer eiwit > eiwitgebonden GM
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly