labotesten Flashcards

1
Q

screening

A
  • weinig-specifiek, snel
  • aanvulling anamnese
  • STAT-testen
    > minimale staalvoorbereiding
    > bevestigd door gevalideerde techniek
    > SPOT (kleur), TLC (sp. sproeireagentia), immunologische testen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

SPOT tabel (reagens, positief, mogelijke drugs)

A

marquis
> paars/oranje-bruin
> heroine, morfine, opium, (met)amfetamines
dillie-koppanyi
> paars-blauw
> barbiturates
duquenois-levine
> paars
> marijuana
van urk
> blauw-paars
> LSD
scott test
> blauw
> cocaine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

confirmatie

A
  • kwantificatie
  • diverse matrices
  • HPLC, GC, MS, UV
  • bloed (uren), urine (dagen), haar (maanden)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

algemene parameters

A
  • natrium
    > hypo > XTC/MDMA
  • kalium
    > hypo > theophylline
    >hyper > digoxine, fluoride
  • calcium
    > hypo > ethyleenglycol
  • fosfaat
    > hypo > paracetamol
  • creatinine
    > hyper > ehtyleenglycol
  • glucose
    > hypo > insuline
    > hyper > aceton
  • lever (AST, ALT)
    > hepatotoxiciteit > paracetamol
  • pO2
    > hypoxie > CO-vergiftiging
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

osmogap

A

= plasma-osmolariteit
- vriespuntdaling
- conc 3 osmotisch actieve bestandsdelen (Na, glucose, ureum)
» groter dan 275-300 mOsm/kg H2O > alcoholen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

anion-gap

A

verschil anionen & kationen
9-12 mmol/L
- verhoogd = hoge maat andere negatief geladen deeltje

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

nomogram

A

grafische voorstelling ernst intoxicatie ifv tijd & dosis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

toxidromen

A

= verzameling symptomen voor groep producten
> anticholinerg
> cholinerg
> opioid
> sympathomimetisch
> sedatief/hypnotisch

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly