Topic 3 Flashcards
3 fases in prenatale ontwikkeling
- germinale fase; week 0-2
- embryonale fase; week 3-8
- foetale fase; week 9-40
germinale fase
eicel raakt bevrucht -> mytose. bij 8 cellen differentieren. door dermatose meer en zygote beweegt via eileider naar baarmoeder -> ontstaan blastocyte dus begin innestelen
mytose
celdeling
zygote
klompje babycellen
dermatose
hierdoor komen er meer cellen bij de zygote
blastocyte
holte in de celmassa die leidt tot innestelen in de baarmoeder.
embryonale fase
als innesteling is gebeurd noemen we het embryo
- week 3: ontwikkeling hart
- week 5: ruggenmerg, hersenen en ogen
- week 7: armen en benen
- week 8: vingers en organen ontwikkeld
embryonale scheiding na innesteling
het blastocyte bestaat uit 3 lagen
- endoderm; wordt spijsverteringsstelsel en ademhalingsstelsel
- mesoderm; wordt spier- en skeletsysteem
- ectoderm; wordt huid en zenuwstelsel
vorming van organen
embryonale fase
bloedsomloop vormt zich in de 3e week -> eerste hartslag. Baby sluit zich aan op bloedstroom moeder dmv navelstreng.
neureulatie
proces in week 3. deel ectoderm vouwt inzichzelf en vormt neurale buis, later CNS
plaat -> groeve -> buis
bovenste deel wordt hersenen, onderste ruggenmerg
3 belangrijkste principes prenatale ontwikkeling
- proximodistale volgorde: van binnen naar buiten
- celofaudale volgorde: van boven naar beneden
- van massa naar specifiek
foetale fase
lange/langzame verfijningsperiode waarin lichaamsstructuren ontstaan. ontwikkeling hersenen in deze fase (week 9-40)
- toename omvang
- vorming hersenplooien
ontwikkeling neuronale netwerken in foetale fase van de ontwikkeling
- neureulatie: vorming neurale buis
- neuronale proliferatie: snelle vorming van neuronen
- neurale migratie: beweging van neuronen naar het einddoel in de hersenen.
ontwikkeling gehoor foetus
- binnenoorstructuren vormen rond week 16
- week 22-24; slakkenhuis, trommelvlies, gehoorbeentjes en andere cruciale oorstructuren gevormd
- ze horen hartslag, eten, ademen etc.
teratogenen
schadelijke stoffen die de placenta passeren en zo de foetus beïnvloeden. meest schadelijk tijdens embryonale fase (want vorming organen), tijdens 2e en 3e trimester invloed op hersenen
voorbeelden teratogenen
- softenon
- roken
- alcohol
softenon
medicijn uit jaren 50, zorgde voor missende/misvormde ledematen bij kinderen
roken
nicotine vernauwt bloedvaten dus minder voedingsstoffen en zuurstof voor het kind. verhoogd ook kans op miskraam en latere problemen zoals astma, gedrags- en cognitieve problemen.
maar moeilijk te onderzoeken door andere factoren die meespelen bij of iemand rookt of niet.
alcohol
lever van de foetus kan alcohol niet afbreken, negatief effect op neuronale ontwikkeling
- foetaal alcohol spectrum stoornis
- fas -> gezichtsafwijking, groeiachterstand, beschadigde hersenen, microcefalie in functioneren.
hersenatrofie
krimpen van prefrontale cortex en hippocampus.
-> minder bij fittere ouderen (fitheid zorgt voor groter hersenvolume)
ontwikkeling gehoor baby’s
- 4 maanden zwangerschap: foetus kan tonen onderscheiden
- pasgeborene: gevoeliger hogere tonen
- < 1 week: baby kan moederstem herkennen
- 1 maand: baby heeft aandacht voor spraak gericht op baby
- 5 maanden: gevoeligheid voor lettergepen eigen taal
- 6-8 maanden: uitfilteren geluiden die niet tot de moedertaal behoren
ontwikkeling gehoor op oudere leeftijd
- Buitenoor: invallen oorkanaal en impactie (harder oorsmeer)
- middenoor: meer kans op ontstekingen
- Binnenoor: afname haarcellen in slakkenhuis en/of ganglioncellen
presbyacucis = ouderdomsslechtheid, achteruitgang gehoorfuncties als gevolg ouder worden.
gevolgen achteruitgang gehoor ouderdom
- problemen met taalbegrip
- tinnitus
- hypergevoeligheid voor luide geluiden
- weinig beperkingen dagelijkse activiteiten, maar wel bij vrijetijdsbesteding -> psychologische impact meer depressie en angst
optimalisatie van gehoor
- optimalisatie sociale omgeving en ruimtelijke omgeving
- compensatie; gehoorapperaat -> consistent gebruik en kennis over hoe (anders frustratie door hoge verwachtingen)
ontwikkeling reuk en smaak baby’s
- in placenta al smaak en geur
- pasgeborenen hebben voorkeur geur van moedermelk en eigen vruchtwater, werkt geruststellend
- pasgeborenen hebben voorkeur voor zoet en gvoelig voor andere basissmaken
ontwikkeling geur en smaak adolescenten
- smaak verandert langzaam na meer blootstelling en experimenten
- smaak beïnvloedt door cognitie zoals verwachtingen of textuur
- hormonale verschillen
ontwikkeling geur en smaak ouderen
- afname gevoeligheid smaak door vermindering speeksel
- grote individuele verschillen
- afname reuk begint al in volwassenheid
- onaangename geuren detecteren vermindert niet, maar aangename wel
consequentie van afname = negatieve gevolgen voor kwaliteit leven door verminderd plezier in eten en lichamelijk welzijn.
aanraking en pijn ontwikkeling in baby’s
- huid op huid aanraking beïnvloedt hersenontwikkeling, omdat baby’s rustiger worden en band verbeterd
- baby’s voelen pijn (vroeger werd gedacht is reflex)
ontwikkeling zicht bij baby’s - licht
ontwikkelt zich als laatst
- foetus reageert op fel licht
- bij geboorte slecht zicht, op 30 cm scherp
- pasgeborene hebben voorkeur voor hoog contrast en patronen, maar lage visuele accomodatie
- 3 maanden: kleurzicht (bij geboorte receptoren niet volgroeid)
- rond 1 jaar: zelfde zicht als volwassenen
ontwikkeling zicht bij baby’s - vormen
- voor 3 maanden: vooral focus op omtrek objecten
- met 3 maanden: vormperceptie op basis van beweging
ontwikkeling zicht bij baby’s - gezichtsperceptie
- vanaf 2/3 maanden; betekenisvolle perceptie gezicht
- 2 maanden; voorkeur pratende gezichten
- 8 maanden; fear bias = hypersensitief angstige gezichten
- 9 maanden; minder gevoelig verschillen in gezichten mensen andere etnische afkomst
ontwikkeling zicht bij baby’s - dieptezicht
- 1 maand: ogen knipperen als reactie op enge objecten
- 4 maanden: consistentie in grootte van objecten
visual cliff paradigm - 2-4 maanden: hartslag verandert op diepe kant
- 6-7 maanden: angstig reageren bij diepe kant (dieptezicht volledig ontwikkeld)
social referencing: kijken naar de emoties en reacties van anderen in nieuwe situaties om gevaar te herkennen
ontwikkeling van zicht bij ouderen
- cornea/hoornvlies: zweling, afname celdichtheid
- verhoogde intracellulaire druk
- ooglens: verkleuring, zwelling, verminderde elasticiteit
- retina/netvlies; afname kegeltjes en staafjes
prebyopie = ouderdomsverziendheid
consequenties van zicht problemen bij odueren
leeftijdsgerelateerde afname in
- dynamisch zicht
- minder contrastgevoeligheid
- gezichtsveld wordt smaller
oudere volwassenen hebben
- langere herstelduur verblindende gebeurtenissen
- langzamere aanpassing aan donker
- moeilijkheden in weinig verlichte omgevingen
optimalisatie en compensatie verminderd zicht ouderen
optimalisatie
- donkere plekken beter verlichten
- grotere lettergrootte
- contrast verhogen
compensatie
- bril of vergrootglas en training gebruikameken hiervan
motorische ontwikkeling baby’s
- 1 jaar: baby loopt
- grote individuele verschillen, snel zegt niks over latere ontwikkeling
- motorische ontwikkeling ondersteunt cognitieve
motorische ontwikkeling ouderen
balanssysteem neemt af door (en implicaties)
- mindering spierkracht en biochemische processen
- verminderde elasticiteit van de wervelkolom en het articulatiesysteem
- stijfheid, contracturen, kleinere staplengte
- grotere stapbreedte
- voorovergebogen lopen
- langzaam en onzekerder lopen