toest h4 Flashcards
1
Q
le coeur
A
het hart
2
Q
mort
A
dood
2
Q
le morceau
A
het stuk
2
Q
fais gaffe
A
kijk uit
2
Q
et puis
A
en vervolgens
3
Q
affreux
A
afschuwelijk
4
Q
l’erreur
A
de fout
5
Q
se disputer
A
ruzie maken
6
Q
la forme
A
de vorm
7
Q
surtout
A
vooral
8
Q
inexplicable
A
niet uit te leggen
9
Q
toi-meme
A
jijzelf
10
Q
c’est clair
A
dat is duidelijk
11
Q
avoir raison
A
gelijk hebben
12
Q
passer un message
A
een boodschap doorgeven
13
Q
si
A
als, indien
14
Q
la voix
A
de stem
15
Q
a la prochaine
A
tot de volgende keer
16
Q
le reve
A
de droom
17
Q
l’autre
A
de ander
18
Q
l’attraction
A
de aantrekkingskracht
19
Q
le sentiment
A
het gevoel
20
Q
le chagrin d’amour
A
het liefdesverdriet
21
Q
faire la connaissance
A
kennismaken met
22
transformer
veranderen
23
en tete-a-tete
onder vier ogen
24
la couverture
het omslag
25
composer
samenstellen
26
exagerer
overdrijven
27
coller
plakken
28
le pretexte
het voorwendsel
29
ranger
opruimen
30
le conseil
het advies
31
l'astuce
de tip
32
surprendre
verassen
33
prudent
voorzichtig
34
le secret
het geheim
35
consister a
bestaan uit
36
le rideau
het gordijn
37
le destinataire
de ontvanger
38
de preference
bij voorkeur
39
declarer son amour
zijn liefde verklaren
40
le coup de foudre
de liefde op het eerste gezicht
41
rompre
het uitmaken
42
draguer
versieren
43
le chagrin
het verdriet
44
steil
raide
45
kastanjebruin
châtain
46
staan
être debout
47
terwijl
tandis que
48
het oor
l'oreille
49
plotseling
soudain
50
de koptelefoon / oordopjes
les écouteurs
51
zich herinneren
se souvenir de
52
zitten
être assis
53
uitwisselen
échanger
54
bezig zijn met
etre en train de
55
verlegen
timide
56
rood (haarkleur)
roux
57
verliefd worden
tomber amoureux, amoureuse
58
de persoonlijke gegevens
les coordonnées
59
durven
oser
60
genoeg zijn
suffire
61
glimlachen
sourire
62
groeten
saluer
63
zich omdraaien
se retourner
64
dichterbij komen
s'approcher
65
zoenen
s'embrasser
66
gaan staan
se mettre debout
67
gaan zitten
s'asseoir