regarder Flashcards
la foret
het bos
ramener
brengen
bouffer
opvreten
supplier
smeken
le caillou
de steen
le caprice
de beveiliging
j’y vais
ik ga erheen
les poils
de haren
utile
handig / nuttig
ca suffit
het is genoeg
gouter
proeven
la souris
de muis
le renard
de vos
la grenouille
de kikker
l’ecureuil
de eekhoorn
l’oiseau
de vogel
le lapin
het konijn
le lion
de leeuw
le serpent
de slang
arreter
arresteren
voyager
reizen
avoir le droit
het recht hebben
le sans-abri
de dakloze
le voyageur
de reiziger
donner sa chance
de kans geven
etre presse
gehaast zijn
selectionner
selecteren
le malfaiteur
de boef
le pickpocket
de zakkenroller
s’installer
gaan staan/zitten
le banlieusard
de forens
decu
teleurgesteld
celebre
beroemd/bekend
se rendre a
gaan naar
la plainte
de klacht
manquer d’experience
gebrek aan ervaring hebben
attraper
pakken
juste
eerlijk
l’arret de bus
de bushalte
le ticket de metro
het metrokaartje
le quai
het perron
changer a
overstappen op
la gare
het (trein)station
le billet de train / d’avion
het treinkaartje / vliegticket
la station de metro
het metrostation
la correspondance
de aansluiting
de muts
le bonnet
de zonnebril
les lunettes de soleil
herkend (herkennen)
reconnu (reconnaître)
lang … zijn
mesurer
de kleren
les vêtements
de sportschoenen
les chaussures de sport
het lawaai
le bruit
het opsporingsbericht
l’avis de recherche
de afdruk
l’empreinte
inbreken
cambrioler
zich kleden
s’habiller
rennen
courir
slank
mince
de bewoner
l’habitant
natuurlijk
bien sûr
het geld
l’argent
dankzij
grâce à
de verdachte
le suspect
van gemiddelde
être de taille