Thermodynamica Leerdoelen (excl. berekeningen) Flashcards
spontaniteit
- gaat vanzelf door in welbepaalde richting (zonder invloed vanuit omgeving). bijvoorbeeld een object niet in evenwicht gaat vanzelf in evenwicht
- Een spontaan proces doet de entropie van het universum toenemen
- Processen die spontaan in een richting verlopen zijn per definitie onomkeerbaar
omkeerbaar
Het hele proces kan in omgekeerde richting worden uitgevoerd zonder verandering van binnen en buiten
onomkeerbaar
Spontaan proces dat niet in evenwichtstoestand begint maar daar wel in eindigt
Cv
- warmtecapaciteit met een constante volume
- extensieve toestandsvariabele
- Cp > Cv
Cp
- warmtecapaciteit met een constante druk
- extensieve toestandsvariabele
- Cp > Cv
Isentroop
Constante entropie
Isotroop
In alle richtingen dezelfde eigenschap hebben
isobaar
Constante druk
isotherm
Constante temperatuur
Conductie
Uitwisseling van kinetische energie via botsingen
Convectie
Moleculen in een gas of vloeistof transporteren hun kinetische energie ergens naartoe door middel van stroming
Straling
via het uitzenden en absorberen van elektromagnetische golven
faseovergang
- gaat gepaard met energie
- constante druk en temperatuur tijdens faseovergang
Ideale gaswet
- De combinatie van gaswetten in één enkele ideale gaswet
- aannamen: volume van atomen verwaarloosbaar en geen aantrekking/afstoting tussen atomen op afstand
Polytrope uitdrukking
p, T of V veranderen over de tijd en blijven dus niet constant
Principe van Le Chatelier
Verschuiving van het reactievergelijking evenwicht onder invloed van een verstoring (zoals stoffen toevoegen/verwijderen, concentratie of druk)
standaardcondities
een stel omstandigheden die als eindig aftelpunt voor veranderingen in de thermodynamische grootheden gekozen zijn
Primaire structuur
volgorde van aminozuren
Secundaire structuur
draaiing van de primaire structuur (alfa-helix of bèta-sheet)
Tertiaire structuur
globale vorm van een eiwit
Quartaire structuur
globale vorm van meerdere polypeptiden die samen een eiwit vormen
Hydrofiel
goed oplosbaar in water (met H-bruggen: NH, CO)
hydrofoob
slecht oplosbaar in water (vetten)
thermisch effect
- De afbraak/transport/opname kost energie
- De energie die het kost om deze voedingstoffen te verteren
efficiëntie van verbranding
- Los van de kosten van vertering, wordt ook niet alle energie uit het voedsel gehaald, sommige verlaat je lichaam weer zonder verteerd te zijn (vooral een aantal koolhydraten)
- Vezels kunnen ook de opname van andere voedingstoffen beïnvloeden
– Oplosbare vezels (bijv. uit bonen en amandel) binden zich aan eiwitten en vetten in de maag, welke zij meeslepen door het spijsverteringssysteem
Exotherm/exergonisch
- een reactie waarbij energie vrijkomt
- G < 0
Endotherm/endergonisch
- een reactie waarbij energie nodig is om de reactie te laten verlopen
- G > 0
ATP –> ADP
- Hydrolyse reactie (chemisch afbreken van een molecuul door de reactie met water)
- Dus niet door het breken van fosfaat verbindingen
Hydrofoob effect
De neiging van hydrofobe/apolaire moleculen om samen te komen en ‘druppels’ te vormen, waarbij watermoleculen worden uitgesloten
adiabatisch niet constant
V en T zijn niet constant
Entropie
warmte-energie die niet in arbeid omgezet kan worden