HC 3.3 Water en elektrolyt opname

Question 1

Vloeistoftransport

Answer 1

• Vindt plaats in epitheel speekselklier, maag, darm, pancreas en galwegen
• Osmose
• Gekoppeld aan transport zouten
• Tight junctions hebben een hoge waterpermeabiliteit
• Enterocyt hebben een andere functie tijdens de levensloop
  o Villi: absorptie water gekoppeld aan opname nutriënten
  o Crypt: absorptie nutriënten en secretie zout

Question 2

Bescherming epitheel tegen bacteriën

Answer 2

• Paneth (anti-microbiële peptiden) en goblet cellen (vorming mucuslaag)
• Enterocyten
  o Uitscheiding zouten
  o Bicarbonaatsecretie van belang voor vorming mucuslaag
  o Osmotisch watertransport: spoelfunctie, verspreiding anti-
  microbiële peptiden

Question 3

Spieren darmen

Answer 3

• Plexus entericus
• Submucosale plexus (meisner): tussen mucosa en binnenste (circulaire) spierlaag
• Myenterische plexus (Auerbach): innervatie tussen beide darm spierlagen

Question 4

Cystic fibrosis

Answer 4

• Verliesmutatie in CFTR gen
• Verminderde chloride & bicarbonaat secretie
• Geen afgifte bicarbonaat en spijsverteringsenzymen in duodenum –> geen neutralisatie maagzuur –>enzymen niet optimaal door lage pH (bicarbonaat verhoogt namelijk pH) –> verstoorde vet en eiwit afbraak –> malabsorptie nutriënten –>bacteriële overgroei door de niet opgenomen nutriënten
• Luminale dehydratie, obstructie distale dunne darm

Question 5

Water secretie (CFTR)

Answer 5

• Regulering door cellen van het immuunsysteem via neurale en/of paracriene route
  1. Chloride gaat met behulp van natrium en kalium in de crypten
  2. Natrium en kalium stromen terug via de kanalen
  3. Activering van cyclisch AMP
  4. Fosforylering door eiwitkinase
  5. CFTR pompt chloride in lumen
  6. Er ontstaat een gradiënt verschil tussen de lumen en crypt
  7. Natrium gaat via tight junctions van de crypt naar de lumen
• Mensen zonder een CFTR gen krijgen cystic fibrosis
• Gevolgen:
  o Verminderde chloride en bicarbonaat secretie
  o Luminale dehydratie, obstructie distale dunne darm

Question 6

Colon absorptie

Answer 6

• Absorptie: natrium, korte keten vetzuren (SCFA) en water
• Alleen crypten en gobletcellen aanwezig
• Opname natirum: ENac kanaal –> gestimuleerd door aldesteron (gemaakt in de bijnier) –>regulatie aldosteron afgifte door bloedvolume
• Opname SCFA: productie microflora –> leveren energie voor de epitheel cellen

Question 7

Verstoorde regulatie ion transport

Answer 7

• Cystic fibrosis
• Osmotisch diarree
  o Mutaties SGLT1 + lactase deficiëntie  osmotisch watertransport naar darmlumen  osmotische diarree
• Prikkelbare darmsyndroom
  o IBS-C: Luminale dehydratie, constipatie
  o IBS-D: Verhoogde fecale uitscheiding zouten, water; diarree
• Inflammatoire darmziekten
  o Ontstekingsmediatoren beïnvloeden expressie en activiteit ion transporters
  o Verhoogde permeabiliteit van epitheel
• Bacteriën en virale toxines
  o Pseudo-hormonale werking
  o Veroorzaken infectieuze, secretoire diarree