THEORIE: ME LITERATUUR (OOK PPT) Flashcards

1
Q

driehoek v Petersen

A

zie PPT

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
1
Q

driehoek standen in ME?

A
  • GOD
  • koning
  • adel + clerus
  • burgerij
  • boeren + gewone volk
  • slaven
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

feodale standenmaatschappij:

A

elk gezag steunt op persoonlijke rechtsbetrekking tussen ‘heer’ + ‘onderdaan’ waarbij vertrouwen belangrijk is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

rol God in Me?

A

theocentrisme:
God staat centraal (opperste leenheer)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

rol dood in ME?

A

Men moet God gehoorzamen => in hemel => eeuwig leven
(want leven in ME is zwaar)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

auteur literatuur in ME

A
  • meestal anoniem
  • geen individu -> gemeenschapskunst, want God - centraal x mens
  • altijd in opdracht
  • Middelne
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Epiek in ME?

A
  • orale literatuur -> door troubadours
  • versvorm => beter onthouden
  • onderverdeling:
    1. ridderepiek (KR + AR)
    2. religieuze epiek (godsdienstige boodschap)
    3. dierenepiek (traditie v fabels, dier als dekmantel v kritiek)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is een troubadour?

A

iemand die v dorp -> dorp gaat om verhalen te vertellen voor geld

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is een initiaal?

A

beginletter die rijkelijk versierd wordt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoe ontstonden Arthurromans?

A

uit primitieve orale epische gezangen -> belangrijke gebeurtenissen in leven houden -> heldenliederen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wie is de grondlegger van de Arthurromans?

A

Chrétien de Troyes

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

typische ophouw AR?

A

cirkelstructuur:
1. ordo
2. manque
3. queeste
4. ordo

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

AR:

A
  • eigenlijk legeraanvoerder
  • hof v Koning Arthur: ridders v/d ronde tafel
  • echt bestaan?
  • hoofse ridders
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

ontstaan KR?

A

uit primitieve, orale, epische gezangen: herinnering aan belangrijke gebeurtenissen in leven houden -> heldenliederen over KDG

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wie was Karel de Grote?

A
  • 8e-9e eeuw
  • religieuze overtuiging ->verdediger + verspreider v christendom -> houdt rijk bijeen
  • na dood: Verdrag v Verdun -> rijk over 3 zoons verdeelt (KDK, LDD, L1)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Heldenliederen KDK?

A

weinig overgeleverd

16
Q

Wat is het verhaal meestal in de Karelromans?

A

Karel en verhouding tot leenmannen -> trouw !!!

17
Q

Proloog? = + doel?

A

= soort v trailer
* informeren
* overtuigen
* reclame maken
=> verhaal moet herkenbaar, voorspelbaar, betrouwbaar zijn <=== TOPOI

18
Q

Wat zijn topoi?

A

= bepaalde terugkerende elementen (soort v stijlfiguren) die voorkomen in proloog (niet altijd allemaal)

19
Q

Geef de 4 topoi

A
  1. auctoritas: bron v verhaal (=> betrouwbaarheid)
  2. causa scribendi: wrm verhaal geschreven
    3.** invocatio: hulp inroepen v God/ engelen om verhaal te vertellen
    4.
    inspanning**: hoeveel moeite (hij gedaan heeft het verhaal te schrijven)