thema 9 Flashcards

1
Q

de reactiesnelheid kan beïnvloed worden door

A
  • temperatuur
  • verdelingsgraad
  • katalysator
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

hoe beïnvloed de temperatuur de reactiesnelheid?

A

hoe hoger de temperatuur, hoe sneller de reactiesnelheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

hoe beïnvloed de verdelingsgraad de reactiesnelheid?

A

hoe groter de verdelingsgraad, hoe sneller de reactie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

hoe beïnvloed de aanwezigheid van een katalysator de reactiesnelheid?

A

een katalysator kan de reactie versnellen of vertragen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

op wat is het botsingsmodel gebaseerd?

A

3 voorwaarden waaraan de reagentia moeten voldoen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

3 voorwaarden waaraan de reagentia moeten voldoen

A
  • botsen
  • voldoende kinetische energie
  • gepaste oriëntatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat gebeurt er als het botsingsmodel voldoet aan de 3 voorwaarden?

A

reagentia zullen reageren: we spreken van effectieve botsing

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wat gebeurt er als de moleculen ondanks de botsing toch niet reageren?

A

men spreekt dan van een niet-effectieve botsing

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

symbool activeringsenergie

A

Ea

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

activeringsenergie

A

hoeveelheid dat ze moeten opnemen vooraleer de chemische reactie start, heeft altijd positieve waarde

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

geactiveerd complex

A

onstabiele tussentoestand van atomen waarin zowel bindingen aanwezig in reagentia, als bindingen aanwezig in reactieproducten, voorkomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

wat is kenmerkend aan een geactiveerd complex?

A

deze reactieweg is energetisch gunstiger

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

waarom ontstaan geactiveerd complex en activeringenergie nog naast energie op te nemen voor het complex?

A

ook voor de juiste oriëntatie van de moleculen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

kenmerken effectieve botsing

A
  • 2 moleculen botsen en reageren tot 2 nieuwgevormde moleculen
  • gepaste oriëntatie
  • voldoende kinetische energie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

wat wordt er gevormd bij een effectieve botsing?

A

geactiveerd complex

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

kenmerken niet-effectieve botsing

A

botsende moleculen hebben niet dezelfde oriëntatie

17
Q

gevolg niet-effectieve botsing

A

geactiveerd complex kan niet gevormd worden