thema 7: herhaling van enkele grootheden Flashcards

1
Q

formule relatieve atoommassa van een atoom

A

Ar(X) = ma(X) / amu

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

ma(X)

A

absolute massa van het atoom X (kg)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

amu

A

u = atoommassa-eenheid = 1,661 x 10^27

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

relatieve atoommassa

A

een onbenoemd getal dat weergeeft hoeveel maal een atoom zwaarder is dan de gekozen amu(eenheid)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

waar kan je de relatieve atoommassa aflezen?

A

in het PSE

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

hoe ronden we de relatieve atoommassa af?

A

op 1 cijfer na de komma

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

formule relatieve molecuulmassa van een molecuul

A

Mr (X) = E Ar (Xi)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

relatieve molecuulmassa van een stof (X)

A

is gelijk aan de som van de relatieve atoommassa’s van alle hierinvoorkomende atomen (Xi)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

molaire massa van een atoom of molecule

A

is de massa van 1 mol X, dus van 6,02 x 10^23 deeltjes, hierbij wordt de massa uitgedrukt in gram

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

formule molaire massa van een atoom

A

M (X) = Ar(X) x g/mol

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

formule molaire massa van een molecule

A

M (X) = Mr (X) x g/mol

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

uit wat kan je de stofhoeveelheid van een stof afleiden?

A

de stofhoeveelheid van een stof X kan je afleiden uit de massa of het aantal deeltjes van deze stof

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

hoeveel atomen bevat een stofhoeveelheid gelijk aan 1 mol?

A

6,02 x 10^23

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

formule 1 stofhoeveelheid van een stof

A

n = N(X)/Na

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

formule 2 stofhoeveelheid van een stof

A

n = m(X)/M(X)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

waarvoor staat Na?

A

het getal van Avogadro = 6.02 x 10^23 mol

17
Q

symbool massa

A

m

18
Q

in wat wordt massa uitgedrukt?

A

kg

19
Q

symbool volume

A

V

20
Q

in wat wordt volume uitgedrukt?

A

l of m³

21
Q

symbool relatieve atoommassa

A

Ar

22
Q

formule relatieve atoommassa

A

Ar(X) = ma(X)/amu

23
Q

in wat wordt relatieve atoommassa uitgedrukt?

A

onbenoemd

24
Q

symbool relatieve molecuulmassa

A

Mr

25
Q

formule relatieve molecuulmassa

A

Mr (X) = E Ar (Xi)

26
Q

in wat wordt relatieve molecuulmassa uitgedrukt?

A

onbenoemd

27
Q

symbool molaire massa

A

M

28
Q

formule molaire massa van een molecuul

A

M (X) = Mr (X) x g/mol

29
Q

formule molaire massa van een atoom

A

M (X) = Ar(X) x g/mol

30
Q

in wat wordt molaire massa uitgedrukt?

A

g/mol

31
Q

symbool aantal deeltjes

A

N

32
Q

formule aantal deeltjes

A

N(X) = n (X) x Na

33
Q

in wat wordt aantal deeltjes uitgedrukt?

A

onbekend

34
Q

symbool stofhoeveelheid

A

n

35
Q

formule stofhoeveelheid

A

n (X) = m(X) /M(X) = N (X)/Na

36
Q

in wat wordt stofhoeveelheid uitgedrukt?

A

mol