💟thema 7 les 1+2+3 Flashcards

1
Q

welke energievormen bestaan er?

A
  • chemische energie
  • thermische energie
  • kinetische energie
  • elektrische energie
  • stralingsenergie
  • potentiële energie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wanneer wordt er energie omgezet?

A

bij elk proces, wat er ook gebeurt of veranderd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

gaat er energie verloren bij het proces?

A

tijdens de energieopzetting gaat er geen energie verloren of wordt er geen energie bijgemaakt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

hoe is de golflengte bij lage en hoge frequentie?

A

laag: lang
hoog: kort

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

op welke manieren kan energie een systeem laten veranderen

A
  • stofomzetting
  • vormverandering
  • verplaatsing
  • afgifte van licht of warmte
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat is energie

A

een moeilijk te definiëren grootheid, want alles heeft energie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

hoe kunnen wij ervoor zorgen dat de volgende generaties niet in de problemen komen?

A

we moeten duurzaam omgaan met grondstoffen, mobiliteit en energie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wat is de volgorde van alle stralingsenergies

A
omgekeerd:
G
R
U
Z
I
M
R
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

waarvoor staat GRUZIMR

A
G: gamma
R: röntgenstralen
U: ultraviolet
Z: zichtbaar licht
I: infrarood
M: microgolven
R: radiogolven
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

voorbeelden röntgenstralen

A

röntfoto

scannen van bagage

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

voorbeeld infrarode straling

A

warmtelamp
afstandsbediening
zonnewarmte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

voorbeeld radiogolven

A

radio
gsm
gps

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

voorbeeld ultra-violet straling

A

zonnebrand
zonnebank
tandvulling drogen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

voorbeeld gamma-straling

A

kerncentrale

radiochirurgie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

voorbeeld zichtbaar licht

A

regenboog en zonlicht
kaars en lampen
barcodescanner

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

voorbeeld microgolven

A

microgolfoven
gsm(wifi)
internetradio

17
Q

hoe noemt het waarin je zichtbare en onzichtbare straling onderscheid

A

elektromagnetisch spectrum

18
Q

welke hebben minder energie dan zichtbaar licht?

A

radiogolven
microgolven
infrarode straling

19
Q

welke hebben meer energie dan zichtbaar licht?

A

ultraviolette stralen
röntstralen
gammestralen uit radioactieve stoffen

20
Q

in welke toepassingsgebieden wordt straling gebruikt?

A
medische wereld
bouw
cosmetica-industrie
ruimtevaart
etc
21
Q

geef een voorbeeld van een negatief en positief effect van straling

A

infraroodstraling van de zon: warmte

UV-straling: huid beschadigen

22
Q

waarvan hangt de schadelijkheid van de straling af?

A

van de stralingdosis, stralingsduur en de soort straling

23
Q

wat kan je doen op jezelf te beschermen tegen schadelijke straling

A

beschermende materialen gebruiken
blootstellingstijd beperken
afstand tot stralingsbron vergroten

24
Q

wat is warmtetransport?

A

het transport van thermische energie

25
Q

wat is geleiding (ez)

A

warmte gaat van boven naar beneden door (of omgekeerd)

26
Q

wat is geleiding (volgens boek)

A

warmtetransport van deeltje tot deeltje
stoffen die snel warmte doorgeven-> geleiders
andere stoffen-> isolatoren

27
Q

wat is convectie (ez)

A

de warme lucht stijgt op

28
Q

wat is convectie (volgens boek)

A

warmtetransport door een verplaatsing van deeltjes

29
Q

wat is straling (ez)

A

infrarood licht komt van de bron naar iets

30
Q

wat is straling (volgens boek)

A

warmtetransport in alle richtingen

geen deeltjes