♥️thema 5 les 3 Flashcards

1
Q

functie slagaders

A

de krachtige stoten van het bloed opvangen en voortstuwen met hun dikke gespierde elastische wanden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

functie aders

A

hebben dunnere wand dan slagaders

kleppen verhinderen in de aders het terugstromen van het bloed

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

functie haarvaten

A

de kleinste bloedvaatjes waarin de slagaders zich vertakken in de weefsels
vele vertakkingen->het bloed stroomt er altijd trager, hartslag gaat verloren
verbinding tussen slagaders en aders

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

bloedstroom van:
slagaders
aders
haarvaten

A

Slagaders: hart->organen
Aders: organen->hart
Haarvaten: in de organen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

functie spierweefsel

A

zorgt voor het voorstuwen van het bloed in de slagaders

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

functie kleppen

A

zorgt voor het eenrichtingsverkeer van het bloed in de aders

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

waarom is enkel bij de haarvaten stofuitwisseling in en uit het bloed mogelijk

A

de wand bestaat maar uit 1 laag cellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

welke delen heeft het hart allemaal?

A

rechterboezem linkerboezem

rechterkamer linkerkamer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

welke bloedvaten voorzien de hartcellen van zuurstofgas en voedingsstoffen?

A

kransslagaders

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

welke bloedvaten vervoeren koolstofdioxide en afvalstoffen weer weg uit de hartcellen?

A

kransaders

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wat is het verschil met de wanden van de linkerkant en rechterkant?

A

de wand van de linkerkamer is veel dikker en gespierder

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

welke zijde van het hart bevat zuurstofrijk bloed?

A

linkerkant

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

welke wand houdt zuurstofrijk en -arm bloed gescheiden?

A

kamertussenschot

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

in welke richting stroomt het bloed in het hart?

A

van de boezems naar de kamers

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

welke kleppen zorgen ervoor dat het bloed hier niet kan terugstromen?

A

klepvliezen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

welke kleppen voorkomen het terugstromen van het bloed?

A

(3)halve maanvormige kleppen