💙B: hoofdstuk 1 Flashcards

1
Q

wat is een prikkel

A

waarneembare verandering

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat is de prikkeldrempel

A

minimumwaarde waarbij een bepaalde prikkel kan worden waargenomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

waar in de urineblaas zitten de receptoren

A

in de wand, als de urineblaas 1/3 gevuld is schieten de receptoren in actie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

uitwendige prikkels eigenschappen

A

receptoren verspreid of gegroepeerd
-> zintuig: gegroepeerd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wat zijn inwendige prikkels vaak

A

concentratieveranderingen van stoffen bvb glucose-> alvleesklier

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

zenuwstelsel eigenschappen

A

-snel reageren
-korte reactie
-elektrische prikkel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

welke effectoren

A

spieren of klieren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

welke geleiders

A

zenuwstelsel of hormonaal stelsel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

hormonaal stelsel eigenschappen

A

-langdurig effect
-hormonen zorgen vd geleiding
-trage reactie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

als wat fungeren hormonen?

A

signaalstof

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wat doen de hormonen

A

vervoeren informatie naar de doelcellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly