♥️Thema 5 les 1+2 Flashcards

1
Q

waarvoor zorgt het transportstelsel voor de cel?

A

het transportstelsel zorgt voor het transport van stoffen van en naar de cellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

waarvoor zorgt bloed?

A

de aanvoer van zuurstofgas en voedingsstoffen naar de cel,

de afvoer van koolstofdioxide, water en afvalstoffen weg uit de cel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wat is de samenstelling van ongestold bloed?

A

ongestold bloed bestaat uit twee delen:
bloedplasma
bloedlichaampjes

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat is de samenstelling van bloedplasma?

A

bloedplasma is een mengsel van:
water
fibrinogeen(stollingseiwit)
opgeloste stoffen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wat is de samenstelling van bloedlichaampjes?

A

bloedlichaampjes bestaan uit:
rode bloedcellen
witte bloedcellen
bloedplaatjes

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat is de functie van bloedplasma?

A

bloedplasma dient als oplos- en transportmiddel voor stoffen (zoals voedingsstoffen en afvalstoffen.)
zorgt vr thermoregulatie -> de lichaamstemperatuur blijft constant

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat is de functie van rode bloedcellen?

A

zorgen voor:
het transport
de gasuitwisseling van zuurstofgas en koolstofdioxide, ter hoogte van de longblaasjes en de cellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wat is de functie van witte bloedcellen?

A

vormen het afweersysteem tegen ziekteverwekkers via fagocytose(celvraat) en het vormen van antistoffen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

wat is de functie van bloedplaatjes?

A

zorgen samen met het fibrinogeen uit het bloedplasma voor de bloedstolling, door een netwerk van fibrinedraden te vormen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly