Thema 6: Herkenning van antigeen door T-lymfocyten Flashcards
- Het belang van T-cel receptoren (TCR) voor de functie van het adaptieve immuunsysteem uitleggen.
- Dendritische cellen fagocyteren en degraderen een pathogeen.
- Pathogene eiwitten geknipt tot eiwitfragmenten (antigeen peptide)
- Dendritische cellen presenteren een anitgeen peptide in MHC molecuul
- Een T-cel receptor (TCR) bindt MHC + antigeen peptide
- De overeenkomsten én verschillen tussen de TCR en BCR/antilichamen toelichten.
- Verschillen:
- De TCR bindt een antigeen peptide fragment gebonden in de groeve van een MCH molecuul + enkele aminozuren van de groeve van het MCH eiwitmolecuul.
- De overeenkomsten én verschillen tussen de TCR en BCR/antilichamen toelichten.
- Overeenkomst
- TCR lijkt qua opbouw op een Fab-fragment van een BCR of Ab
- De opbouw van het T-cel receptor complex beschrijven en aangeven welke twee typen TCR men onderscheid.
- T-lymfocyten binden antigeen via een uniek hypervariabel antigeen bindend domein. De antigeen binding site wordt gevormd door:
o Het hypervariabele deel van het variabele domein van de T-cell receptor α keten
o Het hypervariabele deel van het variabele domein van de T-cell receptor β keten
- CD3
complex van 4 verschillende polypeptide
o Bovenop het hypervariabele deel van de β & α ketens zitten CDR loops
CDR
complementarity determining region
o Unieke hypervariabele delen van de TCR
o Behoort tot de V e β & α ketens
o Bindt met het antigeen in de MHC groeve
- Uitleggen welke processen betrokken zijn bij het ontstaan van variabiliteit in de TCR en het belang hiervan aangeven.
- TCR variatie komt in stand door gen recombinatie volgens hetzelfde principe als de vorming van het BCR.
- VDJ- en VJ recombinatie zorgt voor diversiteit.
- Ze vormen samen een unieke Ag bindend TCR-domein
o V gen
segmenten coderen voor variabele domeinen
o J gen
segmenten coderen voor joining domeinen
o D gen
segmenten coderen voor diversity domeinen
o C gen
segment coderen voor constante domeinen van de e β & α ketens.
- Het basisprincipe van antigeen presentatie beschrijven.
- In een lymfoide orgaan; wanneer een T-cel gebonden zit aan een dendritische cel kan een TCR wel Ag/MHC II op een APC herkennen en wordt de T-cel geactiveerd, hij deelt dan een differentieert tot een effector T-lymfocyt.
- Wanneer een T-cel niet gebonden zit aan een dendritische cel kan een TCR geen Ag/MHC II op een APC herkennen, de T-cel wordt niet geactiveerd en gaat via lymfevaten weer circuleren.
- Antigeen presenterende cellen activeren adaptieve immuunsysteem. Als een APC een pathogeen heeft herkent en gefagocyteerd, migreert hij naar de dichtbijzijnde lymfeknoop
- Terwijl dit gebeurt wordt een immature APC en mature APC.
- De functie van een immature APC
APC is het binden en fagocyteren van een pathogeen.
- De functie van een mature APC
is het antigeen presenteren, verder heeft deze meer MCH II moleculen, meer hechtings moleculen, kan cytokinen produceren en heeft minder receptoren voor antigeen binding.
- Aangeven hoe antigeen presenterende cellen in staat zijn om pathogenen te herkennen en te fagocyteren.
- Antigeen herkenning door T-lymfocyten
o T-lymfocyt heeft een unieke T-cel receptor (TCR_
o TCR bindt antigeenpeptide = eiwitfragment van gedenatureerd antigeen
o Antigeenpeptide zit in MHC-molecuul op APC (antigeen presenterende cel)
o TCR bindt antigeenpeptide én MHC-molecuul