Thema 11: Overgevoeligheidsreactie van het immuunsysteem Flashcards

1
Q
  1. Uitleggen wat de eigenschappen van stoffen moeten zijn om als allergeen een overgevoeligheidsreactie kunnen opwekken.
A
  • Allergeen: een ongevaarlijk, onschadelijk antigeen dat een allergische reactie kan veroorzaken. Is oplosbaar in water, is meestal een klein eiwit, is een T-cel afhankelijk antigeen.
    o Dezelfde immunologische processen als bij een normale afweer reactiemechanisme.
    o Maar abnormaal omdat de respons buitensporig is of te weinig geremd is > weefsel schade.
    o Ontwikkelt zich na (een tweede) contact met het ongevaarlijk antigeen, het allergeen, waarvoor de persoon gevoelig is.
  • Voorwaarde:
    o Herhaald allergeen contact (lage dosis)
    o Activatie Th-cellen > effector Th2 lymfocyten> productie IL-4, IL-5
    o B-lymfocyten: isotype switch IgM naar IgE
    o Mestcelactivatie
    o Erfelijke factoren spelen een rol
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q
  1. De classificatie van overgevoeligheidsreacties volgens Coombs and Gell uitleggen en een voorbeeld van ieder type noemen.
A
  • Type 1: Ag (allergeen) in milieu veroorzaakt een ontstekingreactie. Bijv. hooikoorts, astma
  • Type 2: Ag vast op eigen cellen veroorzaakt een ontstekingsreactie. Bijv. antibiotica penicilline
  • Type 3: niet opgeruimde Ag-Ab complexen veroorzaken een ontstekingsreactie. Bij. Een injectie van niet-humaan insuline bij diabetes patiënten.
  • Type 4: Ag via APC aan Th-cel veroorzakt een ontstekingsreactie bijv. contact met metaal.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q
  1. De klassieke verschijnselen van een type I overgevoeligheidsreactie beschrijven.
A
  • Ontsteking van neusslijmvlies.
  • Symptomen zoals: niezen, jeuk, loopneus, verstopte neus, kriebelhoes of tranende ogen.
    o Functie van mestcellen en basofielen beschrijven in allergische reacties.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q
  1. De functie van mestcellen en basofielen beschrijven in allergische reacties.
A
  • Een IgE-gemedieerde immuunrespons is vaak een gewenste reactie die het lichaam verdedgt tegen multicellulaire parasieten.
  • Een andere manier om meercellige parasieten te verwijderen is door: hoesten, niezen, neus snuiten, overgeven, diaree, krabben doordat jeuk ontstaat, verhogen van de slijm toevoer.
  • Meestcellen en granulocyten hebben een IgE- receptor.
  • Hier bindt IgE aan
  • Hierbij komen vasoactieve mediatoren vrij zoals histamine, serotine, hepaine en PAF.
  • Vasoactieve mediatoren komen vijr uit de granulen van door allergeen-geactiveerde mestcellen.
  • Dit leidt tot ongewenste weefselbeschadigingen met ziekte beelden als asmta, hooikoorts, atopisch eczeem, bepaalde vormen van migraine en/of anafylactische shock.
  • Hoe hoger IgE respons des te ernstiger de allergische reactie.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q
  • Mestcellen en basofielen
A

hebben een hoog affiene IgE receptor die IgE binden met een hoge affiniteit. Cross-linking van de receptorr door allergeen leidt tot activatie en degranulatie  histamine komt vrij.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q
  • Eosinofielen, monocyten, macofagen, lymfocyten hebben
A

een laag affine IgE receptor. Cross-linkage van de receptor geeft activatie en degranulatie. Verdedigingsmechanisme tegen parasitaire infecties.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q
  • Anafylactische shock
A

overgevoeligheid, vorm van allergie die wordt teweeggebracht door de vereniging in het lichaam van een bepaald antigeen met een specifiek soort antistoffen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q
  1. De bijzondere functie van IgE immuunglobulinen en IgE receptoren toelichten.
A
  • IgE gemedieerd immuunrespons verdedigt het lichaam tegen multicellulaire parasieten.
  • Er ontstaat een explosieve inflammatoire reactie door activatie van mestcellen, eosinofielen granulocyten en/of basofiele granulocyten.
  • Dit dood en verwijdert de parasiet.
  • Bij Type 1 overgevoeligheidsreactie heeft IgE receptor op de mestcellen en basofielen een hoge affiniteit voor het allergeen.
  • Door de gecrosslinkte binding van het allergeen, met minimaal twee IgE receptoren, worden de cellen geactiveed en komt er door degranulatie histamine vrij.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q
  1. Stap voor stap het proces van sensitisatie door een in te ademen allergeen beschrijven. De rol van T-cellen, cytokines, IgE en mestcellen daarbij toelichten.
A
  • Lokale type I overgevoeligheidsreactie. Lokale reactie tegen pollen veroorzaakt hooikoorts.
  • Systematische typ I overgevoeligheidsreactie. Reactie over het gehele lichaam. Mogelijke prikkels zijn geneesmiddelen, fysische prikkels, voedseltoevoegingen, voedingsmiddelen of late.
  • 1e contact allergeen: sensitisatie zonder klinische symptomen
  • 2e contact allergeen: mestcel activatie en klinische symptomn (degranulatie)
  • Allergeen binding leidt tot crosslinking van minimaal 2 IgE receptoren > activatie van de mestcel > degranulatie.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q
  1. De vroege en late immuunrespons van IgE-gemedieerde allergieën beschrijven.
A
  • Histamine, heparine: vergiftigen parasiet, vergroten de doorlaatbaarheid van de bloedvatwand en activeert het endotheel
  • Tryptase, chymase, cathepsin G, carboxypeptidase: herschikken her weefsel
  • Cytokinen: TNF-alfa: stimuleert inflammatie, stimuleer cytokine productie door veel verschillende type cellen, activeert het endotheel.
  • 5-15 min na triggering door allergeen
  • Reactie duurt 60-90 min
  • Acute reactie op het vrijkomen van mediatoren (oa histamine) uit mestcellen en basofielen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q
  • Late fase reactie: worden nieuw gesynthetiseerd en uitgescheiden
A
  • IL-4, IL-13: stimuleren Th2-cell response
  • IL-3, IL-5, GM-CSF: stimuleert eosinofiel productie en activatie
  • CCL3: trekt monocyten, macrofagen en neutrofielen aan
  • Leukotrienes C4, D4, E4: veroorzaken spiersamentrekkingen
  •  4-6 uur triggering door allergeen
  •  reactie duurt langer (uren)
  • Reactie op synthese en vrijkomen van mediatoren (IL-4, TNF) > ontstekingsreactie > oedeem en infiltratie van diverse ander celtypen: oa eosinofiele granulocyten.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q
  1. Aangeven welke factoren van invloed zijn op het ontwikkelen van een overgevoeligheidsreactie na blootstelling aan een allergeen antigeen
A
  • De route van binnenkomst en locatie van her allergeen bepaalt:
    o Waar de mestcellen worden geactiveerd en degranueren
    o Waar de ontstekingsreactie plaats vindt
    o De symptomen en ernst van de allergie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q
  1. Uitleggen welke symptomen je kunt verwachten afhankelijke van het type allergeen waarmee contact is en de route waardoor het allergeen het lichaam binnendringt.
    - Huid
A

o mogelijke symtomen: eczeem/blaren.
o Bij herhaald allergeen contact zal de IgE-gemedieerde mestcel activeren
o Afgifte van oa histamine.
o Een gevolg hiervan is zwelling, weefselschade, pijn, roodheid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q
  1. Uitleggen welke symptomen je kunt verwachten afhankelijke van het type allergeen waarmee contact is en de route waardoor het allergeen het lichaam binnendringt.
    - Luchtwegen:
A

o Mogelijke symptomen in hogere luchtwegen: hooikoorst, astma, alveolitis.
o Herhaald allergeen contact resulteert in de IgE- gemedieerde mestcel activatie waarna histamine wordt afgegeeven.
o Gevolg: zwelling en mucusproductie door eosinofiele granulocyten > snotterigheid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q
  1. Uitleggen welke symptomen je kunt verwachten afhankelijke van het type allergeen waarmee contact is en de route waardoor het allergeen het lichaam binnendringt.
    In lagere luchtwegen:
A

o Kan astma ontstaan.
o Na herhaald contact met allergeen vindt de IgE-gemedieerde meestcel activatie plaats, wat gevolgd wordt door de afgifte van histamine.
o Gevolg: is zwelling en spiercontractie in de bronchiën.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q
  1. Uitleggen welke symptomen je kunt verwachten afhankelijke van het type allergeen waarmee contact is en de route waardoor het allergeen het lichaam binnendringt.
    Cardiovasculair systeem:
A

o Mogelijke systematische anafylaxie/anafylactische shock
o Anafylactische shock: allergeen verspreidt zich snel over het hele lichaam en het hele lichaam is betrokken bij de allergische reactie.
o Histamine komt systematisch vrij wat acuut op de bloedvaten reageert (verwijding, doorlaatbaarheid).
o Gevolg: uitvallen van functies > shock

17
Q
  1. Aangeven welke diagnostische tests gangbaar zijn voor het aantonen van een type I overgevoeligheid bij een bepaald individu.
A
  • Huidtesten > acute reactie

- Bloedtesten > IgE concentratie bepalen

18
Q
  1. Drie verschillende strategieën noemen waarmee type I overgevoeligheidsreacties kunnen worden behandeld en een specifiek voorbeeld van iedere strategie kunnen geven.
A
  1. Preventie: voorkom allergeen contact
  2. Farmacologisch: behandel de symptomen:
    o Anti-histamine
    o Remmen ontstekingsproces
    o Spier relacatie
    o Remmen IL-4
    o Blokkade degranulatie mestcellen (remt vroege en late fase). Geef gehumaniseerde anti-IgE receptor antistoffen. Geef IgE Fc-fragmenten (geen allergeen binding)
  3. Immunologisch:
    o Desensitisatie: induceer met intact allergeen en B-cel switch naar IgG antistoffen
    o Vaccinatie: induceer met allergeen peptiden allergeen specifieke IgG antistoffen.
19
Q
  1. Uitleggen wat het immunologisch mechanisme van immunotherapie voor de behandeling van sommige type I overgevoeligheidsreacties is.
A
  • Immunotherapie: desensitisatie door serie behandeling met oplopende dosis allergeen.
  • Doel: beïnvloeden van de Th2-respons > B-lymfocyten activeren zodat deze IgG4 ipv IgE antistof produceren.
  • Th-cellen helpen B-cellen met het produceren van antistofproductie tegen allergeen van type IgG4 (ipv IgE)
20
Q
  1. Het ontstaan van astma uitleggen als voorbeeld van een type I overgevoeligheidsaandoening.
A
  • Bij een type I overgevoeligheidsreactie in de lagere luchtwegen is er een acute reactie en een chronische reactie.
  • Bij de acute reactie zorgt een lage dosis allergeen voor activatie van de mestcellen, die zorgen voor contractie van de spiercellen, mucus secretie/zwelling en productie van cytokinen.
  • Bij de chronische reactie zorgt een lokale ontstekingsreactie voor contractie van de spiercellen in de bronchiën, aanvoer van leukocyten en productie van ontstekings cytokinen.