Thema 1: Inleiding Immunologie Flashcards
- Beschrijven waartegen het immuunsysteem ons beschermt.
- Bescherming tegen binnengedrongen lichaamsvreemde organisme, cellen of stoffe( bact, virussen, schimmels enz)
- Bij extracellulaire pathogenen
overleven de pathogenen buiten de gastheercellen
- Bij intracellulaire pathogenen
overleven de pathogenen in het cytoplasma van de gastheercel.
- Exotine
toxinen die door de pathogeen buiten de cel een infectie veroorzaken
- Endotoxine
veroorzaken binnen een cel een infectie.
- Commensaal
een onschadelijk gast-organisme, bijv. sommige bacteriën in een darm. Wat al in het lichaam aanwezig is en geen ziekte veroorzaakt.
- Pathogeen
een ziekte verwekkend lichaamsvreemd (micro)organisme.
- Vier verschillende typen van pathogenen noemen.
- Virussen
- Bacteriën
- Schimmels (fungi, gisten)
- Parasieten
Linie 1: natuurlijke (fysische) barrières
o Chemische
o Microbiologische:
o Mechanisch:
o Chemische barrieres
afweerfactor is lactoferrine. Lactoferrine zit in traanvocht, speeksel en moedermelk. Lactoferrine bind vrije Fe2+. Dit remt het metabolisme van bacteriën en dus ook de groei. Dit wordt bacteriostatisch genoemd.
o Microbiologische barriere
Lysozymen doden bacteriën (bactericide). Dit zit traanvocht, speeksel en transpiratievocht. Een lysozym breekt een peptideglycaan van de celwand af. Antibacteriële peptide zijn ook bactericides. Dit zijn oplosbare moleculen van het innate immuunsysteem. Hier zijn defensines een voorbeeld van. Defensines maken porën in het bacterieel membraan.
o Mechanisch barriere
De huid die bestaat uit epitheelcellen die dicht op elkaar zitten.
Linie 2: sommige celtype en oplosbare moleculen
- Alle cellen van het immuunsysteem kan worden ingedeeld in 3 ontwikkellijnen, namelijk de lymfoide lijn, de myeloide lijn en de erythroide lijn.
- Deze cellen kunnen ook weer worden onderverdeeld innate en adaptief.
Linie 3:
T- en B-lymfocyten
B-cellen
- B-cellen behoren tot de humorale immuunreactie.
- B-cellen hebben een CD8-receptor
T-cellen
- T-cellen vallen onder de cellulaire immuunreactie
- Cytotoxische T-cellen (Tc-cellen) doden het virus van de geïnfecteerde cellen/tumorcellen.
- Helper T-cellen (Th-cellen) produceren activerende/remmende cytokinen en regelen het immuunrespons bij een infectie.
- T-cellen een CD4-receptor
- Innate
7. De vier karakteristieke eigenschappen noemen van de innate
aangeboren dus basaal, snel, aspecifiek, geen geheugen