Thema 5 Metabolisme en enzymologie Flashcards

1
Q

Wat gebeurt er bij een anabole reactie?

A

Vanuit kleine moleculen wordt een groter molecuul gemaakt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is een synoniem van de anabole reactie?

A

Assimilatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is een synoniem van de katabole reactie?

A

Dissimilatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Noem vier carrier moleculen en vertel wat ze dragen.

A
  • High-energie fosfaten: ATP
  • NADH: elektronen
  • FADH2: elektronen
  • Co-enzym A: acetyl groepen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Noem de vier fasen van glucose metabolisme? Geef ook aan waar de fasen zich afspelen.

A

Glycolyse - cytosol
Pyruvaat dehydrogenase - membranen mitochondrium
Citroenzuurcyclus - mitochondriële matrix
Oxidatieve fosforylering - mitochondriële matrix

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat wordt er afgesplitst bij pyruvaat dehydrogenase?

A

Acetyl-CoA, CO2, NADH

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is de opbrengst van de citroenzuurcyclus?

A

CoA-SH, 2 CO2, 3NADH, 3H, FADH2, GTP

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Waarom brengt FADH2 bij de oxidatieve fosforylering minder protonen over?

A

Het komt pas binnen bij complex II, waardoor het minder H overbrengt, dus minder ATP vormt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Waarom wordt er bij anaerobe glucose katabolisme lactaat gevormd?

A

Dit is bedoeld om NAD+ te regenereren. Op die manier kan de glycolyse blijven doorlopen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is glycogenolyse?

A

Het is het proces van glycogeen omzetten naar glucose-6-fosfaat.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is glycogenese?

A

Het is het proces van juist omzetten van glucose-6-fosfaat naar glucose.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is glycolyse?

A

Het proces van glucose-6-fosfaat naar pyruvaat. (of lactaat)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is de omzetting van pyruvaat naar glucose-6-fosfaat

A

Gluconeogenese

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat doet het enzym glucokinase?

A

Bij een te hoge bloedsuiker wordt glucose omgezet naar glucose-6-fosfaat. Insuline speelt dan een rol bij of de glucose-6-fosfaat glycogeen of pyruvaat wordt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is de Cori cyclus?

A

De Cori cyclus is een proces waarbij lactaat wordt opgeruimd. Door glycolyse van glucose in de spieren ontstaat pyruvaat. De lever zet het lactaat via gluconeogenese weer om in pyruvaat dat vervolgens wordt omgezet in glucose.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat betekent de novo lipogenese?

A

Suikers kunnen in de lever en vetweefsel worden omgezet tot vet. Glucose kan worden omgezet tot pyruvaat, dit gaat vervolgens het mitochondrium uit en wordt weer omgezet in acetyl-CoA, en dan weer tot vertzuren.

17
Q

Hoe wordt een teveel aan cholesterol ook wel genoemd?

A

Een hypercholesterolemie.

18
Q

Hoe ontstaat glycatie?

A

Monomere suikers, zoals aldehyde en ketonen zijn chemisch reactie en reageren spontaan met aminozuur residuen in eiwitten.

19
Q

Wat kun je met HbA1C meten?

A

Het aantal versuikerde rode bloedccellen, en daarmee kun je een beeld krijgen van de glucosespiegel van de afgelopen maanden.