Thema 3 Monogenetische ziekten en overervingspatronen Flashcards
Wat is de kind op een kind met een aangeboren afwijking en/of verstandelijke beperking bij elke willekeurige zwangerschap?
3% tot 5%
Wanneer kan de vruchtwaterpunctie worden uitgevoerd?
15 tot 16 weken in de zwangerschap
Wanneer kan de vlokkentest worden utigevoerd?
Vanaf 11 weken in de zwangerschap.
Welk soort weefsel wordt weggehaald bij een vlokkentest? Wat is een nadeel ervan?
Syncytiotrofoblastcellen en mesenchymcellen. Een nadeel van de vlokkentest is dat er een verschil is in de uitslag van de korte termijnkweek (syncytiotrofoblast) en de lange termijnkweek (mesenchym). Zo kan een afwijking alleen beperkt zijn tot de placenta (komt alleen voor in de KT). De uitslag van de LT is het belangrijkste, omdat deze cellen het meest overeenkomen met die van de foetus.
Noem 4 soorten screeningsmethoden en leg uit wat ze doen.
NEKPLOOIMETING: de test vindt plaats tussen 11 en 14 weken in de zwangerschap. De nekplooi wordt gemeten en hoe groter de nekplooi is, hoe groter de kans op een chromosoomafwijking. DIt wordt gedaan mbv echografie.
SERUMSCREENING: serumscreening is een bloedafname bij de zwangere vrouw tussen 11 en 14 weken. De serumconcentraties van vrij bèta-HCG en PAPP-A worden bepaald. De hoogte van deze stoffen geven aan hoe groot de kans op een kind met een chromosoomafwijking.
COMBINATIETEST: deze test is een combinatie van de nekplooimeting en de serumscreening.
NIPT: uit het maternale bloed worden vrije foetale DNA-fragmenten gehaald.
ECHO-ONDERZOEK
Wat doen agonisten? Noem een voorbeeld.
Agonisten activeren een reactie in een cel. Een voorbeeld is adenosine, wat ervoor zorgt dat mensen in slaap vallen.
Wat is de Kl?
De Kl is de evenwichtsconstantie van de evenwichtsreactie van de ligand-eiwit binding.
Noem 6 voorbeelden van enzymen.
Hydrolase (hydrolytische reactie)
Polymerase (polymerisatie van bijv. DNA)
Protease (afbreken van eiwitten)
Kinase (additie van fosfaatgroepen)
Fosfatase (de hydrolytische verwijdering van fosfaatgroep)
Lipase (de afbraak van lipiden door hydrolyse)
Wat is de Km?
De Km is de substraatconcentratie waarbij de snelheid de helft van Vmax is.
Welke twee parameters bepalen de Vmax?
De hoeveelheid enzymen, en het turnovergetal (het aantal keer per seconde dat een enzym een reactie kan katalyseren)
Wat zijn iso-enzymen?
Enzymen die dezelfde reactie geven, maar een andere chemische structuur en lokalisatie hebben. Ze hebben bijvoorbeeld een andere Km-waarde.
Hoe ziet een competitieve remming eruit in de grafiek?
De vmax wordt nog wel gehaald, maar de Km wordt hoger
Hoe ziet een noncompetitieve remming eruit in de grafiek?
De vmax wordt niet gehaald.
Wat zijn SNP?
Dat zijn varianten in genen die niet schadelijk zijn voor de mens en voor varianten onder individuen zorgen (oogkleur, haarkleur, vorm neus).
Wat is de eerst ontedekte monogenetische aandoening?
Alkaptonuria