Thema 5: Doorwerking van Internationaal Recht Flashcards

1
Q

bronnen internationaal recht

A
  • Verdragen en besluiten van internationale organisaties
  • Gewoonterecht en rechtsbeginselen
  • Ius cogens:
  • Rechterlijke beslissingen en doctrine
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Verdragen en besluiten van internationale organisaties

A

een verdrag is een schriftelijke overeenkomst tussen staten waarin bepaalde regels zijn neergelegd die beide staten binden. Dit kunnen regels zijn over mensenrechten, grondrechten maar ook andere regels. Staten zijn vrij om verdragen te sluiten. Sommige van deze verdragen worden gecreëerd door organisaties en die organisaties zijn bevoegd tot het nemen van besluiten;

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Ius cogens

A

dit is een specifiek onderdeel van het gewoonterecht. Dit zijn normen die essentieel gevonden worden voor de internationale rechtsorde, bijvoorbeeld een verbod op slavernij. Ius cogens is bindend voor elke staat, ook als een staat dat niet erkent

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Gewoonterecht en rechtsbeginselen

A

dit zijn ongeschreven internationale regels. De beginselen zijn algemener van aard en zijn vaak gemeenschappelijk aan het nationale recht. Gewoonterecht heeft invloed op de Nederlandse staat, voor zover deze geen strijd geeft;

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Rechterlijke beslissingen en doctrine

A

uitspraken van internationale rechters.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Monistisch stelsel

A
  • Verdrag = rechtsregeling voor grotere rechtsgemeenschap -> nationale en internationale rechtsorde is niet gescheiden
  • Rechtstreekse doorwerking/onmiddellijk interne werking van (hoger) internationaal recht
  • Burgers kunnen internationaal recht inroepen tegenover hun nationale overheid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Dualistisch stelsel

A
  • Verdrag = Overeenkomst tussen staten
  • Gescheiden nationale en internationale rechtsordes
  • Doorwerking/interne werking enkel na transformatie/omzetting in nationaal recht
  • Kan opzij worden gezet door (lagere) nationale wet
  • Alleen staten kunnen elkaar aanspreken op naleving van internationale verplichtingen; burgers kunnen zich er niet rechtstreeks op beroepen voor nationale rechter
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Monistisch stelsel

A

Internationaal recht maakt als zodanig deel uit van de nationale rechtsorde en kan ook aldaar in rechte worden ingeroepen. Het internationaal en nationaal recht zijn niet gescheiden, maar vormen één overkoepelende rechtsorde. Mbt. de doorwerking kunnen burgers in een puur monistisch stelsel elke internationale regel tegenwerpen aan de nationale rechtsorde. Het gevolg is dat bij de nationale rechter een beroep mogelijk is op internationaal recht tegen de nationale overheid. De doorwerking van internationaal recht vindt automatisch plaats. Het voordeel v/e monistisch stelsel is dat er geen handelingen van de staat nodig zijn om dit internationaal recht te laten gelden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Dualistisch stelsel

A

Nationaal recht en internationaal recht vormen twee gescheiden rechtsordes. De staat is binnen zijn territorium soeverein. De nationale overheid, grondwet of wetgever bepaalt welke van de internationale rechtsregels in de nationale rechtsorde doorwerken. Voordat de burger beroep op een dergelijke regel kan doen is transformatie nodig door de wetgever, waarbij internationaal recht wordt omgezet in nationaal recht. Kortom, een burger kan alleen een beroep doen op nationaal recht. Het nadeel van dit stelsel is dat een burger niet naar de rechter kan indien het internationaal recht door de staat geschonden wordt. Dit kan pas als dat internationaal recht getransformeerd wordt. Bovendien kunnen alleen staten elkaar aanspreken op grond van niet naleving van internationale verplichtingen voortvloeiend uit verdragen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Intergouvernementele organisatie

A

behouden staten hun volledige soevereiniteit. Besluitvorming gebeurt op basis van unanimiteit, wat betekent dat een staat niet tegen zijn wil gebonden kan worden aan afspraken tussen staten. Het gaat hier om samenwerking tussen lidstaten zonder soevereiniteit over te dragen. Bijvoorbeeld de Europese Unie (EU) in eerste instantie begonnen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Supranationale organisatie

A

zoals de huidige EU, dragen staten daarentegen bepaalde bevoegdheden en een deel van hun soevereiniteit over aan instellingen die zij bij verdrag hebben opgericht. Deze instellingen kunnen bindende beslissingen nemen, ook zonder de instemming van elke lidstaat.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Het gematigd monistische systeem van Nederland

A

Nederland kent een monistisch systeem, waarbij internationaal recht altijd doorwerkt in de Nederlandse rechtsorde zodra het is geratificeerd. De doorwerking zelf wordt niet beperkt, maar de daadwerkelijke werking voor burgers wel. Hoewel al het internationale recht direct doorwerkt op grond van het monisme, kan een burger zich alleen beroepen op bepalingen die eenieder verbindend zijn (artikel 93 Grondwet). Slechts deze bepalingen krijgen voorrang op nationaal recht (artikel 94 Grondwet). Dit betekent dat al het internationale recht interne werking heeft, maar burgers kunnen alleenrechten ontlenen aan een deel ervan. Dit gematigde monisme in Nederland, waarbij niet alle internationale bepalingen direct voor burgers afdwingbaar zijn, is ontstaan uit ongeschreven staatsrecht en werd voor het eerst erkend in het HR Grenstraktaat Aken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

‘Eenieder verbindende’ bepaling in HR Grenstraktaat Aken

A

is bepaald dat Nederland een monistisch stelsel hanteert. De rechter heeft monisme niet gecreëerd maar geïdentificeerd. In de Nederlandse Grondwet bestaan echter beperkingen, zoals de art. 93 en 94 Gw:

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Art. 93 Grondwet

A

al het internationaal recht werkt door, maar wanneer het gaat om ‘eenieder verbindende’ bepalingen dan hebben die pas betekenis voor de burgers na bekendmaking in het Tractatenblad;

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Art. 94 Grondwet

A

al het internationaal recht werkt door. De rechter kan, wanneer een burger beroep doet op internationaal recht, alleen aan een ‘ieder verbindende’ bepalingen voorrang verlenen boven nationaal recht.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Kenmerken ‘eenieder verbindende’ bepaling:

A
  • Het moet geschreven zijn (HR Nyungat-criterium);
  • Nadere (nationale) regelgeving is niet noodzakelijk, het is duidelijk geformuleerd;
  • De bepaling is naar zijn aard vatbaar voor rechtstreekse toepassing door bestuur en rechter.
17
Q

kenmerken Art. 93 Gw

A
  • Alle internationaal recht werkt door, maar:
  • Wanneer het gaat om naar inhoud ‘eenieder verbindende bepalingen’ (doe verplichtingen met zich meebrengen)
  • Hebben die verbindende kracht/rechtstreekse werking voor individuele burgers
  • Na bekendmaking (in het Tractatenblad)
18
Q

kenmerken Art. 94 Gw

A
  • Alle internationaal recht werkt door, maar:
  • Alleen aan ‘eenieder verbindende bepalingen’ (die aanspraken of rechten met zich meebrengen)
  • Kan door de rechter voorrang worden verleend boven nationaal recht en kan de rechter een wettelijk voorschrift buiten toepassing laten wegens onverenigbaarheid (of verdragsconforme interpretatie)
  • Wanneer een burger een beroep doet op internationaal recht
19
Q

Het Britse parlement

A

Dit stelsel kent een nationale soevereiniteit, waarbij de macht bij het parlement ligt. Een Britse burger kan niet naar een Britse rechter wegens een verdragsschending. Dit wordt het idee van ‘sovereignty of Parliament’ genoemd. Een verdrag kan pas doorwerking hebben als er sprake is van een transformatie via een ‘Act of Parliament (incorporation)’. Het Britse parlement is niet verplicht om een bepaald verdragsrecht te incorporeren. Bijv. geen beroep kan worden gedaan op het EVRM.

Gevolg: het Britse parlement de Human Rights Act ingevoerd. Grondrechten uit het EVRM getransformeerd naar in een wet in formele zin (Act of Parliament). Er is spraken van 2 wetten die op hetzelfde niveau werken, 1 wet betreft nationaal recht en de andere wet het internationaal recht. Indien er strijd bestaat tussen The Human Rights Act en een andere act of Parliament dan gaat de rechter als volgt te werk:
1. Verdragsconforme interpretatie
2. Declaration of incompatibility

20
Q

Verdragsconforme interpretatie

A

Rechter zal hier nagaan of The Human Rights Act kan worden geïnterpreteerd op een manier waarbij deze wel in overeenstemming is met de andere wet. Indien dit niet mogelijk is dan vaardigt de rechter een ‘declaration of incompatibility’ af. Hierbij constateert de rechter dat er sprake is van strijdigheid, welke niet middels interpretatie kan worden weggenomen;

21
Q

Declaration of incompatibility

A

vervolgens kan de wetgever deze Human Rights aanpassen. De garanties voor de burger voor een correcte toepassing van het internationaal recht correct zijn in een dualistisch stelsel minder sterk.

22
Q

Doorwerking EU-Recht

A

Rechtstreekse werking als voorrang op nationaal recht. Volgens HR HvJEG Van Gend en Loos heeft EU-recht rechtstreekse werking als het voldoende nauwkeurig en onvoorwaardelijk is. Dit komt doordat de EU een nieuwe, supranationale rechtsorde vormt waarin lidstaten hun soevereiniteit hebben begrensd. Hierdoor worden rechten en plichten voor zowel lidstaten als onderdanen gecreëerd. Daarnaast heeft EU-recht voorrang op nationaal recht, zoals bevestigd in het arrest HVJEG Costa v. ENEL. Het HvJEG heeft bepaald dat de EU een autonome rechtsorde is, die niet afhankelijk is van nationaal recht, en dat EU-recht altijd boven nationaal recht staat. Dit betekent dat, hoewel de artikelen 93 en 94 van de Nederlandse Grondwet betrekking hebben op de doorwerking van internationaal recht, ze niet van toepassing zijn op het EU-Recht, dat via zijn eigen mechanismen werkt, zoals vastgelegd in de genoemde jurisprudentie. Dit verschil in doorwerking benadrukt het bijzondere karakter van Europees recht en zijn onafhankelijkheid ten opzichte van nationale rechtsordes.

23
Q

Toetsingsverbod

A

Artikel 120 Grondwet verbiedt de Nederlandse rechter om wetten in formele zin te toetsen aan de Grondwet. Dit betekent dat de rechter zowel de inhoud als de wijze van totstandkoming van deze wetten niet mag controleren op grondwettelijke conformiteit. Ook mag de rechter wetten in formele zin niet toetsen aan het Statuut of aan ongeschreven rechtsbeginselen, en verdragen mogen niet worden getoetst aan de Grondwet. Daarentegen kan de rechter wetten in materiële zin, die geen wetten in formele zin zijn, wel toetsen aan de Grondwet, en wetten in formele zin kunnen worden getoetst aan internationale verdragen op grond van artikel 94 van de Grondwet. Dit betekent dat de rechter ook de Grondwet kan toetsen aan verdragen

24
Q

Het verschil tussen het toetsen van verdragen aan de Grondwet en het toetsen van de Grondwet aan verdragen

A

Het toetsen van verdragen aan de Grondwet kan in strijd zijn met de democratie, omdat dit inhoudt dat de rechter nagaat of de goedkeuring van een verdrag door de volksvertegenwoordiging in overeenstemming is met de Grondwet. Het toetsen vd. Gw aan verdragen vormt echter geen probleem in de Nederlandse staatsrechtsgeschiedenis.

25
Het leerstuk eenieder verbindendheid stapsgewijs kort uitgewerkt
1. Ten 1e is de vraag: werkt het internationale recht door in de nationale rechtsorde? Een synoniem voor doorwerking is interne werking. Het antwoord is: ja, internationaal recht waar Nederland partij bij is werkt altijd door/ heeft altijd interne werking in de Nederlandse rechtsorde. Bron: ongeschreven recht, bevestigd in HR Grenstractaat Aken. 2. Ten 2e is de vraag: kan een burger zich dan ook op dat internationale recht beroepen voor de rechter? Het antwoord is: dat kan alleen als de betreffende verdragsbepaling eenieder verbindend is (art. 93 en 94 Grondwet). Synoniemen voor 'eenieder verbindendheid' zijn rechtstreekse werking en directe werking. Een verdragsbepaling is 'eenieder verbindend' onder de volgende voorwaarden: a. De bepaling is mede tot burgers gericht; b. De bepaling is voldoende duidelijk en concreet om zonder nadere uitwerking in nationale wetgeving, door de rechter te worden toegepast. 3. Ten 3e is de vraag: heeft internationaal recht ook voorrang op (daarmee strijdig) nationaal recht? Het antwoord is: als een verdragsbepaling eenieder verbindend is, en nationaal recht is met die bepaling in strijd, dan heeft de verdragsbepaling voorrang (art. 94 Grondwet).