Thema 2: Regelgeving en Legaliteit Flashcards
legaliteitsbeginsel
elk overheidsoptreden, (dat inbreuk maakt op de vrijheid van burgers), dient op een wettelijke grondslag te berusten. Welk overheidsoptreden onder de reikwijdte van het legaliteitsbeginsel valt en hoe de bevoegdheid wordt verkregen.
de gedachte van het legaliteitsbeginsel heeft zich in 3 fasen ontwikkeld
- presterende overheid
- goede bedoelingen van de overheid
- feitelijke handelingen
presterende overheid
deze prestaties zouden binnen de klassieke opvatting niet op een wettelijke grondslag behoeven te berusten, omdat de overheid begunstigend en niet beperkend optreedt.
Een voorbeeld hiervan is dat de overheid subsidies verstrekt. Het verstrekken van subsidie kan voor willekeur zorgen en willekeur kan alleen voorkomen worden indien er algemene regels achter bepaalde beslissingen liggen. Zo behoeven ook prestaties van de overheid een wettelijke grondslag;
goede bedoelingen van de overheid
overheidsoptreden die goed bedoeld zijn, maar heel ingrijpend van aard kunnen zijn. Een voorbeeld het Fluorideringsarrest
feitelijke handelingen
handelingen die geen rechtsgevolg hebben. Bijvoorbeeld om het openbreken van een weg. Ook bij dit soort vormen van overheidsoptreden, die niet kwalificeren als klassieke inbreuken op de vrijheid van burgers, verlangen toch een wettelijke grondslag. Gevolgen ingrijpend kunnen zijn.
onderscheiden overheidsoptreden/besluiten aan de hand van de inhoud of vorm van overheidsbesluiten
- materiële kenmerken = wanneer er gekeken wordt naar de inhoud van overheidsbesluiten.
- formele kenmerken = staat de vorm centraal en gaat het om de vraag wie een bepaalde norm heeft gemaakt en volgens welke procedure deze norm tot stand is gekomen
De materiële kenmerken van een besluit bestaan uit vier begrippen die verdelen zijn in twee dimensies
- algemeen
- individueel
- concreet
- abstract
1e dimensie betreft de kring van personen
2e dimensie betreft de toepasbaarheid (gevallen of situaties)
algemeen
een besluit gericht is tot een groep personen die in beginsel van samenstelling kan veranderen (voorbeeld ‘brildragers’)
individueel
een besluit gericht tot één persoon of een aantal personen die worden aangewezen tot geadresseerden
concreet
is in beginsel niet herhaaldelijk toepasbaar. Wordt maar één keer toegepast en heeft daarna geen werking meer
abstract
indien een besluit abstract is, dan is het herhaaldelijk toepasbaar.
algemeen abstract
regelgeving (Gemeentewet, Provinciewet, Burgerlijk Wetboek)
algemeen concreet
algemene groep en eenmalig (iedereen krijgt een 9 voor dit vak)
individueel abstract
stadionverbod (1 iemand moet iets voor een bepaalde periode doen, elk weekend geldt dat verbod dus bv.)
individueel concreet
beschikking (toekennen van een vergunning)
algemeen abstract overheidsbesluit
kan een ‘wet in materiële zin’ zijn (ofwel een AVV = algemeen verbindend voorschrift)
wet in materiële zin
is eenieder verbindende voorschrift die rechten of plichten in het leven roepen.
Kenmerken van een AVV zijn:
- Algemeen: wat betreft kring van personen;
- Abstract: herhaaldelijk toepasbaar wat betreft gevallen of situaties;
- Externe werking: naar buiten toe werken, het moet de burgers kunnen binden;
- Wettelijke grondslag: legaliteitsbeginsel, het moet terug te vinden zijn in een wet.
beleidsregels
type overheidsbesluit, zijn door een bestuursorgaan vastgestelde regels over de uitoefening van bestuursbevoegdheden die dit bestuursorgaan heeft of waar het verantwoordelijk voor is. Werkt in beginsel intern en kunnen burgers geen verplichtingen opleggen, het bindt vooral het bestuursorgaan bij het maken van besluiten op grond van een beleidsregel. Daarentegen moet een beleidsregel soms wijken, als er zodanige omstandigheden zijn dat het niet redelijk is de beleidsregel toe te passen, een algemeen verbindend voorschrift mag niet.
formele kenmerken overheidsbesluiten
Bestaat uit normenhiërarchie, type wetgeving een hiërarchie waarbij een rangorde bestaat.
1. Wetten in formele zin/wifz
2. Algemene maatregel van bestuur /AMvB (Groot Koninklijk Besluit)
3. ‘Kleine’ koninklijke besluiten/KKB
4. Ministeriële regeling
5. Provinciale en gemeentelijke verordeningen
Provinciale en gemeentelijke verordeningen:
dit zijn besluiten van provinciale staten en de gemeenteraad. De procedures staan in de Gemeente- en Provinciewet
Ministeriële regeling
ministers kunnen ook besluiten maken, zonder dat de regering bij betrokken is. Deze regelingen meestal in de Staatscourant gepubliceerd;
‘Kleine’ koninklijke besluiten/KKB
bevatten meestal geen algemeen verbindende voorschriften, maar beschikkingen. Besluit genomen door de regering en in beginsel niet gepubliceerd in het Staatsblad maar in de Staatscourant, art. 3 Bekendmakingswet
Algemene maatregel van bestuur /AMvB (Groot Koninklijk Besluit)
worden gemaakt door de Raad van State en de regering. De regering is bevoegd een AMvB vast te stellen mits deze geen strafbepalingen inhoudt. Deze norm wordt gemaakt zonder parlementaire betrokkenheid, maar een AMvB is vaak gebaseerd op een wet in formele zin. Een AMvB wordt in de Ministerraad besproken, vervolgens heeft de Raad van State (hier advies over uitgebracht. Daarna wordt het gepubliceerd in het Staatsblad. Hierin worden de wetten en de algemene maatregelen van bestuur gepubliceerd;