Thema 4 en 5 Flashcards
(a)synchrone communicatie
Bij synchrone communicatie kunnen patiënt en zorgverlener direct reageren op elkaars communicatie. Voorbeelden hiervan zijn videoconsultatie, skype enzovoort.
Bij asynchrone communicatie is er geen direct contact en hoeven patiënt en zorgverlener niet tegelijkertijd te communiceren, zij kunnen dus ook later reageren.
Drie manieren voor zorgverleners om om te gaan met door internet geïnformeerde patiënten
- Health professional centred: zorgverleners met weinig IT-vaardigheden voelen zich bedreigd in hun medisch professionaliteit en zullen tijdens een kort consult hun opinie opdringen en doordrukken en de patiënt richting hun advies sturen.
- Patient centred: zorgverlener en patiënt werken samen, waarbij de patiënt met grote focus veel informatie kan verzamelen en de zorgverlener vanuit kennis en ervaring deze kan analyseren en beoordelen op relevantie. Zo komen zorgverlener en patiënt tot een behandelaanpak. Echter, professionals geven aan niet genoeg tijd hiervoor te hebben.
- Internet prescription: De zorgverlener beveelt websites aan, zodat hij de patiënt naar betrouwbare informatie leidt.
Ontwikkelingen die ten grondslag liggen aan vergrootte informatiebehoefte van patiënt
- Door de snelle vooruitgang van de medische zorg hebben veel patiënten onrealistisch hoopvolle verwachtingen ten aanzien van hun behandeling.
- Door de zeer gespecialiseerde zorg van zorgverleners, waarbij niet de patiënt als geheel maar eerder de specifieke aandoening centraal staat, worden zij vaak als onpersoonlijk en afzijdig gezien door patiënten.
- Door beperkte consulttijd, zijn patiënten na afloop van hun consult vaak niet tevreden met de informatie die gegeven is.
- Veel patiënten hebben het gevoel dat zij veel beter zelf informatie over hun gezondheid en behandelopties op internet kunnen zoeken. Dit heeft mogelijk gevolgen voor de vertrouwensrelatie tussen arts en patiënt.
barrieres voor actieve patiënt participatie
Vanuit de zorgverlener zijn de belangrijkste barrières behoefte aan controle, tijdsdruk, persoonlijke overtuiging, te weinig training om relatie te kunnen veranderen.
PAEHR
PAEHR staat voor patient accessible eletronic health record. NL patiënt toegankelijk elektronisch medisch dossier
Drie prototypes relaties patiënt - arts
- Activity-passivity: In dit model is de arts actief en de patiënt slechts een passieve ontvanger. Dit model kan van toepassing zijn als de patiënt in coma ligt en dus ook niet actief kan participeren. De relatie lijkt op die van een ouder en kind.
- Guidance-cooperation: In deze relatie zijn arts en patiënt actief, maar de patiënt gehoorzaamt vooral de arts, en plaatst deze daarmee in een machtspositie. Deze relatie lijkt op die van een ouder en een adolescent.
- Mutual cooperation: hierbij is het de rol van de arts om de patiënt te helpen zichzelf te helpen en daarmee is de relatie gelijkwaardig. Dit lijkt op een relatie tussen 2 volwassenen.
Vier modellen relatie arts- patient
- Paternalistisch model (arts als beschermer)
- Interpretatief model (arts als adviseur)
- Deliberatief model (arts als vriend of leraar)
- Informatief model (arts als technisch expert)
struikelblokken visie van artsen op eHealth
- Artsen willen toch vaak dat hun mening voor waar wordt aangenomen (zij denken immers in het belang van de patiënt)
- Artsen denken dat patiënten niet in staat zijn om medische informatie zelf te begrijpen.
- Artsen willen niet dat patiënten zelf al alle medische informatie kunnen inzien zonder toelichting omdat dit tot onnodige angst kan leiden.
- eHealth kan leiden tot meer vragen = kost meer tijd. De inzet van eHealth kan ertoe leiden dat patiënten meer inzicht hebben
- inzien van dossier wordt gezien als gebrek aan vertrouwen
Gatekeeper
Artsen maken niet alle documenten zichtbaar of zijn opzettelijk vaag over de informatie. Deels omdat ze niet willen dat patiënten informatie lezen voor deze besproken is met de patiënt.
Patiënt participatie vs patiënt empowerment
Patiënt empowerment lijkt een verlies aan macht en controle voor artsen te impliceren en dat leidt tot een ‘zero sum game’, waarbij meer controle voor de patiënt betekent minder controle voor de arts. Daarom wordt voorgesteld om te spreken over term patiënt participatie in plaats van empowerment, om deze associatie te voorkomen.
Taakherschikking
eHealth zorgt voor een taakherschikking, waarbij taken van een arts worden overgenomen door een verpleegkundige of die van een verpleegkundige door de patiënt.
Taakverdieping
eHealth biedt kansen voor verdieping van zorgverlening, doordat patiënten zelf metingen doen kan de zorgverlener zich meer richten op inhoudelijk advies geven en gegevens beoordelen.
eHealth voordelen voor de samenwerkingsrelaties
- Het geeft een vrij informele interactie tussen patiënt en zorgverlener.
- Informatie kan snel worden uitgewisseld en vastgelegd.
- Zorg wordt meer een gezamenlijk proces van co-creatie.
Meeste voordelen van eHealth voor deze drie doelgroepen
- Patiënten met een chronische aandoening, zoals diabetes of COPD omdat zij de rest van hun leven afhankelijk zijn van zorg en regelmatig keuzes moeten maken waarbij voorlichting nodig is.
- Personen met een mogelijk erfelijk gezondheidsrisico, omdat zij ingrijpende beslissingen moeten maken en dus veel voorlichting nodig hebben.
- Patiënten met aandoeningen of klachten waarvoor verschillende behandelingen bestaan en waaruit men onder lastige emotionele omstandigheden moet kiezen.
Aanpassingen werkproces door eHealth
- Meer gestructureerde zorg (gestructureerde werkwijze) door protocollering. Nadeel: te veel een keurslijf. Voordeel: door zorg-op-afstand worden eerder zorgvragen of problemen gesignaleerd waardoor escalaties of probleemverergering voorkomen kan worden.
- Up-to-date informatie: altijd recente informatie over het functioneren van de patiënt ter beschikking (inzet toezichthoudende technologie).
- Thuisomgeving is zorgomgeving (decentralisatie van zorg).
- Veiligheid: mogelijk worden minder (medicatie)fouten gemaakt als patiëntgegevens digitaal verwerkt worden.