Thema 2.2. Flashcards

1
Q

Wat bieden serious games meer dan computer-tailoring?

A
  • Serious games hebben als voordeel dat ze ‘fun’ zijn, waardoor ze intrinsiek motiverend zijn om te spelen. Hierdoor is de kans groter om het vol te houden.
  • Verwachting is ook dat ze jongeren als doelgroep beter bereiken.
  • Aandacht voor de boodschap wordt bevorderd door immersie of transportatie in het spel. Immersie betekent dat een speler volledig in het spel opgaat en zich niet meer afvraagt of wat er gebeurt wel mogelijk is.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Effecten serious game

A
  • Ze zijn effectief bij gezondheidspromotie in alle leeftijdsgroepen.
  • Games die als therapie aangeboden waren zijn meest effectief, games voor zelfzorg bij chronische aandoening zijn het minst vaak effectief.
  • Korte interventies haalden vaker hun doelen en zijn daarmee effectiever dan langdurige interventies.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke serious game is het beste?

A
  • Een theoretische fundering voor zowel gamekernmerken als gedragsverandering maakt de game effectiever.
  • Een game met meer game-kenmerken gaf een kleiner effect, dan een game met minder game-kenmerken, wat opvallend is.
  • Vermoeden is dat de speelduur te kort is om bij complexe games grote effecten te behalen. Dan is alle tijd nodig om het spel onder de knie te krijgen en blijft er geen tijd over om leerinhoud te verwerven.
  • Daarnaast doen complexe games meer beroep op het werkgeheugen, waardoor er minder capaciteit overblijft om te leren. Daarom zijn simpele games die gedrag
    herhaaldelijk oefenen waarschijnlijk effectiever.
  • Elementen van zelfregulatie moeten toegevoegd worden voor een effect op eigeneffectiviteit.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Entertainment Education (EE)

A

Een communicatiestrategie waarbij voorlichting en amusement worden geïntegreerd. Hierbij zijn inhoud, vorm en presentatie belangrijk. Het is vooral gebaseerd op de leertheorie van Bandura, waarbij mensen niet alleen in formele leersituaties leren, maar ook in informele situaties. Bv de inzet van positieve en negatieve karakters in dramaseries en soaps, waarbij de negatieve karakters een overgang maken van negatief, via twijfel, naar positief. Bij een EE-interventie is altijd sprake van een
samenwerking tussen een voorlichtingsorganisatie en een producent maar kent verschillende vormen.
* Onafhankelijke productie (volledig eigen beheer)
* Coproductie (samen met een andere partner)
* Inscript participatie (onderdeel van een bestaande activiteit)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Grootste effectiviteit van EE als

A
  • EE televisieprogramma’s worden ontwikkeld aan de hand van gedragsveranderingstheorieën.
  • Ze onderdeel zijn van een bredere communicatiestrategie of leefstijlcampagne.
  • Het doel en inhoud van de boodschap, methodiek of televisiegenre vooraf helder is geformuleerd.
  • Als er voldoende tijd en ruimte is om de ideeën en expertise van alle samenwerkingspartners in te zetten.
  • De doelgroep bij ontwikkeling en productie wordt betrokken en er formatief en summatief onderzoek wordt uitgevoerd.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

ecological momentary interventions

A

Het gebruik van mobiele technologie in interventies wordt ook wel ‘ecological momentary interventions’ (EMI) genoemd. Bijvoorbeeld door het sturen van berichtjes.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Health Action Approach Theory

A

HAPA. Beschrijft 2 fasen van het adopteren en volhouden van gezond gedrag. Een fase die vanuit motivatie leidt tot de intentie tot een gedragsverandering en een die de intentie omzet in gedrag. Deze lijkt op de eerste fase van Theory of Planned Behaviour (attitude). De HAPA theorie onderscheidt zich echter doordat in de 2e fase intentie in gedrag wordt omgezet. Een rol is weggelegd voor eigen effectiviteit als mediator tussen intentie en gedrag.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Verschil EMA en EMI

A

EMA wordt ingezet voor het digitaal meten van bepaalde percepties op gedragingen op meerdere tijdstippen per dag. Op deze manier kan individueel gedrag worden bestudeerd dat de gezondheid beïnvloedt. Zo kunnen mensen die een risico lopen in een vroeg stadium worden geïdentificeerd.
EMI biedt de mogelijkheid om niet alleen metingen uit te voeren, maar ook om op meerdere momenten per dag feedback op maat te verstrekken die aansluit bij de doelgroep en de context waarin deze zich bevindt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Voor- en nadelen EMI

A
  • EMI kan een groter publiek bereiken dan traditionele face-to-face-interventies doordat barrières als tijd en plaats worden overwonnen.
  • Kosteneffectiviteit: EMI kan met minder kosten verspreid worden onder een breder publiek dan traditionele interventies.
  • Nadeel: het kan veel vragen van de deelnemer om op meerdere momenten per dag hiermee aan de slag te moeten. Er is vaak sprake van een wisselwerking: wanneer we te veel vragen van de deelnemer, kan dit het effect laten afnemen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Cyberpesten

A

Cyberpesten is herhaaldelijk en over langere tijd negatief gedrag waarbij gebruikgemaakt wordt van elektronisch contact, met de bedoeling schade te veroorzaken bij een slachtoffer dat zich moeilijk kan verdedigen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Gevolgen cyberpesten voor slachtoffer

A

Wereldwijd is 20-40% van de adolescenten slachtoffer van cyberpesten. Cyberpesten wordt in verband gebracht met depressie, angst, emotionele stress en zelfmoord-neigingen. Ook hebben de slachtoffers vaker ervaring met drugs, alcohol, fysieke of seksuele mishandeling, delinquent gedrag en problemen op school.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Gevolgen cyberpesten voor dader

A

Hoe meer adolescenten cyberpesten des te eenzamer ze zijn, des te lager hun zelfvertrouwen is, des te minder vrienden ze hebben en des te lager hun populariteit is. Ook is hun subjectieve gezondheid lager.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Waar moeten interventies tegen cyberpesten aan voldoen?

A
  • Het verhogen van het bewustzijn van de gevaren van het internet
  • Competenties aanleren om met emoties om te gaan
  • Kennisgeven over de eigen gezondheid
  • Kennis van het slachtoffer over effectieve strategieën om met de ervaren stress en negatieve emoties om te gaan verhogen
  • Gericht zijn tegen traditioneel en cyberpesten
  • Trainen in empathie, internet etiquette en gezond gedrag op het internet.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Intervention Mapping Protocol

A

Het IM protocol bestaat uit 6 stappen en kan worden gebruik als een iteratief proces voor de ontwikkeling van interventies die gezondheid promoten gebaseerd op theorie en wetenschappelijk bewijs.
Stap 1: needs assessment. Doe een behoefteanalyse van het probleem, bestudeer de populatie en vorm een logisch model van het
gezondheidsprobleem gebaseerd op het PRECEDE-model.
Stap 2: matrices of change objectives. Beschrijf wat de deelnemers moeten doen in objectieve doelstellingen en combineer deze doelstellingen met relevante determinanten tot verander doelstellingen
Stap 3: theory based methods and practical strategies. Vertaal deze verander doelstellingen in praktische strategieën, door interventie methoden te kiezen die op theorie zijn gebaseerd.
Stap 4: producinf program components and materials. Ontwikkel, selecteer, test en produceer interventie componenten, die alle strategieën integreren.
Stap 5: adoption and implementation. Maak een planning voor de adoptie en implementatie van het programma.
Stap 6: planning for evaluation. Evalueer het programma.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Drie adviezen van de interventie
Pestkoppen stoppen

A
  • Denk je sterk, voel je beter. M.b.v. 5G krijgen slachtoffers inzicht en krijgen effectievere cognitieve coping vaardigheden aangeleerd. Het doorbreken van de keten verhoogt het zelfvertrouwen en maakt hen mentaal sterker om het probleem zelf op een meer effectieve manier aan te pakken.
  • Stop de pestkop nu! Slachtoffers zien o.a. korte videofragmenten, waarin jongeren door voorbeeldgedrag van rolmodellen leren hoe zij effectiever op cyberpesten kunnen reageren. Hierbij staat het vervangen van ineffectieve coping strategieën door effectieve coping strategieën centraal
  • Je bent al goed, kun je nog beter? Een extra stimulans voor het bestendigen van nieuwe vaardigheden en het geven van concrete tips om jongeren mediawijzer te maken.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Modeling

A

Modeling is een methode waarbij iemand dient als een rolmodel voor het gewenste gedrag van de doelgroep. De veronderstelling is dat het gedrag van het rolmodel wordt geïmiteerd en/of dat het rolmodel zorgt voor bekrachtiging van het gewenste gedrag.

17
Q

Guide practice

A

Vragen/Laten zien van het gewenste gedrag op de plek waar het gedrag gewenst is

18
Q

Sterkten van interventie pestkoppen stoppen

A
  • De Intervention Mapping Approach is toegepast.
  • De interventie richt zich op het veranderen van meerdere determinanten
  • Inzichten vanuit andere studies en interventies zijn gebruikt.
  • De interventie is aangepast aan de behoeften van de doelgroep
  • Het aanbieden via het internet maakt de interventie goedkoop en op grote schaal toepasbaar.
19
Q

Beperkingen van interventie pestkoppen stoppen

A
  • Het bleek lastig om het aantal vragen in de vragenlijsten beperkt te houden
  • De interventie bevat mogelijk te veel informatie.
  • Het was niet mogelijk om inzichtelijk te maken welke informatie is gebruikt en dus zinvol is gebleken.
20
Q

Gevolg van selftrackers

A

Het kan ertoe leiden dat consumenten meer verantwoordelijkheid gaan nemen voor hun eigen gezondheid en preventieve diensten gaan gebruiken, die de zorg goedkoper en efficiënter kunnen gaan maken. Echter, deze digitalisering brengt ook uitdagingen met zich mee op het gebied van de competenties van consumenten en hun privacy en leidt daarnaast tot ethische, politieke, maatschappelijke en culturele vraagstukken.

21
Q

Doel MyData aanpak

A

Consumenten op een praktische manier toegang geven tot persoonlijke informatie met betrekking tot hun gezondheid. De verwachting is dat ze hierdoor ook meer gemotiveerd zijn om hun gezondheid actief te gaan verbeteren.

22
Q

Unified Theory of
Acceptance and
Use of
Technology
(UTAUT)

A

Theorie opgebouwd uit 8 theorieën met als doel de beschikbare literatuur op het gebied van de acceptatie van technologie te combineren. UTAUT gaat uit van concepten die van belang zijn om het gebruik van eHealth te verklaren
* Performance expectancy. De mate waarin het gebruik van een technologie de consument helpt om een bepaald doel te bereiken. Denk hierbij aan bruikbaarheid, extrinsieke motivatie, relatieve voordelen etc.
* Effort expectancy. Het gemak van het gebruik van de technologie.
* Social influence. De mate waarin consumenten denken dat anderen vinden dat ze deze technologie moeten gebruiken.
* Facilitating conditions. Perceptie van de mate waarin externe factoren het gebruik van eHealth bevorderen
* Hedonic motivation. De mate van plezier, die de consument beleeft aan het gebruik van de technologie.
* Price value. De waarde boven de geldwaarde van de technologie.
* Habit. De mate waarin de consument een gedrag automatisch gaat vertonen door te leren.

23
Q

Health Belief Model

A

HBM. Helpt om te begrijpen waarom individuen wel of geen gezondheid gerelateerde acties ondernemen. De basis aanname is dat deze keuze is gebaseerd op de wens om ziekte te voorkomen en de overtuiging dat een bepaalde actie ziekte kan voorkomen. De HBM bestaat uit vier factoren. Ontvankelijkheid voor de ziekte, ernst van de ziekte, preventieve voordelen van de acties en blokkades om actie te ondernemen.

24
Q

Protection Motivation Theory

A

Wordt wereldwijd gebruikt voor preventie van ziekte en promotie van gezondheid. Een sociaal cognitieve theorie die gedrag voorspelt en zich richt op de motivatie die mensen hebben om zichzelf te beschermen. Protection motivation = intentie. De intentie om een preventieve actie te ondernemen komt voort uit 2 cognitieve processen:
* De evaluatie van eventuele risico’s in combinatie met de intrinsieke en extrinsieke beloning die uit het slechte gezondheid gedrag voortkomt
* Evaluatie van de mogelijkheid die ervaart wordt om met de dreiging om te gaan

25
Q

Social Cognitive Theory

A

Verklaart de intentie om gezond gedrag te vertonen. Eigen-effectiviteit staat centraal in deze theorie. Er zijn 6 determinanten.
* Kennis over de risico’s en voordelen van de actie,
* Ervaren eigen effectiviteit,
* Uitkomstverwachting qua kosten en voordelen,
* Individuele doelen,
* De ervaren socio-structurele blokkades
* De ervaren versterkende factoren die het individu ervaart in relatie tot het gedrag

26
Q

Consumer acceptance

A

Factoren die voor de gebruiker van belang zijn om een eHealth-interventie te gebruiken

27
Q

Rogers Theorie of Innovation

A

Bestaat uit 5 karakteristieken van een innovatie die bepalen of de innovatie wordt geadopteerd.
* Relatief voordeel, ofwel in hoeverre is de innovatie beter dan andere innovaties.
* Compatibiliteit, ofwel de mate waarin de innovatie consistent is met de waarden, ervaringen en behoeften van de gebruiker.
* Complexiteit, ofwel hoe makkelijk is de innovatie te begrijpen en gebruiken.
* Trialability, in hoeverre kun je de innovatie beperkt testen met minimale risico’s.
* Zichtbaarheid, hoe zichtbaar zijn de resultaten.

28
Q

Andere factoren die een rol kunnen spelen voor het al dan niet adopteren van een interventie

A
  • Kenmerken van de intermediaire organisatie: zoals de omvang en de capaciteit van de organisatie en de ervaren taakverantwoordelijkheid. (Met name de vraag wiens taak het is om zorg te dragen voor primaire preventie is vaak nog een discussiepunt in Nederland.)
  • Kenmerken van de persoon binnen de organisatie die verantwoordelijk zou zijn voor de implementatie: de attitude, eigen-effectiviteit en ervaren sociale invloed van deze persoon kunnen ook een rol spelen in de intentie om de interventie te implementeren.
29
Q

Doel van onderzoek naar correlaties van intentie om interventie te implementeren

A

Het doel van het onderzoek is om inzicht te krijgen in de determinanten van intermediairs, die de intentie om een interventie te implementeren bepalen. Een tweede doel is om een theoretisch framework op te zetten dat de karakteristieken van de interventie, intermediaire organisatie en socio-politieke karakteristieken bevat en daarnaast ook kijkt welke eigenschappen van de intermediair de invloed van karakteristieken op de intentie tot implementatie mediëren.

30
Q

Active Plus

A

Een online interventie om 50-plussers te stimuleren voldoende te bewegen. Deelnemers krijgen op 3 momenten een persoonlijk advies. Eerder onderzoek heeft een positief effect van de interventie op bewegen vastgesteld.

31
Q

Conclusie en aanbeveling bij onderzoek naar correlaties van intentie om interventie te implementeren

A

diverse kenmerken waren van belang om de interventie te implementeren in de praktijk.
- Relatieve voordeel, complexiteit en compatibiliteit
- De ervaren taakverantwoordelijkheid
- De ervaren sociale steun

Aanbeveling:
- Interventiematerialen visueel maken om relatieve voordeel positief te beïnvloeden.
- Structuur en procedures van de interventie helder maken in de handleiding om complexiteit positief te beïnvloeden.
- Kijk naar de doelen van de intermediaire organisatie zelf. Beschrijf hoe de interventie kan bijdragen aan het behalen van de doelen.