Thema 2.1 Flashcards
Jongeren en bewegen
- Ongeveer de helft van de jonge mensen voldoet niet aan de richtlijnen voor dagelijkse beweging.
- Interventies om jongeren te stimuleren meer te bewegen via school hebben maar een beperkt positief effect gehad, dus het is tijd om nieuwe manieren te vinden om jongeren te motiveren meer te gaan bewegen.
- Ondanks dat technologie vaak wordt geassocieerd met minder bewegen, kan technologie in de vorm van wearables en apps juist fysieke activiteit stimuleren.
- Er is bewijs dat wearable fitness trackers (smartwatches) het niveau van fysieke activiteit verhogen en de motivatie hiertoe.
- Jongeren van 11-12 jaar lijken de realtime feedback en het competitie gevoel ook motiverend te vinden. Echter, onderzoek onder 13- en 14-jarigen laat maar een heel beperkt effect zien. Een ander onderzoek onder 12- tot 25-jarigen laat geen significant verschil in eetpatroon en beweging zien. Onderzoek laat dus wisselende resultaten zien.
Self determination Theory
Deze theorie biedt inzicht in de initiatie en volhouden van fysieke activiteit. Gedachte is dat iemand gemotiveerd raakt als het gedrag meer raakt aan zelfbeschikking. Sociale factoren beïnvloeden motivatie gebaseerd op zelfbeschikking door 3 psychologische behoeften te bevredigen: Autonomie, competentie en verbondenheid
autonome motivatie
- Intrinsieke motivatie (iets doen omdat je er plezier aan beleeft)
- Geïntegreerde regulatie (iets doen om een doel te behalen)
- Geïdentificeerde regulatie (als de uitkomst van de activiteit waardevol voor je is, bijv. goed voor je gezondheid).
Deze vorm van motivatie is gebaseerd op je waarden en persoonlijke interesses.
Gecontroleerde motivatie
Gedrag wordt gedreven door externe motivatie. Kan zijn op basis van druk van binnenuit (= introjected regulering, om een schuldgevoel te voorkomen) of buitenaf (om straf of boete te voorkomen)
A motivatie
Je bent niet gemotiveerd om iets te doen.
Need-supportive environment
Een bepaalde interventie moet ervoor zorgen dat aan de behoefte van autonomie, competentie en verbondenheid wordt voldaan om te leiden tot autonome motivatie
* Autonomie kun je stimuleren door een duidelijk doel te formuleren en aanmoedigingen en feedback over de prestaties te geven.
* Competentie door positieve feedback op prestaties te geven samen met duidelijke richtlijnen en verwachtingen.
* Verbondenheid door individuen het gevoel te geven dat ze verbonden zijn en geaccepteerd worden door anderen.
Resultaten voor onderzoek naar fitbit gebruik en motivatie voor fysieke activiteit
- Het gebruik van de Fitbit zorgt voor een significante daling in competentie, autonomie, verbondenheid. Gecontroleerde motivatie en a-motivatie stijgen juist.
- Niet gepersonaliseerde doelstellingen (bijv. 10k stappen per dag halen) ondermijnen het gevoel van competentie, omdat de deelnemers het gevoel hadden dat dit doel niet haalbaar is (niet afgestemd op persoon)
- De Fitbit zorgde voor onderlinge competitie en dat gaf motivatie om meer fysieke activiteit te ondernemen. Echter, het leidde ook tot groepsdruk en schuldgevoel.
- Geen van de jongeren gaf aan meer fysieke activiteit te hebben ondernomen omdat ze hier plezier aan beleefden maar uit competitie met anderen.
- Dit suggereert competitie leidt tot meer fysieke activiteit doordat er een gevoel van druk of schuld achter zit (introjected regulation).
- De nieuwigheid van de Fitbit, maakt het aantrekkelijk maar dit was van korte duur. Het lijkt er dus op dat het effect van Fitbit heel beperkt is en alleen op de korte termijn gericht.
Aanbeveling nav fitbit onderzoek
Stel persoonlijke doelen ipv algemene doelen.
GGD Appstore
Een appstore ontwikkelt met gezondheid apps die wordt beoordeeld door professionals op de onderdelen gebruiksvriendelijkheid, betrouwbaarheid, privacy en veiligheid en onderbouwing.
Loketgezondleven
Een interventiedatabase met een grote diversiteit aan gezondheid bevorderende interventies, waaronder eHealth interventies. Om in deze database te mogen staan moet de interventie aan een aantal eisen voldoen. Er moet voldoende informatie beschikbaar zijn en de interventie moet duurzaam zijn, dus nog minimaal twee jaar beschikbaar zijn. Er moet wetenschappelijk onderbouwde effectiviteit zijn. Ook worden kwaliteit, handleiding, kosten en randvoorwaarden voor implementatie beoordeeld. Er is in vergelijking met de GGD app store minder aandacht voor privacy
Health promotion
Het proces waarbij je mensen meer controle geeft over hun gezondheid en relevante gezondheidsaspecten om hiermee hun gezondheid te verbeteren. Hieronder vallen ook interventies die de levensstijl en het gedrag van mensen beïnvloeden.
Voordelen en nadeel van interventies via het internet
- Internet is 24/7 beschikbaar.
- Biedt anonimiteit
- Is op je eigen tempo te volgen
- Is plaats onafhankelijk
- Voor aanbieders Is het makkelijk te onderhouden en updaten, is het goedkoper is en makkelijker aan te passen is aan de wensen van de gebruiker.
Nadeel: door anonimiteit haken mensen makkelijker en sneller af.
RE-AIM framework
Kijkt naar de factoren Reach, Effectiveness, Adoptation, Implementation en Maintenance als zijnde relevant voor een interventie.
* Reach: het percentage individuen dat bereikt wordt door de interventie, en de kenmerken van die individuen
* Effectiveness: veranderingen in gedragsuitkomsten als gevolg van de interventie
* Adoption: de mate waarin de interventie wordt gebruikt.
* Implementation: de mate waarin de interventie juist wordt gebruikt
* Maintenance: de mate waarin de interventie tot het eind wordt doorlopen.
De laatste drie zijn factoren op het organisatieniveau.
Resultaten voor onderzoek naar internet interventies
- Internet interventies kunnen gedragsverandering teweegbrengen, maar niet altijd en effectgrootte is klein. De rol van sociale ondersteuning lijkt echter veelbelovend en zou meer onderzocht kunnen worden.
- De effectiviteit lijkt te worden bepaald door persoonlijke feedback, gebruik van theorie, interactiviteit, gebruik van doelstellingen en combinaties van online en persoonlijk contact maar is nog niet heel precies onderzocht.
- Langetermijneffecten zijn maar weinig gemeten, maar lijken niet groot te zijn.
- Een van de grootste problemen van interventies via het internet is het lage gebruik. Suggesties om het gebruik te verbeteren zijn reminders, professionele ondersteuning bieden en de interventies in bestaande behandelstructuren aanbieden. De frequentie beperkt de effectiviteit.
- Advies is om internet interventies meer te gebruiken in stepped care oplossingen, waardoor ze gecombineerd worden met persoonlijk contact.
RE-AIM toegepast op onderzoek naar internet interventies
- Reach - De grootste groep gebruikers van online interventies zijn anno 2013: vrouw, hoog opgeleid, jong, blank en afkomstig uit welvarende landen.
- Efficacy - online interventies zijn over het algemeen effectief zijn maar de bereikte effecten op gedrag zijn klein. Onbekend is welke gebruikte (combinatie van) methodieken voor verandering verantwoordelijk zijn voor de gevonden effecten.
- Use - (= adoption, implementation en maintenance). Het grootste probleem bij online interventie is het lage percentage mensen dat daadwerkelijk de interventie (van begin tot einde) doorloopt. Onderzoek naar daadwerkelijke deelname aan online interventies is nog volop in ontwikkeling.