Thema 4 Flashcards
nefrotisch syndroom 2 onderverdelingen
non-glomerulair (ischemie)
glomerulair (acute post-streptococcus GN)
chronisch nierfalen
> 3 maanden
gedefinieerd door structurele of functionele abnormaliteiten van de nier met of zonder een verminderde GFR
gemanifesteerd door:
pathologische abnormaliteiten
markers van nierschade (incl. abnormaliteiten in de compositie van bloed of urine of beeldvorming)
acuut nierfalen
absolute stijging in creatinine (>0,3 mg/dl)
relatieve stijging van meer dan 50% (factor 1.5 van baseline)
gedocumenteerde reductie in urine output (<0,5 ml/kg/uur voor langer dan 6 uur)
prerenale oorzaken AKI
minder intravasculair volume (bloedverlies)
verminderd effectief perfusie volume (bijv. door nefrotisch syndroom en hartfalen)
verslechterde regale bloedflow (door bijv. NSAIDs)
intrarenale oorzaken AKI
acute tubulaire necrose (bijv. door ischemie en toxines) glomerulaire ziekte (SLE, vasculitis) vasculaire ziekte (microvasculaire aandoeningen) interstitieel problemen (allergische reactie
bij sediment is dit het meest wss
postrenale oorzaken AKI
obstructie
renale hypoperfusie
bijv. door tubulaire schade (is reversibel), falen verlagen arteriolaire weerstand, falen verhogen afferente arteriolaire weerstand
acute interstitiele nefritis
koorts, eosinofilie, geen/milde proteinurie
urinesediment is telescopisch (= witte bloedcellen en erytrocyten)
tekenen functioneel interstitieel schade: fanconi syndroom en regale tubulaire acidose
oorzaak: medicatie overgevoeligheid/auto-immuun/infectie
ziekte van Kahler
= multiple myeloom
geeft nefrotisch syndroom en obstructie in tubuli
acute proliferative glomerulonefritis (APGN)
bijv. acute poststreptococcale GN
nefritisch syndroom
crescentische glomerulonefritis
bijv. systemische vasculitis
nefritis syndroom met renaal falen, hypertensie, hematurie en proteïnurie
soorten:
- anti-GBM antilichaam gemedieerd
- immuun-complex gemedieerd
- ANCA-associated crescentische GN
- dubbel antilichaam (anti-GBM en ANCA) ziekte