Thema 1 Flashcards
Larynx adductoren
m. transversus arythenoideus
m. vocalis
m. cricoarytenoideus lateralis
larynx abductoren
m. cricoarytenoideus posterior
innervatie larynxspieren
m. cricothyroideus door n. laryngeus sup.
rest door n. recurrens
verloop n. recurrens
ontstaat uit vagus
loopt links om aortaboog
loopt rechts om arterie subclavia
opbouw stembanden
superficial lamina propria (zacht)
intermediate en diepe lamina propria = lig. vocale
m. vocale (stug)
alveolaire hypoventilatie
onvoldoende verse lucht
P(A-a) O2 is normaal, extra O2 kan helpen
diffusie stoornis
barriere is te dik/klein
extra O2 kan helpen
Anatomische shunt
P(A-a) O2 is verhoogd
extra O2 heeft matig effect
fysiologische shunt
P(A-a) O2 is verhoogd
extra O2 heeft amper effect
bronchiëctasieën
plaatselijke wandverwijding waardoor bacteriën mogelijkheid hebben zich in te nestelen –> infectie
hierdoor afwisseling van vernauwde en verwijde luchtwegen
–> veel sputum
frequente oorzaken chronische/recidiverende hoest
astma (bronchiale) NAEB non-astmatische eosinofiele bronchitis post-nasal drip GE-reflux
interstitieel beeld
versterking van het long interstitium door een minder vaak voorkomende of onbegrepen infectieuze afwijking
frequente oorzaken van hemoptoë
longcarcinoom bronchiëchtasieën hartfalen (icm luchtweginfectie) vaatanomalie longeembolie
miliaire tuberculose
ontstekingshaarden worden op verschillende plekken in het lichaam tegelijkertijd actief
behandeling tuberculose
eerste 2 maanden: 3-4 middelen
dan 4 maanden: 2 middelen
v. azygos
rechts van de wervelkolom
oorzaken pathologie vd stem
organisch (morfologisch/musculair)
niet-organisch (habitueel, psychogeen, idiopathisch)
stembandknobbeltje
symmetrisch
anterior op stemband
logopedie of chirurgie
poliep
vaak eenzijdig
ontstaat door trauma of verkeerd gebruik stemband
chirurgie
Reinke’s oedeem
bilaterale hypertrofie van de ruimte van Reinke
glazige zwelling
door roken
granuloom
uni of bi-lateraal
bijv. door intubatie
papilloom
door HPV
uni of bilateraal
interstitiële longziekten
sarcoidose
extrinsieke allergische alveolitis
idiopathische longfibrose
bronchiolitis obliterates organiserende pneumonie (BOOP)
effusie
pleuravocht
demping
kan wijzen op:
tumor
corpus alienum (bij kinderen)
pneumonie (met open bronchus)
rhonchi
lage frequentie geeft brommende rhonchi (COPD)
hoge frequentie geeft piepende rhonchi (Astma)
= teken van obstructieve longaandoening
crepiteren
bij: oedeem ontstekingsinfiltraat pneumonie longfibrose astma
vaak basaal te horen maar mate van uitbreiding zegt iets over de ernst
Kerley B-lijnen
teken van gegeneraliseerd longoedeem
fijne crepitaties
snel achter elkaar
past bij longfibrose in combi met reuma
NSCLC
plaveiselcelcarcinoom
adenocarcinoom
grootcellig ongedifferentieerd carcinoom
Neuro-endocriene long tumoren
SCLC (gelimiteerd of extensieve tumor?)
grootcellig neuro-endocrien carcinoom (LCNEC)
atypische carcinoïd (semi-benigne)
typische carcinoïd (semi-benigne)
Longcarcinoom stadiëring
I: tumor zonder verdere hematogeen en lymfogene uitzaaiingen –> CHIRURGIE
II: lymfeklieren betrokken en in de hilus een positieve klier –> CHIRURGIE
III: mediastinal/supraclaviculaire klieren en de tumor is verder uitgebreid –> CHEMO + BESTRALING
IV: uitbreiding op afstand, betrokkenheid andere long en metastasen naar de hersenen en bijnieren –> PALLIATIEF
wanneer adjuvante chemo?
bij goede conditie
na radicale resectie
EN bij N1 of N2 (bij N2 met radiotherapie)
onderverdeling stadium IV NSCLC
M1a: hematogene metastasen intrathoracaal
M1b: solitaire extra-thoracale metastasen
M1c: multipele metastasen in meerdere organen
mesothelioom
= longvlieskanker
2 soorten: epitheliaal of sarcomateus
stadia COPD volgens GOLD
I: FEV1 > 80%
II: FEV1 > 50-80%
III: FEV1 30-50%
IV: FEV1 < 30% OF <50% met respiratoire insufficiëntie
alfa-1-antitrypsine deficiëntie
teken van COPD
deze mensen krijgen al vroeg emfyseem