Thema 2 Flashcards
intermediaire hartas
normale hartas
tussen 0-90
rechtszijdige aandoeningen van het hart
aangeboren
likszijdige aandoeningen van het hart
verworven
horizontale hart-as
tussen -30 en 0
linker hartas
tussen -90 en -30
rechter hartas
tussen 90 en 180
bijv. bij pulmonale hypertensie
onbepaalde hartas
tussen -90 en 180
positieve extra uitslagen in II,III en AVF
onderwandinfarct
oorzaken linker ventrikel hypertrofie
hypertensie
aorta stenose
aorta insufficientie
hypertrofische cardiomyopathie
pulmonaalklep
tussen RV en a. pulmonalis
heeft licht fysiologische insufficiëntie
sinusknoop
in RA
crista terminalis
richel tussen gladwandig deel en trabeculair deel van
= spierbundel
bloedvoorziening RCA
ramus marginalis dexter/acutis
ramus descendens posterior
SA en AV knopen (marginalis)
bloedvoorziening LCA
ramus descendens anterior
ramus circumflex
dysfunctie titine
geeft diastolisch hartfalen
–> sarcomeren rekken te veel uit
CVP omhoog
CO omhoog
VR omlaag
CVP omlaag
CO omlaag
VR omhoog
MAP omhoog
CO omlaag
VR omhoog
MAP omlaag
CO omhoog
VR omlaag
baroreceptoren
in: aortaboog en aa. carotidae
gekoppeld aan n IX en X
onderdeel vd baroreflex
hartfalen
- oedeem bij de enkels tijdens LO
- verhoogde veneuze druk
- abnormaliteit in het hart
NYHA classificatie hartfalen
klasse I: behandeld hartfalen, klachtenvrij
klasse II: behandeld hartfalen, geringe beperking bij normale activiteiten
klasse III: behandeld hartfalen, duidelijke beperking bij normale activiteiten (geen klachten in rust)
klasse IV: behandeld hartfalen, ernstig beperkt, klachten in rust
ACC/AHA classificatie hartfalen
A: hoger risico voor ontwikkelen hartfalen (risicofactoren: DM, CAD, familiegeschiedenis v cardiomyopathie)
B: asymptomatisch hartfalen (myocardinfarct gehad, LV-dysfunctie, aandoeningen vd hartkleppen)
C: symptomatisch hartfalen (structurele hartziekte, dyspneu en moeheid, verzwakte inspanningstolerantie)
D: réfractaire eindstage hartfalen (symptomen in rust ondanks maximale medische therapie)
afleiding I
rechter arm naar linker arm
afleiding II
rechter arm naar linker voet
afleiding III
linker arm naar linker voet
AVR
altijd negatief
in praktijk niet echt van belang
AVL
kijkt naar laterale wand
loopt naar linksboven
AVF
kijkt naar onderwand
loopt naar beneden
V5 en V6
kijken naar laterale hartwand
V3 en V4
kijken naar de voorwand
V1 en V2
kijken naar het septum
ST depressie
teken van ischemie
ST elevatie
acuut infarct
aneurysma cordis
pericarditis
rechter bundeltak blok
R-S-R’ in V1
terminale S in V6
QRS duurt 0,12 sec of langer
linker bundeltak blok
brede R in I, aVL, V5 en V6 rS of QS in V1 geen Q in I, aVL, V5 en V6 RR' in V6 QRS duurt 0,12 sec of langer
diagnose angina pectoris
- verlichting klachten bij gebruik van nitraten
- druk of brandgevoel rubsternaal (met evt. uitstraling)
- uitlokkende factoren (inspanning/kou/stress)
3/3= typische pijn
2/3= atypische pijn
1/3= aspecifieke pijn
sick sinus syndrome
kan zich uiten in extreme sinusbradycardie
atriumfibrilleren of atriumflutter