Thema 2 -> practicum Haai Flashcards
Borst- of pectoraalvinnen
Vinnen die een beetje voor en aan de zijkant zitten. Het dier gebruikt ze om te sturen.
Abdominale vinnen
Vinnen caudaal en ventraal. Bij haaien is hier te zien of het om een man of vrouw gaat. Bij mannen zitten hier de claspers.
Cloaca
De gemeenschappelijke uitgang van de darm (anus) en het urogenitaal stelsel.
Claspers
Een gootje doordat de abdominaal vin voor een gedeelte is opgerold. Hier loopt het sperma doorheen.
Waar is de overgang van romp naar staart?
Bij de anus, dus bij haaien de cloaca.
Staartvin
Deze ligt volledig caudaal. Wordt gebruikt voor voortbeweging door zijdelingse bewegingen.
Dorsale- of rugvinnen
Twee vinnen op de rug.
Kieuwspleten
Openingen tussen de opeenvolgende kieuwbogen, hierlangs loopt het water.
Nares
Neusopening van de haai, de neusholte van de haai is doodlopend en daar zit het reukepitheel.
Ampullen van Lorenzini
Deze zitten aan de dorsale zijde van de kop. Hiermee registreert de haai elektrische potentialen om prooien te lokaliseren.
Zijlijn-orgaan
Een drukgevoelig systeem dat lateraal op het lichaam en op de kop aanwezig is. Voor lokaliseren prooi en bepalen van de positie van het dier in de omgeving.
Placoïde schubben
Bestaan uit tandbeen en glazuur. Zijn ruw.
Operculum
Kieuwdeksel. Hierdoor is er één opening uit de pharynx.
Spiraculum
Een extra instroom voor water (ook water langs kieuwen als mond dicht), ligt achter het oog.
Pharynx
Keelholte
Twee delen van de coeloomholte bij de haai
Pericardiale holte (craniaal) en pleuroperitoneale holte (caudaal). Gescheiden door septum transversum.