Thema 2 Politieke ontwikkelingen (1780-1848) Flashcards

1
Q

Tegen wie en waarom kwamen de Patriotten in opstand en wat was hun programma?

A

De patriotten kwamen eind 18de eeuw in opstand tegen Willem V. Ze hadden drie programmapunt

  1. Macht: herstel van de internationale positie van de Republiek
  2. Medezeggenschap van burgers in het lokale bestuur
  3. Morele herbewapening: terugkeer naar de oudvaderlandse deugdzaamheid volgens verlicht concept.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wanneer kwam de eerste grondwet in Nederland?

A

Dit was in 1798. Onder invloed van de patriotten kwam er in het Bataafse republiek een staatsregeling.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat stond er in de eerste grondwet van 1798. Geef een korte beschrijving van het type wetten?

A

Burgelijke en staatkundige grondregels. Verhouding van de burger tot het bestuur. Geloof en religie. Afschaffing en handhaving rechten en titel. Bevordering welvaart.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat bedoelen we met de grondwettige herstelling dat naar voren kwam in de eerste grondwet van het Bataafse Republiek

A

Met de Grondwettige Herstelling streefden de patriotten tegen de macht van de stadhouder. De patriotten wilden het herstel van alle oude rechten en privileges waarmee burgers invloed konden uitoefenen op de macht. Deze rechten en privileges waren in de loop der jaren verloren gegaan aan de stadhouder, evenals de macht van de steden en gewesten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zorgde voor een process van politisering aan het einde van de 18de eeuw

A

De oorlog met de Engelsen maakte vele politiek bewust.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wanneer werd Nederland een monarchie naar de patriottentijd?

A

In 1806.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is de betekenis van de staatsregeling in 1798 op het gebied van democratisering?

A

oor het eerst in de Nederlandse geschiedenis was er sprake van een eenheidsstaat, was vastgelegd dat bij algemene verkiezingen een nationaal parlement werd gekozen en waren er voor iedereen dezelfde burgerrechten, maar ook dezelfde burgerplichten. Ook kreeg het parlement budgetrecht.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Tussen welke jaren was Nederland een koninkrijk en vazalstaat van Frankrijk?

A

Tussen 1806 en 1813 was de naam van Nederland: koninkrijk van Nederland. Het was een vazalstaat van het Frankrijk van Napoleon Bonaparte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wie kwam er na de nederlaag van Napoleon aan de macht in Nederland

A

Willem I, van het huis Oranje.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat stond er onder andere in de constitutie van 1814

A

Het parlement had het recht om de begroting vast te stellen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wanneer werd Nederland herenigd met België?

A

In 1815 werd Nederland weer verenigd. Dit werd besloten op het congres van Wenen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Welke belangrijke verandering kwam er in 1815 op het gebied van de staten-generaal.

A

De staten-generaal werd gesplitst in een eerste kamer en een tweede kamer.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat waren de rechten van de eerste en tweede kamer bij de grondwet van 1815

A

De Tweede Kamer stemde over wetsvoorstellen en mocht die ook zelf indienen. e Eerste Kamer, in de grondwet van 1815 benoemd door de koning, mocht alleen ‘ja’ of ‘nee’ tegen wetsvoorstellen zeggen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Waarom waren ze in België niet blij met besluit tot herinlijving van Nederland

A

De noordelijke Nederlanden hadden een torenhoge staatsschuld waar het zuiden door middel van belasting aan moest meebetalen. Ook was het zuiden overwegend katholiek.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Waarom vond Willem I het aantrekkelijk om België in te lijven in het Verenigd Koninkrijk Der Nederlanden?

A

Een unie zou een sterk bolwerk kunnen zijn tegen een nieuwe Franse expansie. Daarnaast had het zuiden een sterke industrie die goed gecombineerd zou kunnen worden met de handel van het noorden. De nieuwe Nederlanden zouden zo een machtsfactor kunnen worden in het nieuwe Europa

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wie was Gijsbert Karel van Hogendorp? en wat waren zijn gedachten?

A

Een van de opstellers van de Nederlandse grondwet in 1814 en 1815. Hij was een liberale verlichtingsdenker en was naar Amerika geweest. Hij was fan van het republikeins staatsmodel van Jefferson en Washington. Hij was niet tegen de koning, dit was een bindmiddel. Wel tegen constitutionele beperking van de koning

17
Q

Wat bedoelen we met de Republikeinse Veelheid

A

Op drie gebieden was het Verenigd Nederlandse Koninkrijk verdeeld

  • Gewesten.
  • Godsdienst
  • Sociale gelijkheid
18
Q

Wat bedoelen we met de morele natie die Nederland kende begin 19de eeuw

A

Nederland was een land van bewust nagestreefd conformisme. Men moest tevreden zijn met de stand waarin hij of zij geplaatst was.

19
Q

Wat wilde Willem 1 met de binnenlandse politiek. Noem een paar punten

A
  1. zonder toestemming van Staten Generaal Besluiten nemen
  2. Zelf de eerste kamer benoemen
  3. In iedere provincie een gouverneur beneomen
  4. Leiding over leger en vloot
  5. Verantwoording voor de koloniën en gebieden
  6. Verantwoording voor de staatsfinanciën.
20
Q

Waarom was de macht van de staten-generaal (parlement) beperkt in de grondwet van 1814/1815.

A

Ze hadden wel het recht van initiatief en een beperkt begrotingsrecht. Ze mochten ook alles goed of afkeuren. Maar het recht van amendement en controle was er nog niet. De vorst kon bovendien veel zaken per besluit afdoen.

21
Q

Wat waren de oorzaken van de Belgische opstand?

A
    • Culturele verschillen waren groot tussen het katholieke zuiden en het protestantse noorden.
      Taal was ook een groot verschil, de invoering van verplichte Nederland spreken in de het ambtsapparaat van zuidelijke provincies zorgde voor veel weerstand.
  • De staatsschuld van het noorden was hoog. Dit werd deels door het zuiden gedragen
  • Het noorden had evenveel kamerleden (55) maar 1,5 miljoen minder inwoners.
22
Q

Wat verstaan we onder het monsterverbond in de Belgische opstand.

A

In het zuiden ontstond er een verbond tussen aartsrivalen liberalen en katholieken. Zij wilden een aanpassing van de grondwet.

  • Vrijheid van taal en pers
  • Ministeriële verantwoordelijkheid
  • Openbaarheid van financiën
  • Onafhankelijkheid van de rechterlijke macht
23
Q

Wat was de directe aanleiding van de Belgische opstand?

A

Onstaan rellen na Opera Muette de Portici (de stomme van Portici, Het sprakeloze meisje). Dit ging over een vorst en het onderdrukte volk. Er kwam een onafhankelijkheidsverklaring op 4 oktober 1830.

24
Q

Wat was de afloop van de Belgische revolutie en wat betekende dit voor Willem 1

A

Willem 1 bedreef volhardingspolitiek. Hij dacht dat zijn positie beter zou worden door af te wachten. Het mobiliseren van het leger kost heel veel geld. in 1839 moest Willem het verdrag tot afscheiding uiteindelijk tekenen.