Thema 2: Kwalitatief onderzoek in de praktijk Flashcards
Wat zijn de 7 fases van een interview?
Aankomst:
Small talk, Vriendelijke toon zetten en band bouwen.
Introductie: Leg uit wie je bent, het doel van het interview, tijdsduur van het interview, informed concent (Vrijwillig,confidentieel,keuze tot stoppen of van onderwerp veranderen) en benadrukken geen goede of slechte antwoorden want doel is exploratie.
Onderzoek: doel en samenvatting
Openingsvragen: Begin met eenvoudige en brede vragen en laat de participant de contect schetsen (vertel eens over jezelf)
Verkennende vragen: Introduceer de hoofdonderwerpen en verken deze breed.
Verdiepende vragen: Vraag door op specifieke onderwerpen en antwoorden.
Afsluitende vragen: blik naar de toekomst, check of de participant nog iets wil toevoegen en vraag om aanbevelingen.
Afronding: Bedank voor tijd en moeite en geef uitleg over wat er verder gebeurt met de informatie
Wat ligt je toe over de Achtergrond en context?
Onderzoek, onderzoeks doel, doel interview, Definities, essentiele informatie
Afsluitende vragen
Eindig met vragen die gericht zijn op de toekomst/op suggesties van de geinterviewde. (*LSD waar nodig)
Wat is het verschil tussen inductief en deductief coderen?
Inductief coderen betekent dat je zonder bestaande opvattingen of verwachtingen naar de data kijkt.
Deductief coderen betekent dat je alle verwachtingen van tevoren uitschrijft en de codes daarna alleen nog maar toepast.
Kiezen onderwijskundig onderzoekers vaker voor inductief of deductief coderen?
Onderwijskundig onderzoekers hebben meestal een theoretisch kader in het achterhoofd en kiezen dus voor deductief coderen.
Wat zijn edge-cases?
Edge-cases zijn twijfelgevallen, dus datafragmenten die óf net wel, óf net niet onder een bepaalde code vallen. Edge-cases en de redenering om ze wel of niet van een bepaalde code te voorzien zijn de moeilijkste, maar ook de meest boeiende beslissingen van een kwalitatieve onderzoeker. Deze maken onduidelijkheden in een definitie zichtbaar en wijzen erop waar een theorie toch niet helemaal toepasbaar is op de realiteit
Wat bedoelen Kvale en Brinkman (2009) met het beeld van de interviewer als ‘a miner or a traveler’ en hoe moet je naar hetr beeld van een intewrviewer kijken bij een kwalitatief onderzoek binnen de sociale wetenschap?
Het beeld van een ‘mijnwerker’ impliceert dat de kennis al bestaat en dat een interview een manier is om bij deze kennis te komen. Dit past bij een positivistisch standpunt.
Het beeld van een ‘reiziger’ impliceert dat de kennis die tijdens het interview wordt opgedaan, ontstaat in de interactie tussen de interviewer en de geïnterviewde. Dit past bij een constructivistisch standpunt.
Het pragmatische standpunt dat vele kwalitatieve onderzoekers innemen, is dat ze erkennen dat de interactie tussen de onderzoeker en de deelnemer de data vormgeeft. Maar zij stellen ook dat het interview een belangrijke manier is om iets over mensen en hun ervaringen te leren en dus ook betekenis heeft buiten de context van het interview.
Wat zijn 5 essentiele aspecten van goeie vragen tijdens een interview?
Stel korte vragen, zonder uitgebreide introductie of referenties.
Vermijd het stellen van twee vragen in één keer.
Vermijd abstracte vragen die te dicht bij de theorie liggen.
Spiegel het taalgebruik van de deelnemer zonder te overdrijven.
Wissel af tussen open vragen (Exploreren) en gesloten vragen (verdiepen of sturen)
Beschrijf de 3 soorten vragen: mapping questions, probing, en prompts.
Mapping Questions (Explorative questions)
Brede, open vragen die de algemene structuur van een interview bepalen.
Probing (follow-up questions)
Dit zijn gerichte vervolgvragen die bedoeld zijn om dieper op een specifiek punt in te gaan. (Expand, explain, effects, experiences)
Prompts ( Stearing questions)
Dit zijn hints of suggesties die een geïnterviewde kunnen aanmoedigen om meer te vertellen als het gesprek vastloopt of om een bepaald onderwerp aan te snijden.
zorg altijd dat vragen duidelijk geformuleerd zijn!
Wat is het doel van Mapping questions?
Het in kaart brengen van het onderwerp of het terrein dat je wilt bespreken.
Wat is het doel van probing questions?
Verduidelijking vragen, meer details krijgen of een onderwerp verder uitdiepen.
Wat is het doel van prompts?
Het stimuleren van de geïnterviewde om verder te praten of nieuwe ideeën te introduceren.
Wat word bedoeld met: Een interview is als het uitmappen van een onbekend eiland?
Voorafgaan stel je een map op en vervolgens ga je op het eiland diep in op de werkelijkheid en pas je zonodig de map hierop aan om zon breed en diep mogelijk begrip van het eiland te ontwikkelen.
Wat houden de 4 E’s van probing questions in?
Expand
Deze vragen moedigen de geïnterviewde aan om meer details te geven of verder in te gaan op wat al gezegd is.
Explain
Deze vragen helpen om verduidelijking te krijgen over wat de geïnterviewde bedoelt, vooral bij vage of complexe antwoorden.
Effects
Deze vragen richten zich op de gevolgen of impact van een situatie of ervaring.,
Experiences
Deze vragen gaan dieper in op de persoonlijke ervaringen van de geïnterviewde, om hun perspectief beter te begrijpen.
In kwalitatieve data-analyse zijn twee fasen te onderscheiden. Welke zijn dat?
[Organiseren]
1. Indexeren, sorteren of organiseren: in deze eerste fase ordent de onderzoeker de vaak chaotische informatie aan de hand van de onderwerpen die worden besproken. Dit is dus vrij oppervlakkig; er wordt nog niet gekeken naar psychologische variabelen en processen.
[Verklaren]
2.Coderen, labelen, categoriseren: in deze tweede fase wordt gekeken naar betekenisvolle patronen in de data. Hier wordt dus juist wel naar psychologische variabelen en processen gekeken.
Wat zijn de 5 stappen van datamanagement binnen de thematische analyse?
- Familiarisatie:
Wat is relevant voor het beantwoorden van de onderzoeksvraag? - Construeren van een initieel thematisch framework:
Thema’s, subthema’s en labels - Indexeren:
Welke data zegt iets over het zelfde ‘‘ding en horen bijelkaar?
4.Reviewing van data
Op welke manieren kan de data geherorganiseerd worden voor meer coherentie? - Datasamenvatting:
Verklaringen waarom data op een bepaalde manier samenhangen.
Verklaar: ‘‘In tegenstelling tot deelnemers aan een kwantitatieve survey spelen de deelnemers van een kwalitatief interview een veel actievere rol in het onderzoek. ‘’
Hun bijdrage is uitgebreider dan die van deelnemers aan een vragenlijstonderzoek. Ze gaan met de interviewer in gesprek, delen hun verhaal en brengen nieuwe ideeën in.
Wat is de enige uitzondering waar kwantitatieve taal passend is in een kwalitatief verslag?
Informatie over de individuen samenvat en bijvoorbeeld ingaat op de gemiddelde leeftijd, geslachtsverdeling en andere achtergrondkenmerken.
Wat zijn topische zinnen?
Topische zinnen vatten een (theoretisch) idee samen in één zin. Een topische zin is een goed begin van een alinea omdat het voor de lezer meteen duidelijk is waar je naartoe wilt.
Noem 4 verschillende vormen van Research output met voor elk een voorbeeld.
- Comperhensive: Een Thesis of Dissertatie
- Summary findings: Een rapport of documantaire
- Developmental findings: Conferentie of presentatie
4.Selective: Seminar of blog
Een tekstplan (outline) is een soort inhoudsopgave, waarin je aangeeft:
welke onderdelen (deelvragen) achtereenvolgens besproken worden
in welke volgorde deze onderdelen besproken worden
wat in het kort de inhoud is van elk onderdeel (een kort antwoord op de deelvraag)
wat de mogelijke citaten zijn waarmee het onderdeel wordt onderbouwd.
Wat is belangrijk bij het gebruiken van citaten in de uitwerking van je kwalitatief onderzoek?
1.Juist gebruik van APA regels ( aanhalingstekens correct gebruiken )
2. Dat je een interpetatie van het citaat altijd voorziet van een argument.[
Waar moet je bij gebruik van AI in onderzoek uitschrijven op letten(5)?
- Overbodige uitleg of benadrukking van irrelevante informatie.
- Kunstmatige schrijfstijl.
- Extra informatie die onder andere kopjes thuis hoort.
- Nagaan of alle ‘‘kopjes’’ gecoverd worden.
- Nalopen op diepgang: Zit er contradictie, zelf kritiek en uitleg voor digotomie in argumenten?